Minke Booij: ‘Lidewij verdient voortrekkersrol’

Sinds de Olympische Spelen in Rio hebben acht dames, waaronder Maartje Paumen, Naomi van As en Ellen Hoog, hun vertrek aangekondigd bij Oranje. Hoe moet het verder met Oranje? We vragen ervaringsdeskundigen, bij zowel de Oranje mannen als de vrouwen, naar hun mening. Vandaag: Minke Booij (227 interlands), die na de zilveren medaille in Athene (2004) onder anderen teamgenoten als Mijntje Donners, Ageeth Boomgaardt, Clarinda Sinnige, Macha van der Vaart en Lieve van Kessel zag stoppen.

De situatie van twaalf jaar geleden doet sterk denken aan de huidige. Teleurstelling na een zilveren medaille op de Olympische Spelen en een groot aantal belangrijke internationals dat stopt. ‘Maar dat is élke vier jaar zo’, meent Booij. ‘Ik snap daarom ook niet waar al die paniek vandaan kwam naar aanleiding van het stoppen van deze generatie. Het is namelijk niet zo ingewikkeld. Na elke Spelen nemen mensen afscheid. Daar werk je als team naartoe. Bovendien was het twaalf jaar geleden het startschot voor een uiterst succesvolle periode van het Nederlands elftal. Dat zou het nu ook weer kunnen zijn.’

Minke Booij en Naomi

Booij (in het midden) met de gouden groep van Peking 2008

De zeven van Athene

Vlak na het zilver in Athene volgde in december de Champions Trophy in Rosario. ‘Bij dat toernooi waren we nog met zeven over van Athene. Met die groep zijn we toen samen gekomen en spraken we af dat als wíj in ieder geval een bepaald niveau haalden, we dan tenminste niet uit de Champions Trophy-groep zouden degraderen. Dat kon toen nog. We waren niet bezig wie Mijntje of Ageeth moest vervangen. Net zoals Oranje nu niet op zoek moet naar ‘de nieuwe Maartje Paumen’. Die bestaat namelijk niet.’

De zeven van Athene werden door bondscoach Marc Lammers aangevuld door onder anderen de toen nog piepjonge Paumen, Ellen Hoog en Naomi van As, maar ook namen als Saskia Fuchs en Jakolien van Eijk. ‘Dat waren meiden die het bij hun club goed deden, maar ooit de aansluiting vanuit de Nederlandse jeugd met het grote Oranje gemist hadden. Het was mooi dat wij als gevestigde orde weer van die nieuwe internationals konden leren. Zij keken hun ogen uit in Argentinië, terwijl wij na tig jaar dachten dat het allemaal normaal is.’

Fatima Moreira de Melo, Minke Booij

Fatima Moreira de Melo, Minke Booij

Nieuwe cyclus, nieuwe kansen

Dat is wat Booij wil benadrukken over deze nieuwe olympische cyclus. Natuurlijk is het jammer dat gevestigde namen stoppen, maar het biedt ook kansen voor nieuwelingen en voor de routiniers om een andere rol te pakken. ‘Het is een frisse start. De verhoudingen verschuiven en dat is gewoon heel erg leuk. Ik was in Sydney (OS van 2000, red.) nog een rechtsachter die lang niet altijd zeker was van haar plek. In Athene stond ik centraal achterin en in Peking was ik aanvoerder. Maar ook bijvoorbeeld Miek van Geenhuizen, Janneke Schopman, Minke Smabers en Fatima Moreira de Melo kregen na Athene een belangrijkere rol binnen het team. De één binnen de lijnen, de ander erbuiten.’

Nieuwe leiders zullen ook nu weer vanzelf opstaan, maar ze moeten wel het vertrouwen krijgen volgens Booij. ‘Als je verwacht van speelsters dat ze belangrijk worden voor het team, dan moet je daarover duidelijk zijn naar hen. Voor het huidige team denk ik vooral aan Lidewij Welten en Marloes Keetels. Ik ken ze natuurlijk via Den Bosch. Zij hebben ook aangegeven zich voor de komende vier jaar te willen committeren. Marloes valt misschien niet altijd even veel op, maar zij en Lidewij zijn ontzettend belangrijke spelers.’

Lidewij Welten

Over de rol van haar oud-teamgenoot Welten heeft Booij sowieso wat vragen. ‘Ik vind het jammer dat we Lidewij nog niet in een voortrekkersrol gezien hebben in Oranje. Of ze die nog nooit van de bondscoach gekregen heeft, weet ik niet. Daarvoor sta ik er te ver vanaf. Wat in een team gebeurt, weet je als buitenstaander natuurlijk nooit. Voor de buitenwereld was in elk geval niet duidelijk dat zij die verantwoordelijkheid had. Het ging in en na Rio nog altijd over de ‘Big 5’. Of die nou wel of niet bestond; hoe kan het dat één van je belangrijkste speelsters daar niet eens in genóémd wordt? Dan klopt er naar mijn idee iets niet in de hiërarchie. Lidewij hoeft niet per se de band te dragen, maar ze moet wel de waardering voelen en de erkenning krijgen om die voortrekkersrol op te pakken. Ze zal er niet om vragen.’

Minke Booij, Sophie Polkamp, Naomi van As, Eveline de Haan, Lisanne de Roever

Minke Booij, Sophie Polkamp, Naomi van As, Eveline de Haan, Lisanne de Roever

 

Ook in deze serie


1 Reactie

  1. Topkeepertje

    Ik heb Minke Booij heel erg hoog zitten na ons gesprek op de trap bij HC Den Bosch maar ze moet zelf toch ook gezien hebben dat Lidewij Welten samen met Naomi van As de absolute de LEIDERS op het veld van Oranje waren in Rio naast een uitstekende keeper . De rest speelde gewoon onder hun nivo m.n. Verschoor en Dirkse van de Heuvel toch beide dragende speelsters bij hun club en die voor Rio toch een goed seizoen gedraaid hadden . Ra ra hoe komt het dat juist zij faalden ? Als Lidewij Welten na elke wedstrijd de hemel in geprezen wordt krijgt zij genoeg waardering . En meestal is het zo dat een leider in het veld ook een leider buiten het veld is . Daarnaast is een super keeper erg belangrijk voor het team . Ik zie het probleem meer in de technische staf m.n. Alison Annan misschien werkt een mannelijke coach toch beter bij de dames . Verder mis ik in het stukje wel de naam van Susan van der Wielen . Verder zou ik Minke Booij graag in een functie zien bij Oranje of de KNHB .


Wat vind jij? Praat mee...