Marc Lammers: ‘Nieuwe leiders kun je ook maken’
Sinds de Olympische Spelen in Rio hebben al acht dames, waaronder Maartje Paumen, Naomi van As en Ellen Hoog, hun vertrek aangekondigd bij Oranje. Bondscoach Alyson Annan mist bijna duizend interlands en vier FIH-speelster van de wereld-titels. Hoe moet het verder met Oranje? In deze serie vragen we ervaringsdeskundigen naar hun mening. Vandaag: coach Marc Lammers, die na de Spelen in 2004 ook een groot deel van zijn selectie zag stoppen maar twee jaar later wel goud pakte op het WK en vier jaar later de Olympische Spelen van Peking won.
Mijntje Donners, Ageeth Boomgaardt, keeper Clarinda Sinnige, Mascha van der Vaart, Maartje Scheepstra en Lieve van Kessel. De lijst met speelsters die na de zilveren medaille op de Spelen van Athene afscheid nam van Oranje was indrukwekkend. Oranje boette in aan ervaring en kwaliteit.
Voor coach Marc Lammers geen reden, zo zegt hij als hij terugkijkt op die periode, om bij de pakken neer te gaan zitten. ‘We hebben tegen elkaar gezegd: we zijn kwaliteit kwijt, dan moeten we allemaal maar een stapje meer doen. Vedetten hadden we niet. Dat is een prima bodem om een nieuw team te starten. We waren met zijn allen verantwoordelijk’, vertelt Lammers.
Nederlands Schaduwteam
In zijn periode als bondscoach bestond het Nederlands Schaduwteam nog, waar speelsters die te oud voor Jong Oranje waren, maar nog geen plek in het grote Oranje hadden, in speelden. ’Als ploegen naar Nederland kwamen en wilden oefenen tegen ons, moesten ze ook tegen het schaduwteam spelen. Ik was als bondscoach nauw betrokken bij dat team, net als bij de andere jeugdselecties. Daardoor kon ik na Athene de boel redelijk snel op de rit krijgen. Dat schaduwteam is later afgeschaft. Wellicht dat dat nu een probleem kan worden. Wat je kan doen om dat te ondervangen is nu eens andere spelers een kans te geven, zoals Alyson ook doet met die trainingsgroep.’
Nieuwe leiders maken
Na het afscheid van natuurlijke leiders als Donners en Boomgaardt moest Lammers op zoek naar nieuwe aanvoerders. ‘Nieuwe leiders kan je maken’, meent de voormalig coach. ‘In tegenstelling tot de jaren ervoor, legde ik de verantwoordelijkheid veel meer bij het team, bij Janneke (Schopman, red.), Minke (Booij, red.) en Fatima (Moreira de Melo, red.). Zij kregen van mij het volle vertrouwen om de teambesprekingen te leiden en mee te denken over de strategie.’
Als Annan het advies van Lammers opvolgt doet ze er goed aan nu haar nieuwe leiders zelf te kiezen. Carlien Dirkse van den Heuvel is een logische keuze, maar de vraag is of zij nog tot en met Tokio doorgaat. Desgevraagd antwoordt Lammers dat hij in de Bossche Marloes Keetels en Lidewij Welten de nieuwe aanvoerders van Oranje ziet.
Hiërarchie ontstaat tijdens de winterstage
De aanpak van Lammers na Athena leidde tot succes. In de jaren die volgden werden zowel de Champions Trophy, het wereldkampioenschap in Madrid als de Olympische Spelen van Peking gewonnen. In een eerder interview gaf Lammers aan in Athene de beste hockeyers geselecteerd te hebben, terwijl hij voor de Spelen in Peking op zoek ging naar unieke kwaliteiten. Speelsters die in dienst van de ploeg konden spelen. Lammers: ‘De basis voor het nieuwe team is tijdens de eerste wintertrainingsstage na de Spelen van Athene gelegd. Daar gingen we met een brede selectie naar toe. Mijn doel van die stage was het vinden van complementaire spelers. Als Booij, Smabers en Schopman mijn belangrijke spelers zijn, hoe bouw ik daar dan een team omheen? Het is goed dat de olympiagangers rust krijgen na de Spelen, zoals nu ook gebeurt. Maar op de trainingsstage in januari moeten ze mee. Daar gaat de nieuwe hiërarchie ontstaan.’
1 Reactie
BobvanWoerkom
dat ze er zijn weet ik zeker maar ze moeten het zelf ook willen en zien als en uitdaging en dus er voor gaan.[k wens deze speelsters er veel succes.