Woedend sprak Lisa Scheerlinck haar teamgenoten toe, zaterdagavond na een slap eerste kwart van Oranje-Rood tegen Kampong (0-3 verlies). Het tekende de frustratie van de middenvelder, die altijd hockeyt met hart en ziel. Maar soms doet ze dat wel als enige van het jonge en onervaren Oranje-Rood.
Een cameraman van Viaplay richt zaterdagavond zijn camera op het kringetje van Oranje-Rood. De wedstrijd tegen Kampong is één kwart onderweg. Passieloos hobbelden de speelsters van Oranje-Rood over het veld, met een 0-1 achterstand tot gevolg. Als coach Rob Haantjes het woord geeft aan Lisa Scheerlinck, borrelt de passie bij haar op. Haar ogen spuwen vuur. Ze trakteert haar teamgenoten op een donderspeech. Haar boodschap laat aan duidelijkheid niets te wensen over.
‘Ik weet niet wát we aan het doen zijn, maar het lijkt helemáál nergens op! Gewoon op niks!’, schreeuwt Scheerlinck, met de nadruk op niks. ‘Niemand is er! Niemand komt voor zijn man! Niemand doet iets! Fucking hell, man! Beweeg! Doe iets! Zorg voor elkaar! Help elkaar! Dat is alles wat we moeten doen! Dat hebben we afgesproken! Maar we doen het niet!’
Er staan allerlei mensen langs de kant die door de regen twee uur lang hebben moeten wachten om naar ons te komen kijken. Dan moet je wel iets op de mat leggen. Doe je dat niet, dan zeg ik daar iets van. Oranje-Rood-middenvelder Lisa Scheerlinck
Het komt uit haar tenen. Helpen doet haar tirade niet, want de resterende drie kwarten loopt de achterstand alleen maar verder op, naar 0-3. Maar het zegt alles over het karakter van Scheerlinck. Een minuut of twintig na de wedstrijd bevat haar gezicht weer een glimlach, in de gangen van het clubhuis van Oranje-Rood. Maar er is weinig voor nodig om het vuur in haar opnieuw aan te wakkeren. Enkel het laten vallen van het woord donderspeech.
‘Oh, was het op tv?’ vraagt ze. ‘Ach, misschien is dat maar goed ook. Ik was echt pissig. Ik moest het echt even kwijt. Er staan allerlei mensen langs de kant die door de regen twee uur lang hebben moeten wachten om naar ons te komen kijken. Dan moet je wel iets op de mat leggen. Doe je dat niet, dan zeg ik daar iets van. Ik kon het echt niet laten.’
In plaats van om 17.00 uur begon de confrontatie met Kampong door de plensbuien om 17.45 uur. Heeft dat volgens Scheerlinck een rol gespeeld in de passieve houding van haar teamgenoten? ‘Ik denk voor sommigen wel. We hebben een jonge ploeg. Niet veel meiden hadden dit al eens meegemaakt. We zaten lang in de kleedkamer, in het clubhuis was het superdruk. Heren 1 liep er ook nog rond. Alles was anders dan normaal. Zelf heb ik de knop om kunnen draaien toen ik het veld opstapte. Maar anderen kennelijk niet.’
Groot verschil: Oranje-Rood mét Scheerlinck en Oranje-Rood zónder haar
Scheerlinck, die Oranje-Rood twee seizoenen geleden na de degradatie trouw bleef, is de motor van het elftal. Tweeënhalve week geleden maakte ze na een hamstringblessure haar rentree tegen Rotterdam. Ze speelde door een gebrek aan ritme alleen de tweede helft. Vanaf de zijlijn zag je een duidelijk verschil tussen het Oranje-Rood mét Scheerlinck en het Oranje-Rood zónder haar. De eerste helft stonden er elf lammetjes op het veld. De tweede helft elf hyena’s (zoals ze zich zelf noemen). Scheerlinck raasde over het veld en zwengelde met haar energie de rest van haar ploeg aan.
‘Dat is hoe ik ben. Ik jaag mensen aan’, zegt de voormalige speelster van Jong Oranje. Ze is de moeder van de groep. In haar eentje heeft ze meer Hoofdklasse-ervaring dan de rest van het elftal bij elkaar. Floor Hoogers heeft twee jaar op de teller staan, Janneke van de Venne één. Scheerlinck twaalf. ‘Ik denk dat mijn teamgenoten het fijn vinden dat ik terug ben van mijn blessure. Niet alleen vanwege de energie die ik lever. Ook vanwege mijn coaching. En de rust die ik in het team probeer te brengen. We zijn soms te gehaast. Ik ben heel direct, maar gelukkig accepteren ze dat van me. Maar het is ook nodig.’
Oranje-Rood de trotse nummer negen van de competitie
Het lijkt nu misschien alsof Scheerlinck alleen maar op haar eigen team afgeeft. Niets is minder waar. Minutenlang vertelt ze over hoe trots ze is op al die jonge honden in het team. De promovendus heeft vriend en vijand verrast door met een promotieklasse-selectie de winterstop in te gaan als nummer negen. Na twaalf competitiewedstrijden hebben ze elf punten verzameld.
‘Ik vind het mooi dat we negende staan. Als ik eerlijk ben, had ik dat niet verwacht. Ik ben megatrots. Vooraf hebben we met elkaar afgesproken dat we geen verwachtingen van dit seizoen hebben. Behalve dat we ons willen handhaven. Nou, we zijn goed op weg. Maar we zijn er nog niet.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.