Het was een dolle boel zondagmiddag bij de dames van Pinoké. Alles en iedereen wilde op de foto met de nieuwe aanwinst, de ABN Cup. Het geeft in Amsterdam hoop op een ander hockeyjaar. Eentje die niet leidt tot die vijfde plaats, waarop ze de laatste vijf seizoenen eindigden.
Grijnzend keek Pinoké-coach Daan Sabel naar het veld, waar zijn ploeg zojuist ten koste van Hurley (1-0) de voorbereidingsprijs had veroverd. Zijn aanvoerder Kiki Rozemeijer liep – een klein beetje ongemakkelijk – nog even terug naar de middenlijn waar een klein legertje fotografen klaarstond bij de beker om het unieke beeld vast te leggen. Want Pinoké dat met de dames een prijsje pakt op het veld, dat is een unicum. Veel verder dan titels op het tweede niveau kwamen de Amsterdammers niet.
Tot zondag dus.
‘Het is allemaal nog een beetje onwennig’, merkte Sabel dan ook op. ‘Die beker is ook wel heel groot en mooi. Dit is nieuw voor ons. We winnen niet zoveel prijzen. Twee jaar geleden werden we landskampioen in de zaal, vorig seizoen wonnen we daar ook de Europacup op het tweede niveau. Maar een tastbaar resultaat op het veld hebben we nog nooit meegemaakt.’
De vloek van de ABN Cup
Met een dikke lach: ‘Maar ik begreep dat er ook een vloek zit op deze beker. Het is mij verteld dat de winnaar van de ABN Cup bijna nooit landskampioen wordt. Dus dat is wel jammer voor ons.’ Het klopt trouwens, wat Sabel zegt. Die vloek bestaat al elf jaar. Alleen de mannen van Rotterdam wonnen in 2012/2013 het voorbereidingstoernooi en daarna ook de landstitel.
Sabel weet heus wel dat Pinoké bij geen enkele bookmaker wordt opgeschreven als titelkandidaat. De Steekneuzen zijn wel ieder jaar een kandidaat voor de vierde plek. De afgelopen seizoenen deden ze vaak meer dan goed mee. Waren ze zelfs geregeld de topfavoriet voor die plek achter de gevestigde top drie. Maar de afgelopen vijf (!) jaar was het resultaat telkens hetzelfde: iedere keer stond Pinoké na 22 duels op de vijfde plaats.
‘Ik weet het. De eeuwige vijfde’, verzucht Sabel, die elk seizoen wel een keer aan dat inmiddels bizarre abonnement wordt herinnerd. ‘Het lijkt misschien voor de buitenwereld telkens hetzelfde verhaal. Maar de situatie is ieder jaar anders. Zo moesten we twee jaar geleden compleet opnieuw beginnen, met negen nieuwe speelsters. Er is sindsdien veel veranderd qua gedrag en lifestyle, daarin kwamen we van ver. We zijn veel serieuzer met hockey bezig.’
In gesprek met gouden olympiërs
Geïnspireerd door de daden van hun Heren 1 – die in 2023 iedereen verrasten met hun landstitel – willen ook de dames van Pinoké naar de top. Een droom die Sabel anderhalf jaar geleden al uitsprak. De Amsterdammers proberen die ambities ook steeds meer gestalte te geven. In aanloop naar de zomer zaten ze weer met meerdere internationals om de tafel. Speelsters die vorige maand olympisch kampioen werden en heus wel wilden praten met Pinoké.
‘Dat vind ik ook een bevestiging dat we goed bezig zijn’, stelt Sabel. ‘Elk jaar spreken we met internationals. Nu hebben we er eentje, Maria Steensma. Ik had de internationals om wie het gaat er heel graag bij gehad. Natuurlijk. Maar dan moet je ook een vervolgplan hebben. Anders doe je alsnog niet mee om de titel. Het lukt ons nu nog niet om dat plan waar te maken. Er is nog geen geld voor die totale kwaliteitsinjectie.’
Niet meer op veld 2 trainen
Toppers weten hun weg richting Pinoké dus nog niet te vinden. Maar Sabel merkt in de laatste jaren wel een kentering. Conform de nadrukkelijke wens van oud-voorzitter Astrid Ventevogel ziet hij de verschillen tussen de eerste teams van Pinoké kleiner worden. ‘Dat merk je aan de bijdrages vanuit de club en van de sponsoren, die niet gekoppeld zijn aan een team. We hebben gelijke faciliteiten, van de velden tot voeding. Dat betekent niet dat we vroeger andere pasta kregen dan Heren 1. Maar het gebeurde wel dat wij op veld 2 trainden, omdat de mannen op het hoofdveld stonden. Er zijn mooie initiatieven. De Pinoké-Sisterhood, de businessclub voor Dames 1. De hoofdsponsor die verlengt. Nu is het tijd voor een volgende stap.’
Dat moet natuurlijk het einde zijn van het ‘vijfde-plaats-tijdperk’. ‘Dat zou mooi zijn’, zegt Sabel. Lachend: ’Laten we afspreken dat we vierde worden. En als dat niet lukt, dan zesde.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.