Den Bosch wint maar wankelt: ‘Er sluipt twijfel in ons spel’

De slechtste seizoenstart in dertig jaar en ‘slechts’ veertien punten uit acht wedstrijden. Recordkampioen Den Bosch kraakt, dat is inmiddels duidelijk. Ook zondag ging het niet vanzelf. Den Bosch versloeg Hurley met 3-2, maar speelde een moeizame tweede helft. ‘Zijn verliezen en gelijkspelen niet gewend.’

Toen Hurley-coach Albert Kees Manenschijn drie minuten voor tijd zijn keeper Maartje Kaptein naar de kant haalde voor een extra veldspeler, hing er iets in de lucht. Hurley rook bloed, nadat ze op 3-2 waren gekomen. Den Bosch wankelde, maar bleef overeind – opgelucht, maar nog altijd zoekend naar zekerheid.

De landskampioen oogt dit seizoen kwetsbaar. De ploeg die jarenlang door de competitie denderde, voelt nu voor het eerst hoe het is om zelf geraakt te worden. Een paar weken geleden tegen Amsterdam liep Den Bosch vol op een muur, hoewel ze beter speelden. De nederlaag tegen Bloemendaal was een kras op het imago: nog nooit verloor een kampioen van een promovendus. En het gelijkspel tegen Rotterdam voelde als zout in de wonden. ‘Misschien zijn we nu wel een middenmoter’, mopperde Maartje Krekelaar toen. 

Frédérique Matla en Maartje Krekelaar in een drukke Hurley-cirkel. Foto: Bart Scheulderman

‘Het is allemaal even wennen’, vertelt Frédérique Matla na de driepunter tegen Hurley, dat als een opluchting voelde. Den Bosch was in de eerste helft heer en meester (en stond na een kwartier al op 2-0), maar wankelde na rust. ‘Ik zeg niks geks, als ik zeg dat het al weken niet loopt. We missen met Laura Nunnink en Emma Reijnen twee basisspelers. Dat hakt erin. We moeten op andere posities de boel opvullen. We hebben dezelfde selectie als vorig seizoen, maar er zijn echt wat dingen veranderd. Er spelen ook randzaken. Persoonlijke dingetjes. Als je dat allemaal bij elkaar optelt, dan is het niet vanzelfsprekend dat het weer gaat zoals altijd’, verklaart ze. 

‘Vechten voor de punten’ 

Matla is eerlijk en durft in de spiegel te kijken: ook bij haar draait het dit seizoen nog niet zoals ze wil. ‘We zijn verliezen en gelijkspelen niet gewend. Als je bij Den Bosch speelt, moet je elke wedstrijd winnen. Eerste worden in de competitie. Ik miste soms wel eens de uitdaging als je op tachtig procent ook wint. Het kan saai zijn om met 6-0 te winnen. Dat zeg ik eerlijk. Maar dit seizoen moeten we echt vechten voor de punten.’

Ze vergelijkt dit seizoen met eerdere jaren, toen seizoenen meestal eindigden met in haar armen een grote beker. ‘We hebben toen ook baggerwedstrijden gespeeld. Maar trokken ‘m altijd nog over de streep. Met wat geluk’, vertelt ze. Ze haalt een gevoel aan dat nu ontbreekt. ‘Je wist toen gewoon altijd: dit komt toch wel goed.’ Maar dit seizoen gaan dingen niet vanzelf goed. Hoe dat precies komt, weet ze niet. Hoe kan iets wat er altijd was er nou ineens niet meer zijn? ‘Het is dit seizoen niet vanzelfsprekend dat het onze kant op valt. We hebben het geluk of de overtuiging niet. En soms de kwaliteit niet. Dat kan frusterend zijn. We hebben geen controle. Je wil ook iets triggeren waardoor het weer gaat lopen. Dat is ook moeilijk, ook buiten het veld.’

Foto: Bart Scheulderman

Er zijn de afgelopen weken aan de Oosterplas behoorlijk wat gesprekken gevoerd. In grote gezelschappen of juist kleine groepjes. Er werden beelden bekeken en later besproken en geprobeerd de vinger op de zere plek te leggen. ‘Die gesprekken waren soms ook best hard’, vertelt de spits. ‘Dat mag ook. Kijk naar de wedstrijd tegen Rotterdam: er waren echt een paar dingen die beter moesten. Maar het is ook een bepaalde mindset’, vertelt ze. ‘Voel je de urgentie als je een kans krijgt? Want zoveel creëren we niet. Dus ook hockeyend is er een aandachtspunt. Als het even tegenzit, zijn we dan bang om te verliezen? Of willen we winnen? Daar moeten we aan wennen. Dat gevoel kennen we niet. Dit seizoen gaat het niet op tachtig procent. Dingen komen niet vanzelf goed.’

Als het even tegenzit, zijn we dan bang om te verliezen? Of willen we winnen? Dit seizoen gaat het niet op tachtig procent. Dingen komen niet vanzelf goed. Frédérique Matla

Achtste worden en geen play-offs spelen? 

Maar als er iemand niet wakker van ligt, dan is het Matla. Niet omdat het haar niet interesseert, maar omdat ze – nuchter als ze is – als geen ander kan relativeren. ‘Ik kan hockey kleiner maken dan dat het is. Wat is het ergste dat kan gebeuren? Dat we achtste worden en geen play-offs spelen? Dat moet je natuurlijk een beetje nuanceren, maar zo bedoel ik het wel. Ik neem het niet met me mee naar huis. Ik doe mijn uiterste best. En ik weet dat ik ook niet mijn sterkste seizoen speel. Maar dat is voor mij niet erg. Het is alleen jammer voor het team als iedereen dat een beetje heeft.’

De sleeppush zonder twijfel. Foto: Bart Scheulderman

Dan komt ze tot de kern: vertrouwen. Iets waar de vrouwen van Den Bosch altijd van bulkten en finales mee wonnen, maar waar het dit seizoen aan ontbreekt. ‘Er sluipt bij iedereen een bepaalde twijfel in. Normaal heb je altijd het vertrouwen van: het komt wel goed. En nu weet je dat het niet goed kan komen’, vertelt ze. ‘De gedachte van het zal toch niet. Dan ben je eigenlijk net te ver van waar je wil staan. Dat moeten we zien te doorbreken. We zijn veel te goed voor die onzekerheid.’

‘Twijfel dit seizoen aan mijn eigen corner’ 

Zelfs in het spel van ijskonijn Matla sloop de afgelopen weken wat onrust. Want ook spitsen met haar status en klasse kunnen hun twijfels hebben. ‘Ik twijfel dit seizoen aan mijn eigen corner, terwijl ik weet dat ik een goede corner heb. Door die gedachte ga ik ook niet met volle overtuiging pushen’, is ze eerlijk. ‘Dat had ik bijvoorbeeld ook tegen Bloemendaal. Kreeg ik veel corners, maar durfde ik niet voor mezelf te kiezen. Als het niet loopt, heb je minder vertrouwen in je eigen bal. Dat mag iedereen weten.’

Ik twijfel dit seizoen aan mijn eigen corner, terwijl ik weet dat ik een goede corner heb. Door die gedachte ga ik ook niet met volle overtuiging pushen. Als het niet loopt, heb je minder vertrouwen in je eigen bal. Dat mag iedereen weten.

 

De opluchting zat zondagmiddag niet alleen in de drie punten, maar ook in haar doelpunt: een rake sleeppush, haar 196ste treffer in de Hoofdklasse. ‘Ik moet op het veld aan staan en laten zien dat mensen op me kunnen rekenen. De corner maak ik niet te groot. Als ik mijn ritme houd, gaat het vanzelf lopen.’ Ze moet lachen. ‘Of ik de 200 haal voor de winterstop? Dat lijkt me een mooi doel. Hopelijk kan ik mijn team daarmee een paar plekken omhoog helpen.’

De reactie van coach Marieke Dijkstra. Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.


Wat vind jij? Praat mee...