Met een opvallende bril op zijn neus floot topscheidsrechter Coen van Bunge (42) afgelopen zondag de NK-finale tussen Kampong en Rotterdam. De grap was al snel gemaakt dat hij misschien vuurwerk ging afsteken. Maar Van Bunge droeg de zogenoemde ‘Eye Tracking bril’. ‘Alles wat helpt om een betere scheidsrechter te kunnen worden, grijp ik aan.’
Al een paar keer eerder dit seizoen droeg Van Bunge de speciale Eye Tracking bril. ‘Richting Parijs wil ik het beste uit mezelf halen’, verklaart de ervaren scheidsrechter, die over twee maanden begint aan zijn derde Olympische Spelen (26 juli–11 augustus). Drie jaar geleden, in Tokio, floot Van Bunge de finale van het mannentoernooi: België-Australië.
De ogen zijn voor een scheidsrechter essentieel. Door te registreren wat er op het veld gebeurt, is het hoofd in staat om te besluiten wel of niet op de fluit te blazen. Maar bijvoorbeeld oogknipperingen en/of oogbewegingen (zogenoemde saccades) belemmeren een scheidsrechter om de wedstrijd volledig te registreren. Elke keer als iemand knippert, sluit hij zijn ogen en ziet hij dus tijdelijk niets. Zelfs al duurt dat slechts 200 microseconden. Gemiddeld knippert een mens wel tien tot dertig keer per minuut, vertelt Van Bunge.
Om het knippergedrag en de blik van de scheidsrechter nauwkeurig te kunnen analyseren, is de Eye Tracking bril ontwikkeld. Dit is een speciale bril die is voorzien van drie cameraatjes: één aan de voorkant in het midden, en twee aan weerszijden van de neusklem. De camera aan de voorkant filmt het punt waar het hoofd op is gericht, waar de brildrager dus naar kijkt. De camera’s op de neusklem filmen de ogen. Zij leggen de oogknipperingen en de oogbewegingen vast. Aan de hand van de beelden kan worden nagegaan waar de scheidsrechter tijdens concrete momenten naar kijkt. ‘Naar de bal, naar de speler, naar de omgeving of misschien wel heel ergens anders naar’, begint Van Bunge zijn uitleg over het moderne apparaat.
Raken je ogen tijdens de wedstrijd vermoeid, dan gaan ze vaker knipperen. Dat wil je voorkomen Coen van Bunge
Door zijn oogbewegingen te volgen, kunnen specialisten – zijn visual performance trainer Gijs Segers en professor Henk Koppelaar van de TU Delft – hem waardevolle informatie verschaffen. Door bijvoorbeeld te analyseren hoe snel zijn ogen bewegen en waar ze precies naar kijken, krijgen zij inzicht in hoe Van Bunge beslissingen neemt. En met die bevindingen kan hij vervolgens zelf weer aan de slag gaan.
‘Zo constateert mijn visual performance trainer in welke situaties ik vaker met mijn ogen knipper. Dat kan een teken zijn dat de stress is toegenomen, bijvoorbeeld bij een drukke situatie in de cirkel of een strafcorner. Daarnaast constateert hij in welke omstandigheden ik vaker met zijn ogen beweeg. Het aantal oogbewegingen én het aantal knipperingen wil je als scheidsrechter juist zo laag mogelijk houden. Daarmee vergroot je de kans dat je de juiste beslissing neemt. De conclusies die getrokken worden uit de beelden en de data bepalen uiteindelijk wat er veranderd moet worden in mijn trainingsprogramma’, zegt Van Bunge.
‘Voor onze ogen hadden wij als scheidsrechters weinig oog’
Met de uitkomst gaat Van Bunge dus uiteindelijk aan de slag. Daar zijn allerlei soorten oogtrainingen voor ontwikkeld. Hierbij worden allerlei andere attributen gebruikt, waaronder een andere bril, zodat zijn ogen uiteindelijk minder beelden nodig hebben om te zien wat er gebeurt. ‘Doel is uiteindelijk om je ogen sneller te laten bewegen. Raken ze tijdens de wedstrijd vermoeid, dan gaan ze vaker knipperen. Dat wil je voorkomen. Hoe langer je ogen fris blijven, hoe meer je blijft zien. Ook kan de trainingsmethode helpen om kalm en gefocust te blijven, wat leidt tot minder beoordelingsfouten.’
Van Bunge is blij dat hij als topscheidsrechter gebruik kan maken van deze moderne techniek. ‘We trainen als scheidsrechters vijf keer per week fysiek, we kijken ook videobeelden terug, maar voor onze ogen hadden we eigenlijk weinig oog. Deze techniek heeft daar verandering in gebracht. Het is superfijn dat dit bestaat. Alles wat helpt om een betere scheidsrechter te kunnen worden, grijp ik aan.’
3 Reacties
edwin-smolders
De laatste regel in de inleiding zegt alles ‘Alles wat helpt om een betere scheidsrechter te kunnen worden, grijp ik aan.’ Als we het dan toch over scheidsrechters hebben. Ik heb dit seizoen heel veel wedstrijden in zowel de dames- als heren hoofdklasse gezien en zie een verdere positieve ontwikkeling in de arbitrage. Ik ben van mening dat we in Nederland erg goede scheidsrechters hebben en er ook qua ontwikkeling van talenten uitstekende scheidsrechters aanstaande zijn. Het zowel bij de dames als heren wedstrijden fluiten in de Hoofdklasse draagt daar volgens mij uitstekend aan bij. Daarnaast vind ik het een mooie ontwikkeling om te zien dat scheidsrechters niet meer hun fluitje of kaarten als “machtsmiddel” gebruiken, maar ook steeds vaker kort het gesprek tijdens de wedstrijd aangaan om uitleg te geven. Het zorgt mijns inziens voor meer begrip en ontspanning binnen de lijnen. Spelers, coaches en scheidsrechters maken gelukkig allemaal fouten, maar geen enkele maakt men opzettelijk.
peter-de-ruiter
Wow. Dit is echt een mooie ontwikkeling. Spelers trainen op techniek, snelheid, etc. Scheidsrechters hebben minder mogelijkheden daartoe en richten zich op de fysieke conditie en de analyse van wedstrijd beelden natuurlijk naast de wedstrijden die ze fluiten zelf.
dennis.kans@gmail.com
Wat een coole innovatie 🙌