Recente berichten

  1. Waarom de pass van Brouwer zoveel harder is: ‘Dit is verslavend’

    1 Comment

    Het leek er twee jaar geleden op dat Amber Brouwer (22) zich op mocht maken voor haar allereerste wereldtoernooi. Maar vlak voor het eindtoernooi van 2023 in Chili viel de verdediger alsnog af: haar laatste kans op een hoogste podium. Althans, dat dacht ze. Want hoewel hockey nog altijd op nummer één staat, verschijnt de speelster van Oranje-Rood eind juni toch op het WK. Niet met bal en stick, maar tijdens het wereldkampioenschap Hyrox in Stockholm.

    Toen Amber Brouwer afgelopen winter voor het eerst geen programma had met nationale jeugdselecties (ze was simpelweg te oud) en besloot om ook niet te gaan zaalhockeyen, was ze op zoek naar iets om fit te blijven. Want drie maanden op de bank hangen zag ze niet zitten. Toen vertelde iemand haar over Hyrox. Iets waar ze nog nooit van had gehoord. Dat is ook niet gek, want Hyrox is een relatief nieuwe fitnessrace die wereldwijd aan populariteit wint. De sport combineert hardlopen met functionele krachtonderdelen en is bedacht door Moritz Fürste, oud-international van Duitsland en tweevoudig olympisch kampioen. ‘Dat hoorde ik later pas’, lacht Brouwer. 

    ‘Ik kan me mijn eerste race nog goed herinneren. Kwam binnen, keek om me heen en dacht echt: wat moet ik tussen al deze beesten’, terwijl ze haar gedachten van toen omschrijft, lacht ze. ‘Ik dacht echt dat ik er totaal niet thuis zou horen. Maar we eindigden meteen in de top 10, dat was veel beter dan ik had verwacht. Als hockeyer heb je met Hyrox wel echt een streepje voor. Je hebt gewoon een goede basis. Dus dat het bedacht is door een oud-international, is zeker geen toeval.’

    Amber Brouwer tijdens de Hyrox in Utrecht.

    Hyrox als geheim wapen voor de snoeiharde pass

    Ze werd langzaam verliefd op Hyrox, maar besloot wel: hockey blijft haar nummer één. De aanvankelijke nieuwsgierigheid werd serieus doorzettingsvermogen. Brouwer combineerde Hyrox-trainingen met het reguliere hockeyprogramma van Oranje-Rood. Toen ze na haar eerste winter met haar fitnessavontuur terugkeerde bij Oranje-Rood, wist ze niet wat ze meemaakte. ‘Ik voelde me zo fit. Ik kon echt blijven rennen. We deden tijdens de allereerste training na de winterstop een passoefening. Ik speelde mijn eerste paar ballen echt zo snoeihard, dat ik echt dacht: wat is dit. Het ging zoveel harder dan ik gewend was. Dit is verslavend.’ 

    Misschien is haar nieuwe passie wel al eerder ontstaan. Ze doorliep na haar piepjonge hockeydebuut bij Uden alle jeugdselecties bij Den Bosch en speelde er drie jaar in het eerste team. Veroverde allerlei titels, maar ze voelde als geen ander de consequentie van het succes. ‘Ik speelde daar met de besten van de wereld. Kwam daarom ook niet verder dan 10 tot 20 speelminuten per wedstrijd. Terwijl je de hele week keihard traint’, vertelt ze. ‘Ik heb er mega veel geleerd, maar besloot dat als ik ooit nog iets wil halen, ik speelminuten nodig heb.’ Die vond ze bij Oranje-Rood. En dat ‘iets’, bleek Hyrox. 

    Hyrox een welkome afleiding in een zwaar seizoen

    Maar ook in Eindhoven is het niet altijd even makkelijk. Want hoewel de verdediger blij is met de minuten en de waardering, baalt ze van de resultaten. Oranje-Rood staat laatste met maar één gewonnen wedstrijd. ‘Het is niet leuk om zoveel tegenslagen te hebben. Ik heb er echt vertrouwen in dat het ons in de tweede seizoenshelft gaat lukken, maar het is wel lastig. Het liep gewoon niet zoals we hadden gehoopt. Bovendien ben ik een heel slechte verliezer.’

    Brouwer samen met haar Hyrox-maatje.

    Hyrox bleek dus een welkome afleiding in een seizoen dat op het veld soms zwaar was. Want hoewel de resultaten in Eindhoven flink tegenvielen, boekte ze wel fitness-succes. Samen met haar Hyrox-partner schakelde ze een coach in die een programma maakte dat precies aansloot op haar hockeytrainingen. Ze sportte soms wel meer dan twintig uur per week: ’s ochtends vroeg hardlopen, overdag studie en stage, ’s middags hockeytraining. En tussendoor nog wat krachttraining. Ze lacht: ‘iedereen verklaarde me voor gek’. Maar het harde werk betaalde zich uit: tijdens een recente wedstrijd in Utrecht finishten ze eerste in hun leeftijdscategorie (onder 24 jaar) en kwalificeerden zich voor het WK in Stockholm. ‘Ik heb meteen de hockeyagenda erbij gepakt om te kijken of ik wel kon,’ lacht ze. ‘Zelfs als we play-outs moeten spelen, wat ik absoluut niet hoop, past het precies.’

    Alsnog een WK voor Brouwer

    Haar mondiale doel? Een plek in de top 10. ‘Dat betekent dat we in de buurt van de sub-57 moeten komen. Dus een eindtijd onder de 57 minuten. Ik heb geen idee of het haalbaar is.’ Maar dat ze niet kan wachten, is zeker. ‘Eigenlijk klopt het zo perfect. De periode van de nationale jeugdteams ligt achter me. Normaal had je daar altijd een programma in de wintermaanden. Bleef je dus automatisch fit.’ Met een knipoog: ‘al die jaren in de jeugd van alles mee mogen maken, maar ik heb van alle toernooien alleen geen WK gespeeld, dan maar op deze manier.’

    Wat Brouwer betreft mag het al maart zijn. Om op de eerste plaats met Oranje-Rood te laten zien wat het waard is. Want ze is er zeker van dat haar ploeg veel beter kan. ‘Ik hoop dat ik mijn corner meer kan laten zien. Dan kan ik tenminste bewijzen dat ‘ie ook echt harder en sneller is’, grijnst ze. Zonder play-outs in de Hoofdklasse blijven is het doel. En wanneer iedereen geniet van even wat rust, is het eindelijk tijd voor haar allereerste WK. ‘Wacht maar, dit werkt verslavend hoor’, lacht ze. ‘Mijn hele Instagram staat er vol mee, dus ik krijg af en toe ook wel eens berichtjes. Laatst een DM van een speelster van HGC, die met een teamgenoot wilde beginnen. Ze vroeg om wat tips’, vertelt Brouwer. Ze lacht. ‘Ik zei toch dat hockey en Hyrox een goede combi zijn?’

    De blijdschap bij de finish.

  2. Sander van de Putte tankt extra vertrouwen bij oude liefde Gooische

    Leave a Comment

    De talentvolle Sander van de Putte (19) maakte afgelopen zomer de overstap van overgangsklasser Gooische naar topclub Kampong, maar was afgelopen zondag in de zaal gewoon weer te bewonderen in het shirt van zijn jeugdclub. Met zijn oude ploegmakkers van Gooische kan Van de Putte even ontsnappen aan de pittige eerste seizoenshelft bij Kampong. ‘Het is fijn om bij je oude maten het ritme en het goede gevoel van de afgelopen weken door te trekken.’

    In sportcomplex T-kwadraat in Tilburg begon Gooische met twee nederlagen aan de nieuwe competitie in de Hoofdklasse Zaal. Tegen Klein Zwitserland (2-3) en HDM (3-5) trok de ploeg telkens aan het kortste eind, maar bij Van de Putte was van chagrijn geen spoor te bekennen. Integendeel: een glimlach bleef de jonge spelmaker de hele dag vergezellen.

    ‘Natuurlijk hadden we onze start qua resultaten graag anders gezien, maar we hebben eigenlijk prima gespeeld vandaag’, blikt Van de Putte aan het eind van de dag terug. ‘Op mij na spelen alle jongens van Gooische op het veld in de Overgangsklasse. Dan is het logisch dat je in de zaal moet schakelen als je ineens Hoofdklasse speelt. Het baltempo en de handelingssnelheid liggen veel hoger dan iedereen gewend is. Maar we hebben vandaag weer veel geleerd, dus dat is alleen maar mooi.’

    Sander van de Putte loert op een opening in het duel met Klein Zwitserland. Foto: Willem Vernes

    Toen Van de Putte afgelopen zomer gesprekken voerde met Kampong, hield hij al de optie open om tijdens de zaalperiode voor Gooische uit te komen. Dit idee kwam vorig jaar tijdens het goede zaalseizoen al bovendrijven. Die keuze pakt nu gunstig uit voor de tiener, want de eerste maanden bij de Utrechtse topclub vielen hem best zwaar. De stap van de top van de Overgangsklasse naar de top van de Hoofdklasse blijkt enorm en gaat gepaard met aanpassingen en het accepteren van een andere rol op het veld.

    Geduld als sleutelwoord

    Van de Putte: ‘Ik had bij Gooische een vrije rol, kon daar lekker mijn ding doen. Dat is natuurlijk bij Kampong heel anders. Daar hockey ik vooral in dienst van andere aanvallende spelers zoals Terrance Pieters en Duco Telgenkamp, van wie ik heel veel leer. Ik doe wat ik kan, ik merk dat ik beter word maar ik moet nog verder groeien om op dit niveau een vaste waarde te zijn. En geduld hebben. Het valt ook niet altijd mee om weinig speeltijd te krijgen, zeg ik eerlijk. Dat is balen. Ik heb daar met Tim [Oudenaller, coach van Kampong] over gesproken. Die heeft aangegeven waar ik me moet verbeteren en dat ik mijn tijd moet nemen om me verder te ontwikkelen.’

    Dat zijn zelfvertrouwen vorige maand een duwtje in de rug kreeg, hielp enorm. In de thuiswedstrijden tegen Oranje-Rood en Laren maakte Van de Putte zijn eerste twee doelpunten voor Kampong. ‘Dat voelde heerlijk’, zegt hij. ‘Het haalde wat druk weg. Ik wil graag bijdragen aan het team. Dan is het fijn om van de nul af te zijn.’

    De verdediging van Klein Zwitserland heeft de handen vol aan Van de Putte. Foto: Willem Vernes

    Terug in de comfortzone

    In de zaalcompetitie hoopt Van de Putte als speler van Gooische dat goede gevoel en het ritme voort te zetten. In de vertrouwde omgeving van Gooische, omringd door zijn oude hockeyvrienden, wil hij zichzelf klaarstomen voor de tweede seizoenshelft bij Kampong. Vorig seizoen verraste de Bussumse club vriend en vijand met een sterk jaar op het hoogste zaaltoneel. Tot de laatste speeldag bleef Gooische meedoen om de play-offs, al bleken uiteindelijk Pinoké en Bloemendaal net een maatje te groot.

    ‘Ik krijg veel vrijheid om mijn eigen spel te spelen’, zegt Van de Putte, die vorig seizoen samen met Coen Merkx clubtopscorer was met negen doelpunten. ‘Ik kan mijn acties maken en het team helpen onder de druk uit te hockeyen en het spel naar voren te brengen. Die rol, dat is wel wat hockey zo leuk maakt.’

    Of Gooische dit seizoen als buitenbeentje opnieuw hoge ogen gaat gooien op het hoogste niveau, durft Van de Putte niet te zeggen. ‘We hebben precies dezelfde groep, met veel handige jongens. We kennen elkaar al heel lang, zijn goed op elkaar ingespeeld en dat komt er juist in de zaal goed uit. Maar we gaan niet ineens naast onze schoenen lopen en roepen dat we voor de play-offs gaan. In de Hoofdklasse blijven, dat is en blijft ons doel.’

    Grote glimlach op het gezicht van Van de Putte, die bij Gooische het goede gevoel van vorig seizoen wil terugvinden. Foto: Willem Vernes.

  3. Na India weer thuis in de zaal: Burkhardt terug bij Amsterdam

    Leave a Comment

    Hij moest even inkomen, maar na één speeldag voelde het alweer vertrouwd. Boris Burkhardt is terug in de zaal bij Amsterdam. Vorig seizoen ontbrak hij. Een avontuur in India hield hem weg uit de Hoofdklasse Zaal en dus ook van de landstitel die zijn ploeggenoten zonder hem veroverden. Nu staat hij er weer. Met twee ruime overwinningen als start, een glimlach op het gezicht en dezelfde honger als altijd.

    ‘Het blijft een prachtig spel’, zegt Burkhardt na de openingsdag. ‘Ik ben er een tijdje uit geweest. Vorig jaar zat ik in India, dus het is weer even wennen. Maar zodra je bezig bent, merk je waarom zaalhockey zo leuk is.’

    Dat wennen zat vooral in de details. De korte polsbewegingen. Het tempo. De afstemming met ploeggenoten. ‘Patroontjes’, noemt hij het. ‘Hoe leg je een bal neer, hoe wil iemand hem one touch hebben. En bij corners. In de zaal gaat alles sneller, soms vliegt die bal ineens over je stick heen. Dat soort dingen moet weer in je systeem komen.’

    Na de winterstop op het veld dook Amsterdam na anderhalve week rust de zaal in. Het Starttoernooi in de week voorafgaand aan de eerste speeldag in de Hoofdklasse Zaal lieten de Amsterdammers links liggen. ‘Dat is een keuze van Teun [Rohof, coach]’, zegt Burkhardt. ‘In de voorbereiding doen we ook andere dingen. Daar zal hij zijn redenen voor hebben.’

    Boris Burkhardt in actie tegen Rotterdam in de Hoofdklasse Zaal. Foto: Bart Scheulderman

    Zaalfinale volgen in India

    Vorig seizoen volgde Burkhardt de titelwinst van Amsterdam op afstand. Vanuit India, waar hij in de Hockey India League speelde voor Soorma Hockey Club, probeerde hij de zaalfinale te volgen. Althans, zo goed als dat ging. ‘Slechte wifi, tijdsverschil, gedoe met een VPN. Ik heb het niet helemaal live kunnen zien.’

    Trots was hij wel op zijn teamgenoten. En eerlijk is eerlijk, ook een beetje jaloers. ‘Ik had wel FOMO’, zegt hij met een grote glimlach. ‘Natuurlijk had ik er graag bij willen zijn. Maar ik heb heel bewust voor India gekozen. En daar heb ik totaal geen spijt van.’

    Zes weken zat hij daar. In een totaal andere cultuur. Ver van huis. ‘Voor mij was dat echt een verrijking. Ik was nog nooit in India geweest en ook niet zo lang weg. Het was een geweldige ervaring. Maar niet iets waarvan ik dacht: dit ga ik elk jaar doen. Ik heb hier ook mijn werk en verplichtingen. Vorig jaar was gewoon het juiste moment.’

    Terug in Amsterdam treft Burkhardt een brede zaalselectie van achttien spelers. Tien van hen maakten vorig jaar de titelwinst mee, aangevuld met acht ‘nieuwe’ namen, waaronder ook oud-zaalinternationals Lucas Middendorp en Max Sweering en de Zuid-Afrikaan Dayaan Cassiem. ‘Soms is iemand een weekend niet beschikbaar. Dan is het fijn als je een grote groep hebt.’

    Heldere ambities

    De ambities zijn helder. ‘We nemen het altijd serieus. Het is niet een beetje meedoen. Het is alles of niets. Maar wel met veel plezier. Het zaalseizoen brengt een andere dynamiek. Andere jongens krijgen een andere rol. Dat maakt het bijzonder.’

    Daar komt dit jaar de EuroHockey Indoor Club Cup in Spanje bij. Waar bijvoorbeeld Rotterdam vorig seizoen afzag van deelname omdat het de voorbereiding op de tweede seizoenshelft op het veld zou verstoren, kiest Amsterdam er bewust voor om wél mee te doen. ‘Het is niet ideaal om veld en zaal te combineren, maar ik heb niet het gevoel dat het ten koste gaat van het veldseizoen. Sterker nog, ik denk dat het juist iets moois kan brengen. Het zijn bijzondere trips, waardevolle ervaringen.’

    Boris Burkhardt duelleert om de bal tegen Rotterdam tijdens de Hoofdklasse Zaal. Foto: Bart Scheulderman

    Op de eerste speeldag in het Utrechtse Sportcentrum Olympos liet Amsterdam meteen zien waar het wil staan. Met zeges op Rotterdam (7-2) en Tilburg (7-0) werd de toon gezet. ‘We gaan er vol voor’, zegt Burkhardt. ‘En dan kijken we waar het schip strandt.’

    Zelf genoot hij hoorbaar van zijn rentree, ook al ging niet alles perfect. Zo miste hij een strafbal tegen Tilburg. ‘Dat blijft even wennen. Kleiner doel, dikkere palen. In de zaal worden ze vaker gemist dan op het veld. Voor de stand maakte het niet zo veel uit.’

    Wat hij vooral herkende, was de spanning. ‘Zaalhockey is hectisch. Je staat drie of vier goals voor en je voelt je nog steeds niet veilig. Dat is buiten op het veld nog wel eens anders. Als je eenmaal in de zaal staat, wil je eigenlijk alleen maar spelen.’

  4. Vrouwen Den Bosch omarmen Europa Cup ondanks volle agenda

    Leave a Comment

    Met een pijnlijke nederlaag tegen HDM én een monsterzege op Huizen zijn de vrouwen van Den Bosch zondag aan de competitie in de Hoofdklasse Zaal begonnen. Het nieuwe seizoen tussen de balken moet voor de ploeg van coach Marieke Dijkstra uitmonden in deelname aan de play-offs om de landstitel én in winst van de Europa Cup, eind februari. ‘Meedoen aan dat toernooi is een beloning voor de meiden die de hele winter met elkaar in de zaal hebben gespeeld.’

    Den Bosch kreeg het startbewijs voor het Europese clubtoernooi in de schoot geworpen door de afzegging van Rotterdam, dat vorig seizoen nog ten koste van de Bosschenaren de landstitel veroverde. Waar de Rotterdamse club oordeelde dat een extra weekend zaalhockey de aanloop naar de tweede seizoenshelft te veel zou verstoren, ziet Den Bosch juist een kans om de zaalperiode met een knaller af te sluiten in het Poolse Swarzedz. Opvallend is de timing: precies een week later wacht in het Wagener Stadion de hoofdklassekraker tegen Amsterdam.

    Beloning voor de balkenbazen

    ‘Qua planning is het niet ideaal, laat dat duidelijk zijn’, erkent Dijkstra, die in 2022 met pijn in haar hart al eens een Europees avontuur moest laten schieten. ‘Maar je kunt het ook anders bekijken. Onze internationals spelen begin volgend jaar Pro League-wedstrijden in China, terwijl deze meiden de hele winter hier blijven. We zien deze trip als een beloning voor die groep. Zo’n toernooi kan een positieve boost geven aan het team en aan het proces dat ze samen doormaken. Je ziet dat de jonkies in de groep groeien en dat anderen ook weer stappen zetten. Je wordt er met zijn allen beter van.’

    Marieke Dijkstra met naast haar assistent-coach Austin Smith tijdens het duel met HDM. Foto: Willem Vernes.

    Door de Europa Cup heeft Dijkstra haar volledige veldselectie één weekend minder tot haar beschikking in de aanloop naar de herstart van de Hoofdklasse. Al vindt ze dat niet problematisch. ‘Onze voorbereiding in februari is sowieso nooit ideaal, met internationals die dan ver van huis Pro League-wedstrijden spelen. Ik geloof niet dat één extra weekend waarin we niet compleet zijn ineens nadelig gaat uitpakken.’

    Start met twee gezichten

    Voordat Den Bosch aan Europees succes kan denken, wacht eerst nog de strijd om de nationale zaaltitel. Die begon zondag in sportcomplex T-kwadraat in Tilburg allesbehalve vlekkeloos. De Bossche Balkenbazen, zoals de ploeg zichzelf noemt, beleefden een speeldag met twee gezichten. In de ochtend had de ploeg van Dijkstra het nakijken tegen HDM, dat door hattricks van uitblinkers Yara Akkerman en Belén van den Broek hard uithaalde: 2-6. Later op de dag volgde revanche met een 13-1 (!) zege op Huizen, dat in de ochtend al met 6-2 onderuit ging tegen Amsterdam.

    De monsterscore tegen Huizen zorgde alsnog voor een glimlach op het gezicht van Dijkstra. Na de nederlaag in de eerste wedstrijd stond haar gezicht juist op onweer. ‘Normaal tik je in een oefenwedstrijd vóór de competitiestart een keer de ondergrens aan, maar vandaag gebeurde dat bij ons in de eerste wedstrijd. We begonnen tegen HDM nog wel goed, maar daarna kantelde de wedstrijd en konden we het momentum niet terugpakken. Het werd heel chaotisch aan onze kant. Dat was deels de verdienste van HDM, maar wellicht had dat ook met onze nieuwe samenstelling te maken.’

    De speelsters van Den Bosch luisteren naar de tactische aanwijzingen van Dijkstra. Foto: Willem Vernes.

    Den Bosch trad in Tilburg aan met een geïmproviseerde selectie. A-junioren Carlijn Vogelaar en Mila Pol maakten hun opwachting, terwijl Romee Joosten ontbrak vanwege een voetblessure. Lieve Wijckmans en Babs Reijnen waren nog in Chili, waar ze met Jong Oranje Dames de wereldtitel veroverden. Ook Elke Brinkman-Boers en Janneke van de Venne – op het veld dit seizoen al vaste krachten in zwart-geel – behoren tot de zaalselectie, samen met Maartje Krekelaar (aanvoerder), Imme van der Hoek, Teuntje de Wit, Josephine Bekkers, Kim Peters en keeper Laurette Abelen.

    Geen internationals tussen de balken

    Op de spelerslijst staan ook Frédérique Matla, Joosje Burg, Rosa Fernig, Danique van der Veerdonk, Sanne Koolen en keeper Josine Koning, maar zij zullen dit seizoen niet tussen de balken verschijnen. ‘In voorgaande jaren, toen het Oranje-programma minder vol was, deed Sanne nog wel eens een weekendje mee’, zegt Dijkstra. ‘En Matla zou zo’n Europa Cup geweldig vinden, maar dat zit er gewoon niet meer in. Het is aan ons om de Europa Cup én de extra rust voor de internationals tot een meerwaarde te maken.’

    Dijkstra met direct naast haar jeugdspeelster Mila Pol, vaste invaller bij Den Bosch. Foto: Willem Vernes.

    Vorig seizoen beschikte Den Bosch met de strafcorner van Van der Veerdonk over een levensgevaarlijk wapen op weg naar de NK-finale, die uiteindelijk met 3-1 verloren ging tegen Rotterdam. Met vijftien treffers was de verdediger de belangrijkste doelpuntenmaakster van de ploeg. Ook zij zal dit seizoen geen zaalstick vasthouden vanwege haar Oranje-verplichtingen.

    ‘Vorig jaar hoorde Danique nog niet bij Oranje, dat is nu anders’, aldus Dijkstra. ‘Dit seizoen doen we het met Janneke en Imme op kop cirkel, en ook de jonkies Kim en Josephine kunnen een corner nemen. Op trainingen en in oefenwedstrijden liep dat al goed. Het moet zich in de competitie nog bewijzen, maar de potentie is er zeker.’

  5. Nieuwe kleuren: waarom Lana Kalse in de zaal voor SCHC speelt

    Leave a Comment

    De toeschouwers in Sportcentrum Olympos in Utrecht moesten even goed kijken. Klopte het wel? Ja, het klopte. Boven rugnummer 16 van SCHC stond de naam Kalse. Lana Kalse, al vier seizoenen een vaste waarde op het veld én in de zaal bij Pinoké, begon het nieuwe zaalseizoen plots in het rood-blauw van de ploeg uit Bilthoven. Dat leverde op de eerste speeldag meteen een bijzonder affiche op: SCHC tegen Pinoké.

    In de opstelling werden de high-fives van Kalse door haar Pinoké-teamgenoten begroet met een dikke glimlach. Nog voor het betreden van het speelveld was er al geknuffeld. De sfeer was ontspannen. ‘Ik heb het idee dat ze het me allemaal gunnen’, zegt Kalse na afloop van de met 4-1 verloren wedstrijd. ‘Het was heel leuk. Maar ja, er is wel even extra spanning. Een eerste wedstrijd in een ander team, en dan ook meteen tegen je oude club.’

    Sportief gezien liet SCHC nog niet het niveau zien waar het naar streeft. De ploeg, twee jaar geleden landskampioen en vorig seizoen halvefinalist, oogde slordig. In de pressing werd te gretig doorgestapt, voorin ontbrak rendement: twee gemiste strafballen, een afgekeurd doelpunt. ‘Dat is zonde’, vond Kalse. ‘Maar dit gaat komen.’

    Bepalend zijn

    Voor haar persoonlijk was het pas haar vierde moment met SCHC in de zaal dit seizoen: één training, twee oefenwedstrijden en vervolgens direct de competitie. ‘In de zaal moet je gewoon uren maken. Dat moet groeien.’ Toch drukte Kalse al haar stempel. Ze haalde een strafbal, scoorde en was betrokken bij meerdere aanvallen. ‘Ik wil graag bepalend zijn’, vertelt ze. ‘Maar ik moet ook de balans vinden. Ik ben een felle speler, dat weet ik. Zeker in zo’n eerste wedstrijd wil je je laten zien.’

    Lana Kale in duel met Meeuw Tulp van Pinoké. Foto: Bart Scheulderman

    Die rol lijkt haar bij SCHC te passen. Kalse is de enige speelster die dit seizoen van buitenaf werd gehaald. Dat voelt voor haar niet als een nadeel, maar als erkenning. ‘Het voelt gaaf dat ze mij erbij willen hebben én ik krijg veel vertrouwen.’

    Toch begon haar avontuur bij SCHC enigszins chaotisch. Kalse zou met Mette Winter meerijden naar de eerste training. Maar eenmaal aangekomen bij de parkeerplaats bleek Winters auto te zijn weggesleept. ‘We kwamen aan op de plek waar ze hem had neergezet, en toen zei ze: ‘Hij stond hier.’ Nou, hij stond er dus niet meer,’ lacht Kalse. Na een treinreis werden ze opgepikt en kwamen ze met een paar minuten vertraging alsnog op de training. ‘Het was een lekker binnenkomer’, lacht ze. ‘Maar de kennismaking was goed.’

    De overstap kwam niet uit de lucht vallen. In eerdere seizoenen werd Kalse al benaderd door andere clubs, maar ze hield de boot steeds af. ‘Ik koos altijd voor Pinoké.’ Afgelopen zaalseizoen verliep echter moeizaam. ‘Ik merkte dat het me veel energie kostte.’

    Nieuwe prikkels

    Bij SCHC vond ze nieuwe prikkels, mede door de technische staf – Gilles van Hesteren, Frank Balvers en Tijs Roozendaal – die openlijk ambities uitsprak. Minimaal de halve finales, liefst meer. ‘Ik ben 26. Dan wil je jezelf blijven uitdagen.’

    Lana Kalse en Flo Klinkhamer na de wedstrijd tussen SCHC en Pinoké. Foto: Bart Scheulderman

    Dat maakte de keuze niet eenvoudig. Op het veld draait Kalse dit seizoen juist goed bij Pinoké, met al acht doelpunten. ‘Ik moest een keer in het diepe springen en ervoor gaan. Ik heb er weken over nagedacht, veel gepraat met mensen om me heen. Ik heb ook duidelijk tegen Frank gezegd: ik wil eerst het veld goed afronden. Het is een doordachte keuze, maar het zijn geen slapeloze nachten geweest.’

    De wedstrijd tegen haar oude club bevestigde haar gevoel. Niet alles viel op zijn plek, maar de contouren waren zichtbaar. SCHC speelde met lef, kreeg kansen en toonde ambitie. Het resultaat was ondergeschikt aan het proces. ‘Uiteindelijk pak je de prijzen aan het einde van het seizoen’, legt Kalse uit. ‘Als ik kijk naar wat we hebben laten zien, ben ik wel tevreden.’

    Zo werd de openingswedstrijd vooral een nieuw begin. Niet foutloos, maar veelbelovend. Voor SCHC, dat nog in ontwikkeling is en opnieuw wil meedoen om de prijzen. En voor Lana Kalse, die bewust niet voor zekerheid koos, maar voor groei.

    Lana Kalse in actie voor SCHC tegen Pinoké. Foto: Bart Scheulderman

  6. Round-up HK Zaal (H): HDM foutloos, Bloemendaal puntloos

    Leave a Comment

    HDM is het nieuwe zaalseizoen in de Hoofdklasse Heren met een honderdprocentscore gestart. De Haagse formatie was te sterk voor achtereenvolgens Schaerweijde en Gooische. Ook titelhouder Amsterdam pakte zes punten in zijn eerste twee duels. Bloemendaal, vorig seizoen nog halvefinalist, kende een valse start met onder meer een forse nederlaag tegen Pinoké.

    In Poule A kende landskampioen Amsterdam een uiterst productieve start van het zaalseizoen. In Sportcentrum Olympos in Utrecht maakte de ploeg veertien doelpunten in zijn eerste twee wedstrijden: 7-2 tegen Rotterdam en 7-0 tegen Tilburg. In dezelfde poule kenden Tilburg en Bloemendaal een valse start met nul uit twee. Laatstgenoemde kreeg in zijn eerste wedstrijd van de dag een flink pak slaag: 10-4 tegen Pinoké, onder meer door vijf treffers van Joep Troost.

    Dubbel succes voor HDM

    In poule B hield titelkandidaat HDM, dat vorig seizoen in de halve finale sneuvelde tegen de latere kampioen Amsterdam, zes punten over aan de eerste speeldag, via zeges op Schaerweijde (4-3) en Gooische (5-3). Den Bosch, dat vorig seizoen de NK-finale verloor van Amsterdam, staat twee puntjes achter HDM op de ranglijst na de eerste speeldag. De Bosschenaren speelden spectaculair gelijk tegen Kampong (5-5) en wonnen van Klein Zwitserland (3-2).

    Karakteristieken

  7. Round-up HK Zaal (D): droomstart voor HDM en Amsterdam

    Leave a Comment

    Op de eerste speeldag van de Hoofdklasse Zaal Dames hebben HDM en Amsterdam zondag de volle buit gepakt. Beide ploegen wonnen als enigen hun eerste twee wedstrijden van dit seizoen. Regerend landskampioen Rotterdam hield slechts één puntje over aan de competitiestart in de zaal.

    In Poule B begon HDM de dag met een fraaie 6-2 zege op Den Bosch, dat vorig seizoen nog verliezend finalist was. Daarna won de Haagse formatie ook van Hurley (3-2). Uitblinkers bij HDM waren Yara Akkerman en Belén van den Broek, die samen acht van de negen Haagse treffers voor hun rekening namen (elk vier).

    Amsterdam, dat eveneens uitkomt in Poule B, legde onder leiding van de ervaren ex-international Lieke van Wijk eerst Huizen over de knie (6-2) en versloeg vervolgens ook HGC (6-3). Bij de hoofdstedelingen was aanvaller Alessia Norbiato topscorer van de dag met vijf doelpunten, waarvan vier tegen Huizen.

    Margot van Hecking Colenbrander aan de bal namens Hurley tegen HGC. Foto: Willem Vernes

    Hoofdrol voor Gunneman

    In Poule A zijn Nijmegen en Pinoké de eerste lijstaanvoerders met elk vier punten uit de eerste twee duels. Nijmegen speelde gelijk tegen Victoria (3-3) en trakteerde daarna landskampioen Rotterdam op een 5-1 nederlaag. Pinoké schoot uit de startblokken met een 4-1 zege op SCHC, een duel waarin Pinoké-keeper Kiki Gunneman twee strafballen tegenhield. De zege werd gevolgd door een spectaculair gelijkspel tegen Victoria (5-5).

    Landskampioen Rotterdam keerde met slechts één puntje terug naar de havenstad. Die remise kwam tot stand in het duel met overgangsklasser Laren (1-1).

    Karakteristieken

     

  8. Samenvatting: Argentijnen straffen efficiënt af tegen Oranje

    Leave a Comment

    De Oranje Heren hebben het eerste blok van het zevende seizoen van de FIH Pro League afgesloten met een nederlaag. In Santiago del Estero bleek gastland Argentinië met 3-2 te sterk. Het was een wedstrijd waarin Oranje zeker niet werd weggespeeld, maar waarin de efficiëntie van de Zuid-Amerikanen het verschil maakte. Het was voor Nederland de eerste nederlaag in de Pro League sinds 6 februari, toen Australië met 4-2 te sterk was.

    Bekijk hier de samenvatting!

  9. Rollercoaster van Babs Reijnen: van bijrol naar gouden plak

    Leave a Comment

    Ze was de meest verrassende speelster in de WK-finale bij Jong Oranje tegen Argentinië (2-1). Tot en met de halve finale leek het er niet op dat Babs Reijnen in actie ging komen in de eindstrijd. Door het uitvallen van Katerina Langedijk stond de Bossche middenvelder opeens in de line-up in de finale. En werd ze zaterdag met Nederland wereldkampioen.

    Middenin het Nederlandse feestgedruis staat zaterdag Reijnen. Ze loopt net weg bij een groepsfoto, die in allerlei soorten en maten gemaakt worden in Santiago. Dat is een plek geworden waar ze nu met een heel voldaan gevoel op terugkijkt. Ze heeft immers niet alleen als reserve, maar ook als speelster op het veld haar bijdrage geleverd. 

    Om haar heen gebeurt er van alles. Mea de Vries maakt, met een gigantische Nederlandse vlag om, foto’s van de staf. Veere ter Horst neemt juichend wat selfies met fans. Fleur Wolfert – nog altijd met een grote pleister en een knalblauw oog – valt haar ouders in de armen bij de boarding.

    En Reijnen denkt aan de turbulente periode waarin ze belandde. Eentje die eigenlijk begon in november, toen de WK-selectie bekend werd gemaakt. Tot haar teleurstelling was ze reserve, terwijl Reijnen op het vorige toernooi – het EK van 2024 – wel in de hoofdselectie zat. Dat kwam dus keihard aan.

    Een dikke knuffel van Reijnen met Veere ter Horst. Foto: Worldsportpics/Rodrigo Jaramillo

    Wat er na donderdag allemaal gebeurde

    Aanvankelijk zouden de reserves niet meereizen naar Chili, maar later werd die beslissing veranderd. Reijnen en collega-reserve Katerina Langedijk stapten ook in het vliegtuig en steunden hun team meer dan enthousiast vanaf de tribune. Voor de kwartfinale verving Langedijk de geblesseerde Lieve Wijckmans.

    In die formatie bereikte Nederland dus ook de finale. Maar donderdagochtend werd Langedijk opeens ziek. Een dag later werd besloten dat zij niet fit genoeg was om de finale te spelen. Toen kwam Reijnen uiteraard direct in beeld. ‘Toen Kat er de eerste ochtend niet was bij de training, had ik daar geen extra gedachten bij. Kan gebeuren, misschien gaat het later wel beter. Ik had mijn familie ook nog niets laten weten.’

    Een dag later kwam dat belletje richting Den Bosch wel. ‘Toen kreeg ik te horen dat ik er toch voor Kat inkwam. Zij bleek echt goed ziek te zijn. Heel zielig voor haar natuurlijk. Het is moeilijk om dan iemands plek in te nemen. Maar een WK-finale spelen is ook een heel vette ervaring.’

    Reijnen (tweede van rechts) viert de openingsgoal mee. Foto Worldsportpics/Rodrigo Jaramillo

    Iets verderop staat bondscoach Kai de Jager. Die spreekt alleen maar bewondering uit over de manier waarop Renijen zich heeft gemanifesteerd. ‘Het is waanzinnig hoe Babs uit het niets zo kan presteren. Dat vind ik echt grote, grote klasse. We hebben dit met twintig meiden voor elkaar gekregen. Twintig toppers.’  

    Reijnen noemt de afgelopen periode zelf een rollercoaster. ‘Ik zag deze rol in de finale totaal niet aankomen, natuurlijk. Het is voor mij een periode van ups en downs geweest. Het toernooi was eerst vooral een teleurstelling, Maar het einde is prachtig. Daardoor ga ik weg met een positief gevoel. De vetste wedstrijd heb ik mee kunnen maken. En ergens is het ook wel mooi dat iedereen heeft kunnen spelen, ook allebei de reserves.’

    De herinnering aan veld 2

    Ze genoot met volle teugen van de belangrijke 1-0, eigenlijk het sportieve hoogtepunt van de finale. En kijkt tevreden toe hoe haar team feestviert. Elkaar eronder spuit met champagneflessen. Achter het hoofdveld, waarop massaal wordt geswingd, ligt het verlaten veld 2. Ook daar heeft zij een speciale herinnering liggen. Want op die mat liep ze na elke wedstrijd van Jong Oranje haar shuttles om maar fit te blijven.

    Zelfs die moeilijke meters zijn nu een glimlach waard. ‘Het is niet voor niets geweest, hè. Ik heb er altijd positief ingestaan.’

  10. Samenvatting: Jong Oranje in gouden WK-finale tegen Argentinië

    Leave a Comment

    De Jong Oranje Dames zijn zaterdagnacht voor de derde keer op rij wereldkampioen geworden. In de finale van het WK onder 21 Jaar in Santiago won Nederland van Argentinië: 2-1. Voor rust nam Jong Oranje een voorsprong via Ivy Tellier en Guusje Moes. Na de goal van Argentinië werd het nog bloedspannend.

    Bekijk hier de samenvatting!