Keeper Jaap Stockmann is de volgende in de rubriek ‘Zonder bal en stick’, waarin de Oranje Heren en Dames openlijk vertellen over hun leven buiten de lijnen. Jaap werd 5 keer kampioen met Bloemendaal en is met zijn 31 jaar de oudste international. Wie schuilt er onder die keepershelm? Jaap vertelt.
‘Ik zeg altijd: als keeper ben je een individuele sporter binnen een team. Je doet iets heel anders. De jongens doen krachttraining of judo op momenten dat ik keeperstraining doe. Jammer dat ik dat mis! In de wedstrijd heb je een heel andere belasting. De veldspelers moeten superfit zijn, die rennen 12 kilometer per wedstrijd. Ik moet optimaal geconcentreerd zijn en mag blij zijn als ik 1 kilometer haal.
’Die staat van concentratie, van totale focus, kun je in de training proberen te bereiken, maar dat is heel moeilijk. Een groot deel is ervaring. Weten hoe je jezelf voorbereidt op wedstrijden en op toernooien. Daarin speel je veel wedstrijden in korte tijd waarin je telkens die focus moet hebben. Dat leer je met de jaren. Keepers zijn over het algemeen heel wisselvallig door het gebrek aan ervaring. Ervaring is het allerbelangrijkst. Kijk bijvoorbeeld naar Edwin van der Sar. Toen hij stopte op zijn 38ste , zat hij op de top van zijn kunnen.’
Geduld
‘Bij het Nederlands Elftal heb ik de eerste 5 jaar op de bank gezeten. In die tijd wilde ik niets liever dan eerste keeper zijn. Achteraf denk ik dat die periode ‘in de wacht’ superleerzaam is geweest. Het heeft me gevormd en was ik verder op het moment dat ik eerste keeper werd. Op de bank leer je één van de belangrijkste eigenschappen voor een keeper: geduld hebben.’
Beste van de wereld
De wereldhockeybond FIH riep Stockmann in 2014 uit tot beste keeper van de wereld. Ook op het WK in 2014 werd hij gekroond tot beste doelman. ‘Aan de ene kant is het een mooie individuele erkenning. Als je wordt gekroond tot de beste in je discipline, dan is dat echt een eer. Aan de andere kant is een teamprestatie mij meer waard. Zoals het winnen van het EK. Met het WK was ik de beste keeper, maar ik had daar liever goud gewonnen met het team.’
Bloemendaal
Jaaps club Bloemendaal heeft een stroeve start in de competitie en bezet vooralsnog de achtste plaats. Dat is hij niet gewend. ‘In 2010 werden we voor het laatst kampioen. De competitie is de laatste jaren iets sterker geworden. Vroeger had je 2 of 3 toppers en de rest van de wedstrijden won je wel. Nu heb je een top 6 van teams, allen met internationals, die allemaal van elkaar kunnen winnen. Dat is leuk voor de competitie, maar het is moeilijker om kampioen te worden.’
Als ervaren speler in het team is Jaap een voorbeeld voor de anderen. ‘Vroeger hield ik in het veld te veel rekening met hoe mensen aangesproken willen worden. Met de jaren ben ik wel wat veeleisender geworden. Iedereen moet doen wat goed is voor het team en wat we afgesproken hebben. Als dat niet gebeurt, dan wijs ik diegene daar op.’
Sticks voor India
In de zomer van 2015 arriveerde een Nederlandse container vol met hockeyspullen in India. Wat begon als een bescheiden gebaar van een Nederlandse tophockeyer die 3 seizoenen lang in de India Hockey League zijn keeperskunsten vertoonde, eindigde in een ‘buitenproportionele’ klus. ‘Het begon toen ik voor het eerst in India was. Teamgenoten vroegen aan mij of ze mijn schoenen mochten hebben. Ik dacht: als deze gasten al moeite hebben om aan sticks en schoenen te komen, hoe moet dat dan met kinderen?’
‘In eerste instantie was het een klein idee. Maar op een geven moment hadden we bij 50 clubs in Nederland inzamelbakken staan en waren er stickmerken die complete partijen aanboden. Op een school, een sportwinkel en bij mijn keeperskamp werden spullen ingezameld.’ Het idee ‘Ik ga gewoon wat spullen inzamelen’ werd iets groter.’
‘Voor ik het wist had ik een hele container vol en moest ik dingen afzeggen. Toen duurde het nog anderhalf jaar voor de container naar India ging. We hadden toestemming van de Indiase douane nodig om te importeren. Gelukkig had de sponsor een mannetje in Mumbai die rechtstreeks met de douane kon schakelen. Dat was mij natuurlijk nooit gelukt. In de tussentijd moesten we alles nog 3 keer verplaatsen. Maar toen ik uiteindelijk die foto’s zag met al die spullen daar ter plaatse…. Nog steeds krijg ik foto’s uit India van kids met die spullen. Daarvoor doe je het.’
Hans Klok
Als Jaap gevraagd wordt welke sporter hij weleens zou willen ontmoeten, vraagt hij of het ook een niet-sporter mag zijn. Juist om sport te vergelijken met andere artiesten of beroepen, zoals een dirigent of een advocaat. ‘Ik vind Hans Klok een legendarisch figuur. Echt intrigerend hoe zo iemand zich voorbereidt op het moment dat hij moet ‘shinen’. Eigenlijk doet Hans maar een trucje. Maar dat doen wij als hockeyers ook. Het zijn wel hele knappe trucjes. Want zelfs als ik weet hoe het werkt, doe ik het hem niet na. Zoveel vingervlugheid. En dan tegelijkertijd het publiek bespelen. Prachtig.
Leven na hockey?
‘Blij zijn en gelukkig blijven. Ik geniet van het leven zoals het nu is. Naast het hockey heb ik een leuk bedrijfje en woon ik samen met mijn vriendin. Die dingen houden me wel redelijk van de straat. Ik vind het lekker om naast het hockey rust te pakken en lekker te werken. Ergens anders mee bezig te zijn. Dan kom ik fris op het hockeyveld.
Droom?
‘Ja, Olympisch goud. Dat is een hele makkelijke. Maar los van die Olympische medaille doen tastbare prijzen me niet zo veel. Al die landskampioenschapsmedailles zitten in een mand. En die blijft gesloten. Het gaat om wat er in mijn hoofd zit: de herinneringen. Die blijven en daar doe je het allemaal voor.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.