Kampong speelt na ‘goed gesprek’ De Wijn ijzersterk tegen Pinoké

In zijn glorietijd was het voor Sander de Wijn vanzelfsprekend om zijn ploeg Kampong op scherp te zetten als verslapping dreigde. Door blessureleed had de routinier de afgelopen anderhalf jaar genoeg aan zichzelf en roerde hij zich minder. Maar vorige week nam de 33-jarige verdediger ouderwets het voortouw tijdens ‘een goed gesprek’ met Heren 1. Dat miste zijn uitwerking niet. Tegen Tulp Hoofdklasse-koploper Pinoké speelde Kampong ijzersterk en won terecht met 2-0.

‘We hebben de boel afgelopen week iets meer op scherp gezet’, vertelde De Wijn na afloop van het topduel op De Klapperboom in Utrecht. ‘We wonnen wel, maar het voelde alsof we qua veldspel twee klapjes erbovenop konden spelen. We zijn daarover kritisch naar elkaar geweest. Dat resulteerde vandaag in een goede houding en goed gedrag in het veld. We zitten er goed in.’

Kampong kende een oké-start van het seizoen, staat derde, maar overtuigde niet. De Wijn: ‘Het was begin dit seizoen veel van hetzelfde. Net als vorig jaar, toen ik weinig heb gespeeld. We verloren een keer, dan wonnen we weer drie keer op een rij. Het was niet optimaal. Daarom was het nodig dat we elkaar even op scherp zetten. Zeker in deze cruciale fase, met veel belangrijke toppers voor de winter.’

Sander de Wijn ontvangt de felicitaties van Pieter Sutorius van Pinoké. Foto: Willem Vernes

De vraag of De Wijn in die gesprekken het voortouw nam, beantwoordt hij resoluut met ja. ‘Van mij wordt verwacht dat ik daarin positief kritisch ben. Nu weer. Als ik me goed voel, zeg ik wel wat ik ervan vind.’

Twijfelgeval

Dat ‘goed voelen’, is een tijd weggeweest bij De Wijn. De verdediger speelde de laatste anderhalf jaar door verschillende blessures amper. Hij revalideerde, maakte zijn rentree, maar viel ook geregeld weer terug. Een lastige situatie voor de oud-international, die in zijn gouden tijd behoorde tot de fitste spelers van de Tulp Hoofdklasse en vaak geen minuut miste.

Het zekerheidje van weleer, was plots een twijfelgeval. ‘Als je weinig wedstrijden speelt, gaan mensen aan je twijfelen. Kan hij het nog? Kan hij het nog opbrengen? Ja, mensen hebben dat ook tegen mij uitgesproken. Meer zinnen wil ik daar ook niet aan vuil maken…’

Mensen hebben openlijk tegen mij gezegd dat ze aan me twijfelen. Sander de Wijn, speler van Kampong

De Wijn laat even een stilte vallen. ‘Je mag er best inzetten dat mensen aan mij hebben getwijfeld. Zelf heb ik nooit aan mezelf getwijfeld. Ik heb er altijd vertrouwen in gehad, dat ik het lijf op de rit kreeg en van grote waarde kan zijn voor Kampong. Dat heb ik op het veld laten zien. Ik heb zelf terugverdiend dat ik zo kan en mag spelen.’

Oude vorm

Tegen Pinoké liet De Wijn bij vlagen weer een glimp van zijn oude vorm zien. Zoals bij een verdedigende actie in het tweede kwart tegen Pinoké-aanvaller Joep Troost. Die dacht de Kampong-verdediger met een soepele actie voorbij te kunnen, maar had niet gerekend op de felheid en doortastendheid van De Wijn. Die ontfutselde hem de bal en stoomde vervolgens met zevenmijlslaarzen richting de Pinoké-helft. Met een knappe pass bediende hij Derck de Vilder, die hard voorzette maar niemand met een blauw shirt en een stick vond om de bal in het Pinoké-doel te tikken.

Het was voor de rust een van de spaarzame acties in cirkel van de gasten uit Amsterdam. Want hoewel Kampong veruit de meeste tijd de bal had, bleef de ploeg van coach Jesse Mahieu moeiteloos overeind. De coach zag dat zijn team via Marlon Landbrug wel tot twee keer toe gevaarlijk werd. Maar De Wijns generatiegenoot David Harte, stond bij zijn terugkeer na een periode van absentie direct weer op zijn post.

Warme chocomelk

Zo bleef het na dertig minuten saai hockey bij 0-0 en kozen veel toeschouwers voor een extra lange pauze in het warme clubhuis van Kampong. Zij genoten ongetwijfeld van de warme chocolademelk met slagroom, maar misten twee wonderschone Kampong-treffers die al snel na rust vielen.

Eerst was daar Jip Janssen die voor het zevende competitieduel op rij scoorde. Zij strafcorner belandde kiezelhard op de plank (1-0). Die klap galmde nog door in de hoofden van de Steekneuzen, toen ook nummer twee in het doel lag. Boet Phijffer kreeg de bal met zijn rug naar het doel aangespeeld. Het was aannemen en rammen. Vol in de bovenhoek. Een doelpunt dat zo in het handboek ‘afronden voor spitsen’ kan. Wel in de editie voor gevorderden.

Jip Janssen (midden) wordt bejubeld na zijn benutte strafcorner. Foto: Willem Vernes

Kampong zat door de 2-0 voorsprong in een zetel. Achterin kwamen de Utrechters amper in de problemen door het ijzersterkte verdedigenscentrum met aanvoerder Lars Balk en De Wijn. De verdediger had zich in eerdere wedstrijden tevreden moeten stellen met een plek aan de zijkant. Dit voelde zoveel beter. ‘Ik voel me goed in het centrum. Ik kan daar voor dreiging zorgen, het ritme van de wedstrijd bepalen, de wedstrijd lezen en met een pass iemand vrij spelen. Die kwaliteiten komen in de as meer tot hun recht dan aan de zijkant. Ik vind het lekker om terug te zijn.’

Negatieve hoofdrol Hendrickx

Lekker zat Pinoké er bepaald niet meer in na de 2-0 achterstand. De Steekneuzen, die vrijdag nog met 2-1 van Bloemendaal wonnen, raakten meer en meer geïrriteerd. Met een negatieve hoofdrol voor de nog altijd naar zijn vorm smachtende Alexander Hendrickx. Het Belgische strafcornerkanon botvierde zijn frustratie eerst op de enkel van Terrance Pieters. Met als beloning een fors boegeroep vanaf de tribunes. In de slotfase haalde hij verbaal uit naar de arbitrage. Ook nu kreeg hij een presentje, ditmaal in de vorm van een gele kaart.

Alexander Hendrickx kijkt niet echt blij. Foto: Willem Vernes

Vanaf de bank zag de Belg hoe De Wijn na afloop de overwinning vierde met een gebalde vuist en een knuffel met Harte. Hij genoot zichtbaar om terug te zijn op het veld. Wat dat voor de toekomst betekent, is volgens De Wijn nog in nevelen gehuld. ‘Ik heb geen idee hoe dit seizoen gaat lopen en wat ik daarna ga doen. Stop ik, ga ik toch door? Ik leef in het nu. Ik geniet ervan om weer lekker te spelen. Het is vooral een overwinning op mezelf, dat ik week in, week uit lever op de mat.’


Wat vind jij? Praat mee...