Lambert Stumpel (86) pleit voor meer opa’s en oma’s op hockeyclubs

De 86-jarige Lambert Stumpel is onder andere als wedstrijdsecretaris en zaalscheidsrechter nog bijzonder actief voor hockeyclub ‘t Spandersbosch. Hij houdt daarmee zijn overleden dochter, die ook een groot hart had voor de club, in ere, vertelt hij. En bovendien vindt hij het gewoon leuk. ‘Je blijft sociaal bezig want je ontmoet heel veel mensen. En het is nuttig voor de club. Er zouden veel meer opa’s en oma’s vrijwilliger kunnen zijn bij hockeyclubs. Ouders hebben het vaak al zó druk.’

Stumpel heeft er bijna een baan aan. Bij ‘t Spandersbosch is hij wedstrijdsecretaris Jongste Jeugd, drie keer in de week staat hij achter de bar, hij begeleidt nieuwe scheidsrechters op het veld én hij fluit zelf ook nog wedstrijden in de zaal. ‘Als scheidsrechter moet je voor de bal kunnen blijven’, vertelt hij. ‘In de zaal zijn de afstanden wat kleiner, dus dat lukt nog wel.’ Lachend: ‘Maar op het veld red ik dat niet meer.’

Jonge scheidsen enthousiasmeren

In plaats daarvan neemt hij nu jonge veldscheidsrechters onder zijn hoede. ‘Veel jongeren zijn bang om te gaan fluiten. Voor de reacties, dat soort dingen. Ik probeer ze te leren dat het belangrijk is om hard te fluiten en duidelijk te wijzen. En als ze beter willen worden moeten ze kijken naar goede scheidsen, bijvoorbeeld van Dames 1 of Heren 1.’ Het imago van fluiten baart hem zorgen en hij doet er dan ook alles aan om dat te verbeteren. ‘Het is echt een sport hoor, zeg ik altijd. Je maakt veel meters en je beleeft de wedstrijd ook mee. Het is een mooie taak om ervoor te zorgen dat de wedstrijd goed verloopt. Fluiten is een heel sociaal iets.’

In zijn jonge jaren speelde Stumpel zelf fanatiek. Eerst bij het Bredase Push en daarna bij Son en Breughel. ‘Dat was op gras en een heel ander spelletje dan het hockey van nu. De ballen sprongen vaak weg, dus je was al blij als je hem had’, lacht hij. ‘Ik denk dat we toen maar over de helft van de techniek beschikten dan dat je tegenwoordig in het hockey ziet. Door het kunstgras is er veel meer mogelijk en is het spel ook veel sneller geworden.’

Nieuwe regels

Stumpel houdt het op zijn 86ste in ieder geval allemaal nog nauwgezet bij. De nieuwe regels in de zaal bijvoorbeeld? ‘Ja, die zijn er. Dus die moet je als scheidsrechter toepassen’, zegt hij, zijn schouders ophalend. ‘Maar ik fluit wel de eenvoudige teams hoor’, lacht hij. ‘De MD4 is natuurlijk wat anders dan de JA1.’ De uitdaging als scheidsrechter in de zaal is dat je niet moet toelaten dat het veldhockey meegenomen wordt de zaal in, vindt Stumpel. ‘En daarbij heb je soms kwesties die op interpretaties berusten. Je mag bijvoorbeeld alleen pushen, maar sommige kinderen maken er bijna een halve schuifslag van.’

En of dat allemaal nog niet genoeg is staat Stumpel op maandagavond achter de bar en houdt hij ook op woensdagmiddag en vrijdagmiddag, wanneer de jongste jeugd traint, het clubhuis open. Voor de jongste jeugd is hij ook wedstrijdsecretaris, en plant hij alle wedstrijden in. ‘Dan kan ik goed met mijn computer oefenen’, stelt hij. ‘Ken je het LISA-systeem? Dat is handig hoor.’ Hij laat het zien, op de kamer in zijn appartement die hij omgedoopt heeft tot zijn kantoor. Hoeveel uren erin gaan zitten, dat heeft hij nooit bijgehouden, zegt hij. ‘Het is een kwestie van hollen of stilstaan. Als er velden afgekeurd worden is het bijvoorbeeld heel druk, soms ’s ochtends om kwart over zeven al. Dat is ellendig.’

Dochter overleden

Toch doet Stumpel het allemaal met veel plezier. Op de vraag waarom hij zo betrokken blijft bij de club noemt hij het sociale aspect. Maar er is een dieper liggende reden. Stumpel is even stil. ‘Mijn dochter Kristel is een aantal jaar geleden overleden. Zij was een enthousiaste speelster bij Spandersbosch en coachte ook veel. Ze had hart voor de club.’ Hij slikt even. ‘Ik probeer haar ook te representeren in wat ik doe.’ En dus kijkt hij ook altijd naar de wedstrijden van Heren 1, waarin zijn kleinzoon Jons speelt en slaat hij geen enkele wedstrijd van Dames 1 over.

Meer opa’s en oma’s

Toch is Stumpel één van de weinige ouderen op de hockeyclub. En dat kan anders, vindt hij. ‘Er zijn zóveel taken binnen zo’n club’, weet hij. ‘Het is toch een beetje een klein dorp.’ De ouders pakken veel op, maar die hebben het volgens Stumpel vaak al erg druk. ‘De kinderen van tegenwoordig hebben eerst hockeytraining, dan balletles en dan huiswerkbegeleiding. Die ouders moeten daar ook helemaal dol van worden’, lacht hij.

Terwijl de gepensioneerde opa’s en oma’s wellicht meer tijd hebben. ‘Ik denk dat je, met name de kleine karweien, goed aan opa’s en oma’s kunt uitbesteden. Zolang ze niet teveel mankeren natuurlijk.’ Zelf is hij op zijn 86ste nog bijzonder kwiek. Lachend: ‘Maar aan mij hebben ze ook al heel wat af geopereerd hoor.’ Hij wil in ieder geval nog een tijd doorgaan met zijn vrijwilligersactiviteiten. ‘Zo lang als het gaat en het voor de club nog handig is ga ik door. Ik vind het veel te leuk om te stoppen.’

1 lambert


Wat vind jij? Praat mee...