De verdwenen club: Forward, waar het altijd feest was
In onze rubriek ‘De verdwenen club’ gaan we in deze aflevering langs in Tilburg. Bij Forward, om precies te zijn. De vereniging die in 2011 met aartsrivaal TMHC fuseerde tot HC Tilburg.
‘We bestaan al dertien jaar niet meer. Maar ik hockey nog wel, in Heren 30-2 van Tilburg. En als ik speel gaat dit shirt altijd mee. Er is geen zondag dat-ie thuisblijft. Hij zit standaard in mijn tas, met mijn scheenbeschermers en bitje. Ik kan me geen wedstrijd herinneren waarin ik ‘m niet bij mij had.’
De clubliefde spat ervan af als Paul Schoutens het prachtige, blauw-wit gestreepte shirt van Forward uit zijn tas haalt. ‘We spelen met heel veel oud-spelers van Forward in mijn team. Vorig seizoen was er eentje z’n shirt vergeten. Toen hebben we hem in dit shirt laten spelen. Iedereen, ook de tegenstander, vond het fantastisch. Zo blijft Forward toch nog een heel klein beetje zichtbaar’, zegt hij met fonkelende ogen.
Schoutens (63) is de laatste voorzitter van Forward. Zoals gebruikelijk in deze rubriek, spreken we met hem af op de locatie waar de club vroeger zat. Aan de zuidkant van de stad. Op een plek die nog steeds sport ademt. En hoe. Achter het stadion van voetbalclub Willem II. Op steenworp afstand van het onderkomen van de Tilburg Trappers, de beste ijshockeyclub van ons land. En ook vlakbij de Ireen Wüst IJsbaan, de arena die is vernoemd naar de zesvoudig olympisch schaatskampioen. Verderop ligt nog een atletiekvereniging en het sportcomplex T-kwadraat, waarin ook veel gezaalhockeyd wordt.
De plek waar vijftig jaar het Forward-paviljoen stond
Kortom, een hockeyclub zou hier ook in 2024 niet misstaan. Schoutens beaamt dat. ‘Het ademde hier vroeger nog meer sport. Je had hier een grote amateurvoetbalclub, de sportacademie, een honkbalclub, nog een sporthal. En wij natuurlijk. Forward. De club waar het altijd feest was.’
Dat feest is op deze koude dinsdagmiddag in november ver weg. Op de plek waar vroeger het bier en de Schrobbelèr uit de glazen klotsten, staan nu keurige, wat saaie Vinex-huizen. De straten verwijzen wel naar het sportieve verleden. Bijvoorbeeld het Fanny Blankers Koenhof, vernoemd naar de voormalige topatlete. Of de Willy den Oudenlaan, een eerbetoon aan een oud-zwemster. We komen oud-tennissters tegen. Hardlopers. Een voormalig ruiter. Maar geen hockeyers. Zelfs niet op de plek waar het hoofdveld van Forward lag.
Midden op de Bernard Leenestraat – een voormalig wielrenner – blijft Schoutens ineens staan en wijst vooruit. ‘Als je hier een beetje omlaag liep, kwam je bij het clubhuis. Het hoofdveld lag er vlakbij. In totaal lagen er vier velden, waarvan we er eentje deelden met de voetbalclub.’ Hij zucht even. ‘Toen ze de huizen in deze wijk bouwden, ben ik een keer langsgefietst. Gewoon, om te kijken hoe het eruit zag. Ik ben niet enorm sentimenteel, maar was toch nieuwsgierig. Vijftig jaar was dit onze plek. Stond hier ons paviljoen.’ Met glimmende ogen: ‘Zo noemden we het clubhuis altijd.’
Het gemis van de Forwardianen
Veertig jaar geleden kwam hij vanuit Tempo – Bergen op Zoom – aanwaaien, als student aan de universiteit. ‘Ik deed mee met het studentenhockey van de universiteit, samen met een maat van mij. Bert Wentink, die later bondscoach werd, trainde ons daar en was ook coach van Forward Heren 1. We mochten tijdens een oefentoernooi meespelen. Dat was een serieuze test. Maar ja. Het was op Forward’, klinkt het veelbetekenend.
‘Het regende die eerste toernooidag enorm. Dus was het snel klaar met de wedstrijden. In het kleine, oude clubhuis was het groot feest. Veel te gezellig. Lang verhaal kort: op de tweede dag had ik een verschrikkelijke kater. Viel direct buiten de selectie en heb nooit meer een eerste team gehaald. Die vriend van mij wel, trouwens.’
De club werd zijn tweede thuis. Schoutens zat vijftien jaar in de tophockeycommissie. Was drie jaar voorzitter. ‘Onze kinderen hebben hier gespeeld. Mijn vrouw en ik hebben ze gecoacht. Forward zat in ons bloed.’ Hij verbetert zichzelf: ‘Zít in ons bloed. Ik weet dat je deze rubriek ‘De verdwenen club’ noemt. Maar de oude Forward-community bestaat nog steeds. Dat zijn de echte fanatiekelingen, een groep van zo’n honderd Forwardianen. Mensen die de club en z’n gezelligheid nog dagelijks missen. Een gemis dat niet op te vullen is bij Tilburg, hoe goed we het nu ook hebben.’
Stikkie Tok en het Papendal van het Zuiden
Forward heeft nog steeds een eigen site. Z’n eigen clublied (zie hierboven). Zelfs carnavalsverenigingen die alleen bestaan uit leden van de hockeyvereniging. ‘We waren heus wel fanatiek, maar er was geen zwaar topsportklimaat. Onze dames en heren hebben allebei de Hoofdklasse gehaald. Maar niet alles draaide om prestaties, zoals dat bij TMHC wel veel meer het geval was. De achterban was ook anders. Hier speelden de middenstanders. Kleine ondernemers die bijvoorbeeld opticien waren. Of een kledingwinkel hadden.’
‘Een contrast met TMHC. Daar zaten de rijke industriëlen’, vertelt Schoutens terwijl hij door de straten met oude sporthelden loopt. ‘Dat was de club die veel investeerde in hun eerste teams en vooral in Heren 1. Bij Forward speelden zelden buitenlandse speelsters. De disco op zondag of onze beroemde playbackshow Stikkie Tok waren veel belangrijker voor de club. Stonden we daar met Heren 2 ‘Oerend hard’ van Normaal te zingen.’ Lachend: ‘Gelukkig is die traditie wel meegenomen in de fusie. Stikkie Tok staat nog steeds op de agenda.’
En als het net iets anders was gelopen, werd er in Tilburg-Zuid nog steeds geplaybackt. Nadat in 2003 de eerste fusiepoging tussen beide rivalen misliep, was er vier jaar later een vruchtbare samenwerking op komst. ‘De plannen waren groots. Hier moest Sportpark Stappengoor komen. Het Papendal van het Zuiden. De gemeente wilde het graag, wij ook. Maar de leden van TMHC stemden dat weg. En daardoor ging de fusie de koelkast in.’
Hoe de rivalen elkaar vonden
We zijn inmiddels na een kort autoritje beland bij fusielclub HC Tilburg. Daar is weinig te zien van de lange voorgeschiedenis. Geen oude tenues, foto’s of andere relikwieën. Alleen een kartonnen bord van Margot van Geffen, de oud-international die werd opgeleid door Forward, doet nog denken aan de jaren voor de samengang. ‘Natuurlijk laaide de rivaliteit weer flink op na die mislukte fusies. Maar ondertussen zagen we ook dagelijks onze problemen. Die stapelden zich op. Ons paviljoen was versleten. In de mini’s hadden we al problemen met de jongenslijn. Bovendien hing ons het invoeren van betaald parkeren boven het hoofd. Dat zou in mijn ogen de doodsteek zijn van de club. Wie komt er naar zijn kind kijken als-ie voor elk bezoekje een euro moet betalen?’
‘Ook bij TMHC hadden ze hun problemen. Was er bijvoorbeeld geld nodig voor het tophockey. En natuurlijk kwamen we elkaar vaak tegen. Op het veld, of in de stad. We wisten dat we elkaar nodig hadden. Voor het hockey in Tilburg. Zowel voor de top als de breedte. Maar ook wij wilden niet weg’, vertelt Schoutens. ‘De oplossing leek een neutrale locatie te zijn. Helemaal opnieuw beginnen, zonder voorgeschiedenis. Op vijfhonderd meter van TMHC, aan dezelfde weg.’
Maar inderdaad, ook dat ging niet door. ‘Omwonenden maakten bezwaar tegen de komst van zo’n grote hockeyclub. Daarnaast kregen we een milieubeweging op ons dak, vanwege een beschermde flora en fauna, zoals een bedreigde kikkersoort. Daarnaast won de realiteitszin het ook van het sentiment. Het is ook een enorme kapitaalvernietiging als je onnodig een compleet nieuwe club uit de grond stampt.’
Een beetje cult, maar nooit verdwenen
Schoutens vertelt het met een heleboel papieren voor zijn neus. Allemaal van Forward. Zijn persoonlijke archief. Met het oude clubblad ‘Forward Post’, sponsorovereenkomsten en de maten van de trainingspakken van Forward Heren 2 in 1996. ‘Ik ben blij dat ik dit nog heb. De rest is verloren gegaan in een brand bij mij thuis. Ik heb dit nooit weg willen doen. Toch een beetje sentiment, hè? Moet je zien! Veertien herenteams! Dat zijn er meer dan we nu bij Tilburg hebben.’
Hij kijkt even op van zijn papieren. ‘Weet je dat ik laatst een stoffen embleem van ons oude logo op de kop heb getikt? Die naait mijn zoon trots op zijn carnavalspak. Ik vind het prachtig, dat we een beetje cult zijn geworden. Forward is er niet meer. Maar we zijn echt niet verdwenen. Zet je dat er goed in?’
3 Reacties
Mayke B
Goed bezig Schout! Dat waren gouden tijden!
martijn-sluiter
Het jaarlijkse kruikezeikers toernooi was altijd top!
rvanotterlo@gmail.com
Fluiten op Forward, altijd feest, met fanatiek publiek aan de clubhuiskant. En gezellige derde helft!