Recente berichten

  1. Quizwinnaar Sophie: ‘Makkie op welk nummer Oranje met de koning danste’

    Leave a Comment

    Ze wist aan welk tv-programma Lilli de Nooijer meedeed [Born Winners]. Ze wist ook wie in het seizoen 2023/2024 topscorer werd van de Promotieklasse Heren [Indra Aerts]. Sophie Vaessen (16), speelster van DES Meisjes Onder 18-4, beantwoordde alle twintig vragen van de hockey.nl Nieuwsquiz 2024 correct en werd daarmee de winnaar.

    Van harte gefeliciteerd. Van de bijna negenhonderd deelnemers aan de quiz waren er slechts 22 die alle vragen juist beantwoordden. Hoe komt het dat jij zoveel van hockey weet?
    ‘Ik volg regelmatig de social media van hockey.nl en lees veel artikelen die voorbij komen. Sinds ik in 2023 naar het EK in Mönchengladbach ben geweest, waar ik de poulewedstrijd van de Nederlandse vrouwen tegen Italië [5-0 winst] heb gezien, volg ik het hockeynieuws intensief. Ik vind het echt leuk om op de hoogte te blijven van alles wat er speelt in de hockeywereld. Ik onthoud ook veel van wat ik lees en zie. Dat kwam goed van pas tijdens deze quiz.’

    Hoe ben je bij het invullen van de quiz te werk gegaan?
    ‘Toen ik de quiz voor het eerst zag, dacht ik: Ik vul ‘m gewoon snel even in. Ik zat lekker op de bank, dus dat was het ideale moment. Maar toen besefte ik me dat het echt gaaf zou zijn om die tickets voor de Pro League te winnen. Dus ben ik er echt voor gaan zitten. Ik heb zelfs mijn familie erbij betrokken om te horen of zij dachten dat mijn antwoorden juist waren. Ik wilde natuurlijk wel zeker weten dat ik het goed had. Uiteindelijk ben ik er zo’n half uur mee bezig geweest.’

    Welke vragen vond je makkelijk?
    ‘Die over de Olympische Spelen. Helaas ben ik zelf niet naar Parijs geweest, omdat de tickets al uitverkocht waren. Maar ik heb alles op de voet gevolgd. Een van de vragen ging over welk nummer de Nederlandse hockeyvrouwen met koning Willem-Alexander dansten. Dat was Links, Rechts van Snollebollekes. De beelden daarvan stonden nog scherp op mijn netvlies, dus die vraag was voor mij een makkie.’

    ‘Een andere makkelijke vraag ging over de winnaar van de Silver Cup Dames. Bij die wedstrijd stond ik toevallig langs de lijn. Mijn eigen club DES heeft ‘m gewonnen, haha. Die vraag hoefde ik dus niet op te zoeken.’

    De dames van DES met de Silver Cup 2024. Foto: Willem Vernes

    Wat was de moeilijkste vraag?
    ‘Waarom er feest was op Wageningen. Twee leden bleken elkaar op het hoofdveld het jawoord te hebben gegeven. Dat wist ik niet, dus die heb ik moeten opzoeken. Een andere lastige vraag ging over wie er was uitgeroepen tot Wereldtalent van 2024. Ik had echt geen idee. Het bleek een speler uit Pakistan te zijn [Sufyan Khan].’

    ‘Daarnaast vond ik de vragen over wie de topscorers van de Hoofdklasse waren in 2024 moeilijk. Dat is niet iets wat je gemakkelijk kunt opzoeken. Die heb ik een beetje moeten gokken. Bij de vrouwen twijfelde ik tussen Frédérique Matla en Yibbi Jansen. Ik koos uiteindelijk voor Matla, omdat zij niet alleen een geweldige strafcorner heeft, maar ook vaak velddoelpunten maakt. Bij de mannen dacht ik dat Boris Burkhardt het juiste antwoord zou zijn. Ik herinnerde me dat hij in een wedstrijd vier keer gescoord had, wat mij een goed teken leek. Kennelijk klopte het allebei.’

    Lianne Plessius en Teun van Maurik gaven elkaar het jawoord op het veld van Wageningen.

    Je ontvangt drie kaarten voor een FIH Pro League-thuiswedstrijd van Oranje naar keuze. Wie neem je mee?
    ‘Sowieso mijn vader. Hij is altijd mijn vaste maatje bij het bezoeken van hockeywedstrijden. Wat betreft het andere ticket moet ik nog even goed nadenken. Waarschijnlijk neem ik een van mijn broers mee, want die zijn net als ik ook helemaal gek van hockey. Ze hebben allemaal tenues van Oranje in hun kast hangen. Ongetwijfeld willen ze allebei mee, dus dat wordt nog een lastige keuze.’

  2. Podcast KNHB: een laatste terugblik op een uitzonderlijk jaar

    Leave a Comment

    In de KNHB-podcast Podje Hockey wordt nog heel even teruggeblikt op 2024. We zeggen het nog maar eens: een uniek jaar voor onze sport. Nog nooit wonnen de Oranjevrouwen en -mannen in hetzelfde jaar olympisch goud, om maar een voorbeeld te noemen.

    Algemeen directeur Erik Gerritsen en technisch directeur Clarinda Sinnige bespreken hun hoogte- en dieptepunten. Wat zijn hun belangrijkste lessen en hoe kijken zij vooruit naar het nieuwe jaar?

    Veel luisterplezier!

  3. Keeper Kerkmeer wil via de Overgangsklasse alsnog naar de top

    Leave a Comment

    ‘Die keeper speelde een wereldpartij.’ De spelers van Rotterdam waren het zondag in de catacomben van Sporthal de Beuk in Purmerend unaniem met elkaar eens. Die keeper is Jeroen Kerkmeer. Hij had een enorm aandeel in de 5-3 zege van ‘zijn’ Gooische op landskampioen Rotterdam.

    Als de toeter heeft geklonken en daarmee het einde van de wedstrijd aankondigt, balt Kerkmeer zijn vuist. De eerste zege van 2025 is binnen. Hij wordt geknuffeld door reservekeeper Finn Hoefakker en krijgt high fives van andere teamgenoten. ‘Lekker gekeept’, krijgt hij van alle kanten te horen.

    ‘Jeroen Hertzberger is vandaag niet zo blij met mij’, zegt Kerkmeer vlak daarna. Wat de topscorer aller tijden in de Tulp Hoofdklasse ook probeerde. De 21-jarige keeper had op iedere inzet een passend antwoord, daarbij gebruikmakend van de stick, legguards en zelfs zijn schouder. ‘Ik had een paar goede reddingen en ben blij dat we daarmee de winst binnenhaalden.’

    Speelminuten

    Tijdens de pauze tussen de twee zaalwedstrijden van Gooische in Purmerend kan Kerkmeer een kleine glimlach niet onderdrukken. Niet alleen heeft hij een goede wedstrijd gekeept, hij zit momenteel ook goed in zijn vel. Kerkmeer heeft bij Gooische gevonden wat hij wilde: speelminuten.

    Keeper Jeroen Kerkmeer van Gooische tijdens de Hoofdklasse Zaal in Purmerend. Foto: Koen Suyk

    Voor die minuten verruilt hij afgelopen zomer zijn plek als tweede keeper achter Koene Schaper bij hoofdklasse Klein Zwitserland in voor een plek onder de lat van Gooische, dat tegenwoordig in de Overgangsklasse uitkomt. ‘Ik heb drie jaar achter Koene gezeten. We hebben een goede relatie, maar drie jaar wachten vond ik uiteindelijk te lang.’

    Kerkmeer weegt zijn opties. Helder is dat hij wedstrijden op zo’n hoog mogelijk niveau moet gaan spelen. ‘De kans om in de Hoofdklasse te spelen was gewoon klein.’ Dus begint de zoektocht naar een club onder het hoogste niveau. De keuze valt uiteindelijk op Gooische. ‘Ik had met de ploeg meegetraind en hield daar een positief gevoel aan over. Er zitten best wel wat jongens in met wie in Nederlands B en A heb gespeeld. En ik heb het nu hartstikke naar mijn zin.’

    Helaas voor Kerkmeer degradeert Gooische afgelopen seizoen uit de Promotieklasse. ‘We staan op dit moment bovenaan in de Overgangsklasse en ik wil heel graag promoveren. De overgang van Hoofdklasse naar Overgangsklasse is een grote switch, maar ik wist ook dat Gooische in de Hoofdklasse Zaal zou spelen. Dat is ook wel vet om te doen.’

    Talentvol

    Kerkmeer is een talentvolle keeper. In zijn juniorentijd komt hij uit voor de vertegenwoordigende Nederlandse teams. Ook sluit hij aan bij Jong Oranje, maar behoort op drie opeenvolgende eindtoernooien niet tot de definitieve selectie.

    Jeroen Kerkmeer van Gooische in actie tijdens de Hoofdklasse Zaal in Purmerend. Foto: Koen Suyk

    ‘Weet je, niet heel veel mensen kunnen zeggen dat ze bij Jong Oranje hebben gezeten. Ik heb het onwijs naar mijn zin gehad. Ik vond het hartstikke gaaf en een hele mooie ervaring. Ik kijk er vooral met een blij gevoel op terug.’

    Nu hij te oud is voor een selectie voor Jong Oranje beseft Kerkmeer dat hij door zijn keuze voor Gooische niet meteen op het lijstje van bondscoach Jeroen Delmée staat voor een plek in de trainingsgroep van het ‘grote’ Oranje.

    ‘Als je in de Overgangsklasse gaat spelen, raak je buiten beeld. Ik heb er goed over de overstap nagedacht. Het was lastig, maar ik wilde zo graag wedstrijden spelen. En ik ben het eens met mijn coach. Als ik hier mijn wedstrijden speel en wij promoveren dan kom ik vanzelf weer in beeld en heb ik echt nog de kans om een stap te maken naar een hoofdklasseteam. Dat is nog wel het doel.’

    Klein Zwitserland

    En welke hoofdklasser dat dan zou moeten worden, is voor Kerkmeer klip en klaar. ‘Het liefst keer ik ooit terug bij Klein Zwitserland. Dat zou ik het mooiste vinden. Ik heb het daar onwijs naar mijn zin gehad. Of ze weten dat ik terug wil? Absoluut.’

    De affectie voor Klein Zwitserland wordt duidelijk als hij zijn legguards uittrekt. Paarse sokken worden zichtbaar. Sokken met het logo van de Haagse club. ‘Ze zitten het lekkerst en ik schuif niet heen en weer in mijn schoenen. Mijn legguards zitten eroverheen, dus niemand die het ziet.’

    Jeroen Kerkmeer met Sander van de Putte na de zege van Gooische op Rotterdam in Purmerend. Foto: Koen Suyk

  4. 𝘩𝘰𝘤𝘬𝘦𝘺.𝘯𝘭 Moment van de Week | 4&5 januari 2025

    Leave a Comment

    Prachtige acties, reddingen of goals vastgelegd? Of heerlijke beelden van de derde helft? Stuur ze dan zo snel mogelijk onze kant op voor het Moment van de Week! Iedere week verzamelen we de vijf allertofste inzendingen. Welk moment is jouw favoriete moment?

    De heerlijke actie en afmaker van Jasmijn Nijkamp uit Myra MO14-1. De supersnelle actie van Tim Verleg uit Fletiomare JO16-1. De strafcorner van Kaj Smits uit Schiedam JO12-1. De redding van Fiene Antonius uit Helmond MO18-1. Of toch het doelpunt van Olivier Timmer uit Klein Zwitserland JO14-1?

    Heb jij nou ook een moment van de week? Stuur jouw video dan via mail (redactie@hockey.nl) of WhatsApp (0657862503).

    Stemmen kan tot vrijdag via onze poll!

    • Wat is jouw Moment van de Week? 4&5 januari 2025

      Je hebt al op deze poll gestemd.

      Wat is jouw Moment van de Week? 4&5 januari 2025



      Ophalen van gegevens

  5. Olympiërs klussen bij met clinics: ‘Maar het is geen goudmijn’

    Leave a Comment

    In de serie ‘De impact van goud’ onderzoeken we de gevolgen van de olympische titels van de Nederlandse mannen en vrouwen. Deze aflevering: internationals genereren wat extra inkomsten met het geven van clinics. ‘Olympisch goud vergroot de motivatie van deelnemers om zich in te schrijven.’ 

    Tijdens de afgelopen herfstvakantie bleek het OranjeKeepersKamp weer een schot in de roos. Meer dan tachtig jonge keepers – niet alleen uit Nederland, maar ook uit België en Duitsland – trokken als een zwerm bijen naar dit driedaagse evenement. De trainers met wie ze oog in oog stonden: hun olympische helden Pirmin Blaak en Anne Veenendaal.

    Deze twee olympisch kampioenen zijn lang niet de enige internationals die bijklussen met het geven van clinics. Maar wat voor wereld schuilt hier eigenlijk achter? Hoe vaak stappen internationals het trainingsveld op om jong talent te begeleiden? Heeft de glans van hun olympisch goud in Parijs de vraag naar hun clinics vergroot? En: is het lucratief?

    De terugblik die Hockeykampen.nl maakte op een clinic die werd gegeven door Felice Albers.

    Deelnemen aan de Jip Janssen Sleep Academy kost 565 euro

    Internationals die clinics geven, kunnen grofweg in drie categorieën worden ingedeeld. De eerste groep: spelers die optreden als gasttrainer bij door clubs georganiseerde clinics. Dit gebeurt meestal tijdens schoolvakanties, wanneer er door heel Nederland één- of meerdaagse kampen worden opgezet voor jonge, enthousiaste hockeyers. Om de aantrekkingskracht van deze kampen te vergroten, worden de internationals vaak als de blikvangers op posters en promotiemateriaal gezet.

    Om hun kansen op het geven van clinics te vergroten, zijn sommige internationals aangesloten bij organisaties die gespecialiseerd zijn in het organiseren van hiervan. Felice Albers en Floris Wortelboer zijn bijvoorbeeld te boeken via Hockeykampen.nl, een platform dat dit soort evenementen door heel Nederland aanbiedt. Andere spelers werken samen met platformen zoals Sportways en BP College. Dankzij boekingen via deze organisaties kunnen internationals met een beetje geluk niet één, maar meerdere clubs op een dag afgaan. Op woensdag 28 augustus, drie weken na de olympische finale, gaf Floris Wortelboer bijvoorbeeld eerst een clinic op Bloemendaal en later diezelfde dag op Hilversum.

    De tweede categorie bestaat uit internationals die zich richten op individuele training, vaak vanwege hun specifieke specialisme. Een bekend voorbeeld is strafcornerspecialist Jip Janssen. In samenwerking met hockeyschool ONFIRE richtte hij de Jip Janssen Sleep Academy op: een serie trainingen waarin jonge spelers leren om hun strafcorner te perfectioneren. Acht woensdagmiddagen stond Janssen afgelopen najaar op het veld van AMHC FIT om jonge talenten de fijne kneepjes van de sleeppush bij te brengen. De prijs voor dit blok van acht trainingen? 565 euro. Met ruimte voor maximaal twintig kinderen per sessie.

    Het affiche van de Jip Janssen Sleep Academy van afgelopen najaar.

    ‘Zes tot twintig clinics per jaar’

    ‘Sommige internationals geven zo’n zes clinics per jaar. Bij anderen, zoals zij die hun eigen clinics hebben, kan dit aantal oplopen tot wel twintig per jaar’, vertelt Marlies Ezechiels van managementbureau Athlethes United. Zij begeleidt Parijs-gangers Thierry Brinkman, Felice Albers, Jip Janssen en Anne Veenendaal.

    Hoewel het geven van clinics voor de meeste internationals ‘geen goudmijn’ is, ziet Ezechiels het zeker als een waardevolle bijverdienste. ‘De inkomsten zijn een welkome aanvulling, maar vormen geen vervanging voor een volledig salaris. Het olympisch goud van onze sporters verhoogt de belangstelling voor hun clinics, maar het leidt niet direct tot een verdubbeling van de aanvragen.’ Daarbij is er niet het hele jaar tijd voor clinics, merkt ze op. ‘Het aantal clinics per seizoen is beperkt door hun drukke schema.’

    De poster van het OranjeKeepersKamp afgelopen oktober op Oranje-Rood, met de olympische helden Pirmin Blaak en Anne Veenendaal.

    Het OranjeKeepersKamp met Blaak en Veenendaal kostte 425 euro per kind

    De internationals die nog een stap verder willen gaan dan het geven van een eigen clinic, behoren tot de derde categorie: de ondernemers. Een bekend voorbeeld is keeper Pirmin Blaak. Hij is medeoprichter van GoalieWorks, een toonaangevend bedrijf in de wereld van keeperstrainingen. Het biedt regionale keeperstrainingen aan en is inmiddels wekelijks actief op meer dan tien locaties door heel Nederland. Elke week wordt daar de techniek aangescherpt van bijna achthonderd keepers. Een deel van de deelnemers meldt zich zelf aan, terwijl anderen via hun club in aanraking komen met de trainingen. GoalieWorks heeft samenwerkingsverbanden met clubs in het hele land die de keeperstrainingen aan hen uitbesteden.

    Daarnaast organiseert GoalieWorks diverse kampen, waaronder het OranjeKeepersKamp. Tijdens de herfstvakantie kwamen tachtig deelnemers samen voor een intensief programma van maandagochtend 09:30 uur tot woensdagmiddag 17:00 uur, op één van de twee locaties: Forcial in Rockanje of Oranje-Rood in Eindhoven. De kosten voor deelname? 425 euro per kind. Inclusief maaltijden, overnachtingen en de begeleiding van meerdere ervaren keeperstrainers, waaronder olympische helden Pirmin Blaak en Anne Veenendaal. Hun aanwezigheid had op de leergierige kinderen natuurlijk een enorme aantrekkingskracht.

    ‘Dé kans op een handtekening of een foto’

    Wat dat laatste betreft is de impact van goud het grootst, zegt Ezechiels. ‘De aanwezigheid van een olympisch kampioen op een clinic of kamp heeft een enorme aantrekkingskracht op deelnemers. Het geeft jonge hockeyers niet alleen de kans om direct van een olympische kampioen te leren, maar ook om bijvoorbeeld een handtekening te bemachtigen of samen op de foto te gaan.’

    Ezechiels: ‘Clinics en kampen zijn veel meer dan alleen technische trainingen. Het zijn momenten waarop jong talent wordt geïnspireerd door de verhalen, ervaringen en adviezen van hun helden. Of het nu gaat om het perfectioneren van een techniek of het ontwikkelen van algemene vaardigheden, deze sessies zijn een onmisbare schakel in het versterken van de populariteit van de hockeysport in Nederland én de helden daarvan.’

    Lees uit deze serie ook:

  6. Noor Knoop is ook fanatiek hardloopster: ‘Kan niet kiezen’

    Leave a Comment

    Vorig jaar was ze nog de ster van de Promotieklasse en werd ze als toptalent binnengehaald door SCHC. Jong Oranje-middenvelder Noor Knoop (19) maakt dit seizoen de nodige speelminuten in de Hoofdklasse, maar is tegelijkertijd ook hard op weg om zich te mengen in de top van een andere sport: hardlopen.

    ‘Ik vond het altijd al leuk om te rennen. Je kon mij op school niet blijer maken dan met een piepjes- of coopertest. De maximale inspanningstesten bij Nederlands Onder 18 wilde ik ook altijd heel graag doen. Als we niet hoefden te trainen voor hockey vond ik het leuk om te kijken hoe hard ik bijvoorbeeld kon rennen op tien kilometer. Iedereen verklaarde mij voor gek. Maar ik vond en vind het geweldig om alle energie die je hebt eruit te gooien en tot het gaatje te gaan.’

    Afgelopen zomer besloot Knoop zich eens te meten tijdens een officiële atletiekwedstrijd over tien kilometer. Die ging, zonder enige specifieke training, meer dan goed met een tijd van 37 minuten: ruim 16 kilometer per uur dus. ‘Daarna kwam ik in contact met een atletiektrainer uit Hilversum. Hij nodigde mij uit om een keer mee te trainen. Zonder hockey in die periode kwam dat perfect uit.’

    Knoop in actie tegen Victoria, afgelopen zondag tijdens de tweede speelronde van de Hoofdklasse Zaal. Foto: Willem Vernes

    Knoops looptrainer had snel door dat zijn kersverse pupil meer was dan een eendagsvlieg. ‘Hij gaf aan dat hij wel met mij doorwilde. Daar kreeg ik een beetje stress van. Want hoe kon ik dat met hockey combineren als de competitie weer begon? Tegelijkertijd werd ik beter en vond ik het superleuk. En misschien nog het belangrijkste: toen we bij SCHC startten met de voorbereiding en de competitie, ging het hardlopen niet ten koste van het hockeyen.’

    Moordend sportschema

    Maandag kracht- en veldtraining met Jong Oranje. Dinsdag Jong Oranje en een duurloop. Woensdag een duurloop. Donderdag hockey en een pittige atletiektraining. Vrijdag een duurloop of niks. Zaterdag een lange bosloop en zondag een hockeywedstrijd. Een moordend sportschema – ‘al heb ik die duurloop op zaterdag nog niet gedaan tijdens de gewone competitie, alleen nu in combinatie met de zaal’ – krijgt Knoop wekelijks voor haar kiezen. Toch draait de studente geneeskunde haar hand er niet voor om.

    ‘Ik ben niet moe te krijgen. Zaterdag liep ik nog negentien kilometer en zondagochtend werd ik wakker met fitte benen – helemaal klaar voor de zaalhockeywedstrijden. Zo is het altijd. Het rennen was als hobby bedoeld, maar wordt nu wel meer dan dat. Mijn hardlooptrainer houdt wel enorm rekening met mijn hockeyprogramma. We appen iedere dag over hoe ik mij voel en elke zondag krijg ik een op maat gemaakt schema. Tegen SCHC ben ik er ook open over. Ik wil absoluut niet dat ze bij SCHC denken dat ik hockey niet serieus neem, want dat is echt niet waar. Het team is ook heel supportive. Wensen mij succes en delen mijn uitslagen in de groepsapp. En onze coach ziet het als iets positiefs dat ik zo’n uithoudingsvermogen heb.’

    Nienke Brinkman achterna?

    De vergelijking met Nienke Brinkman dient zich makkelijk aan. Brinkman, een nichtje van Bloemendaal-speler en ex-international Jasper, hockeyde in de Overgangsklasse bij HBS tot zij een paar jaar geleden met hardlopen begon. Binnen no-time rende ze zichzelf in de wereldtop, vooral van het trailrunnen en de marathon. Zo liep ze een Nederlands record tijdens de marathon van Rotterdam en werd ze derde op het EK. Knoop – ruim tien jaar jonger – zoekt het vooralsnog op de iets kortere afstanden. Op oudejaarsdag eindigde Knoop tijdens de prestigieuze Sylvestercross maar net achter de nationale hardloopelite.

     

    Dit bericht op Instagram bekijken

     

    Een bericht gedeeld door Noor Knoop (@noor_knoop)

    ‘Over vier weken loop ik weer een tienkilometerwedstrijd. Dan is de zaalcompetitie voorbij. Die zou ik niet voor een hardloopwedstrijd afzeggen. Komende zomer is het baanseizoen en zijn de Nederlandse kampioenschappen waarvoor ik mij hoop te kwalificeren. Die vallen dus precies in de zomerstop.’

    Tien uur slaap per nacht

    Met een voltijdse studie en twee sporten op hoog niveau zou je denken dat Knoop geen (vrije) tijd meer overhoudt om te ontspannen en herstellen. Toch valt dat volgens de vrolijke tiener reuze mee. ‘Ik slaap heel veel. Tien uur per nacht. Bovendien woon ik nog thuis. Ik eet goed en bof met een moeder die professioneel kok is. Met haar kan ik ook genieten van een serie op de bank ’s avonds. En als ik toch merk dat ik vermoeid ben, sla ik een hardlooptraining over. Alles om fit op het veld te staan.’

    Of het nu om hockey of hardlopen gaat: Knoop (hier in duel met Victoria-speelster Mady Hof) geeft altijd alles. Foto: Willem Vernes

    In het Noordhollands Dagblad zinspeelde Knoops hardlooptrainer al op een keuze voor atletiek, ten koste van hockey ‘want ze is echt goed’. Knoop zelf moet er alleen niet aan denken om nu voor de ene of de andere sport te gaan. ‘Ik kan niet kiezen. Als je echt heel ver wilt komen met atletiek of hockey snap ik dat je op een gegeven moment een van de twee moet laten vallen. Dat moment hoop ik zo lang mogelijk uit te stellen. Als ik nu móet kiezen tussen het WK met Jong Oranje (in december 2025, red.) of hardlopen, dan ga ik honderd procent voor het WK. Atletiek kan altijd nog. Al moet ik er niet aan denken dat ik een paar maanden niet mag rennen.’

  7. HK Zaal (H): Gooische doet van zich spreken met twee zeges

    Leave a Comment

    De mannen van Gooische hebben op de tweede speeldag van de Hoofdklasse Zaal goede zaken gedaan. De ploeg, die afgelopen seizoen promoveerde naar het hoogste niveau, won zondag in Sporthal de Beuk in Purmerend zijn beide wedstrijden. Zowel landkampioen Rotterdam (5-3) als mede-promovendus Bloemendaal (2-1) werden verslagen.

    Dankzij de zes punten klom Gooische van de vierde naar de tweede plaats in Poule A achter koploper HDM, dat na vier competitiewedstrijden met twaalf punten de maximale score heeft. Titelverdediger Rotterdam incasseerde opnieuw twee nederlagen en is hierdoor puntloos hekkensluiter. HGC boekte de eerste competitiezege door Pinoké met 2-1 te verslaan. Bloemendaal bleef net als Rotterdam puntloos op de tweede speeldag. Na de nederlaag tegen Gooische was ook Pinoké (2-6) te sterk voor de Mussen.

    Den Bosch aan kop

    In de andere poule won Den Bosch als enige ploeg beide wedstrijden. Almere (4-1) en Tilburg (10-2) werden verslagen. De Bossche formatie gaat zonder puntenverlies aan kop, gevolgd door Schaerweijde dat won van Amsterdam (5-3) en gelijkspeelde tegen Tilburg (3-3). Ook de Zeister formatie, die vrijdagavond te sterk was voor Voordaan (6-3), is na drie wedstrijden nog zonder nederlaag. Almere verloor zijn beide wedstrijden in het eigen Topsportcentrum en is na twee speeldagen puntloos hekkensluiter in Poule B.

    Bloemendaal-speler Jan van ’t Land in gevecht om de bal tijdens het duel tegen Gooische. Foto: Koen Suyk

    Uitslagen Poule A

    Klik hier voor de stand in de poule

    Uitslagen Poule B

    Klik hier voor de stand in de poule

  8. HK Zaal (D): SCHC en Amsterdam rukken op, DB ongeslagen

    Leave a Comment

    Tijdens de tweede speelronde van de Hoofdklasse Zaal heeft landskampioen SCHC een inhaalslag gemaakt. Door twee keer te winnen staat de ploeg nu gedeeld eerste in poule A, samen met Rotterdam en HGC. Den Bosch behoudt de leiding in poule B door wederom zes punten binnen te slepen.

    Eerst versloeg Den Bosch, ook ongenaakbaar op het veld, Pinoké met 4-1 om daarna Laren met 6-2 af te troeven. Daarmee zijn de Brabantse vrouwen voorlopig onbedreigd koploper – met zes punten voorsprong op de nummers twee (HDM en Amsterdam). Amsterdam had met twee zeges een heerlijke middag. Zowel Kampong (3-2) als Pinoké (6-2) dolf het onderspit tegen de ploeg die stijf onderaan de poule aan deze wedstrijddag begon.

    Laurien Leurink als vanouds op schot

    SCHC stond na speelronde één nog op maar één punt, maar won zondag in Almere beide wedstrijden. Tegen Rotterdam werd het 5-3, waarna Victoria met 2-4 terug naar Rotterdam werd gestuurd. SCHC-speelster Laurien Leurink – gestopt op het veld – liet met vier velddoelpunten zien nog altijd meer dan uitstekend mee te kunnen op het hoogste niveau. De meeste doelpunten in poule A kwamen zondagmiddag op naam van HGC. Faye Muijderman tekende voor vier van de in totaal twaalf goals.

    SCHC-keepster Marsha Zwezereijn pareert de strafcornerinzet van Victoria-aanvoerdster Mady Hof. Foto: Willem Vernes

    Uitslagen Poule A

    Klik hier voor de stand in de poule

    Uitslagen Poule B

    Klik hier voor de stand in de poule

  9. Curaçao zet volgende stap: ‘Delmée wil hier wel oefenen, zei hij’

    1 Comment

    Het was een historisch moment begin november in de Omaanse hoofdstad Muscat. Curaçao werd tijdens het 49ste congres van de FIH als volwaardig lid in de internationale hockeyfamilie opgenomen. Het is een volgende stap in de verdere ontwikkeling van de sport op het Caribische eiland.

    ‘Jeroen Delmée zei tegen ons dat hij in de toekomst wel een drieluik hier op het eiland wilde organiseren met Nederland, Argentinië en Curaçao.’

    Derk de Wolf moet lachen als hij dat vertelt. ‘Jeroen zei het gekscherend, maar dat hij dat roept, is wel leuk’, zegt de secretaris van de Curaçaose Hockey Federatie (CHF). Samen met bondsvoorzitter Diederik van Buuren is De Wolf een van de belangrijkste drijvende krachten achter het verkrijgen van de internationale status van het Caribische eiland.

    ‘Curaçao staat op de kaart’, concludeert Van Buuren. Niet alleen in figuurlijke zin, maar soms ook letterlijk, voegt De Wolf toe. ‘We moesten op het congres best vaak uitleggen waar Curaçao ligt. We zijn natuurlijk maar een klein stipje in de Caribische zee.’

    De nieuwe leden van de FIH. Foto: Curaçaose Hockey Federatie (CHF)

    Met een miniatuurformaat van de kenmerkende huisjes aan de Handelskade in de hoofdstad Willemstad als weg te geven presentje was het voor Van Buuren en De Wolf in Oman veel handen schudden, kennismaken, contacten leggen, praten en dus ook uitleggen.

    Deel van de hockeyfamilie

    Uit handen van FIH-president Mohammad Tayyab Ikram ontving het tweetal de officiële FIH-vlag en een ingelijst certificaat als bewijs van lidmaatschap. Curaçao maakt nu deel uit van de inmiddels 146 landen tellende internationale hockeygemeenschap. In Oman traden ook Bahrein, Tsjaad, Irak, Kirgizië en Senegal toe tot de FIH.

    Hockey is een kleine sport op Curaçao, maar er wordt al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw gehockeyd op het eiland. De bond heeft iets meer dan tweehonderd leden en de competitie bestaat uit vier clubs (HC De Vrienden, De Jeugd, VRO en CHC). De wedstrijden worden gespeeld op het complex van CVV Willemstad.

    De sport staat in de schaduw van voetbal en honkbal, de populairste sporten op het Caribische eiland. De week nadat Curaçao volwaardig lid werd van de FIH kwalificeerden de voetballers zich voor de Gold Cup, het kampioenschap van Noord- en Centraal-Amerika en het Caraïbisch gebied. De lokale media stonden bol van de prestaties van de ploeg van Dick Advocaat.

    ‘Dan wordt het duidelijk dat hockey niet de grootste sport is’, zegt De Wolf. ‘Hockey heeft best wel wat aandacht gehad in de lokale media, maar er zijn nog zoveel mensen op het eiland die niet weten dat je hier kunt hockeyen.’

    Bekendheid vergroten

    Het vergroten van de bekendheid van de sport blijft daarom een van de belangrijkste thema’s van de bond. ‘Mensen bereik je blijkbaar niet met een website. Die moet je interesseren via TikTok of Instagram. We hebben dan nu ook iemand die ons daarbij helpt.’

    De Wolf zegt: ‘Mensen vinden het wel mooi en zijn trots dat Curaçao met een sport, waar ze misschien iets minder mee hebben, meedoet op internationaal niveau.’

    Het ABC-toernooi Foto: Curaçaose Hockey Federatie (CHF)

    Het FIH-lidmaatschap betekent dat Curaçao zich kan gaan meten met andere hockeylanden. Van Buuren en De Wolf hadden gehoopt op deelname aan de Pan America Cup in Peru afgelopen september, maar dat seniorentoernooi kwam te vroeg.

    Waarschijnlijk gaat Curaçao deelnemen aan de kwalificatiewedstrijden voor de Central American & Caribbean Games die in 2026 op de Dominicaanse Republiek worden gehouden. De kwalificatie vindt plaats van 4 tot en met 11 mei 2025, eveneens op de Dominicaanse Republiek.

    Ook de jeugd staat te trappelen om aan een toernooi mee te doen. ‘Dit jaar hebben we een ontzettend leuke jeugdgroep. Best getalenteerd ook. Hoewel we niet te hard van stapel moeten lopen, denk ik dat we leuk mee kunnen doen’, zegt De Wolf.

    Van Buuren vult aan: ‘Er staat voor komend jaar een aantal toernooien op de agenda, maar die zijn nog met potlood opgeschreven. Het is nog niet duidelijk waar bepaalde jeugdtoernooien plaatsvinden.’

    Vijver aan spelers

    De vijver met spelers op Curaçao is klein. Het ligt daarom misschien voor de hand om in Nederland te gaan scouten. ‘Tussen de regels door proeven we wel dat de Pan American Hockey Federatie (PAHF) en andere sportautoriteiten daar niet echt op zitten te wachten’, constateert Van Buuren.

    Vanzelfsprekend is een geboren Curaçaoënaar speelgerechtigd voor het nationale team. Ook spelers of speelsters die naast een Nederlands paspoort ook in het bezit zijn van een zogeheten sedula, het bewijs dat je staat ingeschreven op het eiland, komen in aanmerking.

    ‘Ook kijken we of het mogelijk is om goedkeuring te krijgen als een van de ouders van Curaçao is zoals je ook al ziet bij het honkbal en het voetballen.’

    Aan het begin van dit millennium bestonden de nationale ploegen van Curaçaos voorloper de Nederlandse Antillen voornamelijk uit spelers en speelsters die in de Nederlandse competitie actief waren.

    ‘Op een gegeven moment bestond het team uit één Antilliaan en voor de rest uit Nederlanders. Dat hebben wij zelf liever niet. De basis moet bestaan uit spelers en speelsters die zelf van Curaçao komen of een link met het eiland hebben. Het perspectief moet zijn dat jij als speler, ook al ben je misschien niet zo goed, de mogelijkheid hebt om voor Curaçao uit te komen. Je wil het spannende Kuifje in de Caraïben-verhaal creëren. Als je alleen maar spelers uit Nederland haalt dan gaat dat verhaal niet meer op’, legt De Wolf uit.

    Het ABC-toernooi. Foto: Curaçaose Hockey Federatie (CHF)

    Samenwerking KNHB

    Op bondsniveau heeft Curaçao tijdens het congres in Oman de nadere samenwerking gezocht met de KNHB. ‘We hebben een nuttig gesprek gehad met de Nederlandse bond. Wij zijn natuurlijk de hele tijd aan het brainstormen en plannetjes aan het bedenken. De KNHB is zeer bereid ons daarbij te blijven helpen’, legt Van Buuren uit

    Hij noemt twee voorbeelden: ‘Tijdens een internationaal toernooi zouden we vanuit de KNHB een trainer voor een bepaalde periode kunnen aanstellen. Of je kan denken aan clinics op scholen. Hoe pak je nu zo’n clinic aan? Zij kunnen ons voorzien van materiaal.’

    Daarnaast staat de Curaçaose bond open voor Nederlandse studenten die voor een bepaalde periode stage zouden willen komen lopen en het jeugdhockey op het eiland op die manier willen ondersteunen.

    De raderen draaien inmiddels, maar het echte werk begint nu pas. Dat beseffen Van Buuren en De Wolf zich terdege. De plannen moeten worden geconcretiseerd. Gesprekken over de aanleg van een hockeyveld, met sponsoren en met partners kosten tijd.

    ‘We hebben gesprekken gehad met de grote partijen als touroperators. Voor de Pan American Games van afgelopen september hadden wel wat kleinere sponsoren, maar we zijn nog op zoek naar een grote partner die ons op een of andere manier voor bijvoorbeeld de komende drie jaar wil steunen’, legt De Wolf uit.

    Interland tegen Nederland

    ‘We zitten nog een beetje in de voorfase. Dan houden de mensen toch een beetje de boot af. Ze willen graag iets concreets horen. Bijvoorbeeld wanneer er een toernooi is. Die zekerheid kunnen we op dit moment niet geven. We zijn misschien van nature een beetje ongeduldig. We zijn erachter gekomen dat dit soort processen nu eenmaal tijd kosten.’

    Het is toekomstmuziek maar een interland tussen Nederland en Curaçao zoals voormalig international Jacques Brinkman voorstelde in een reactie op het vorige artikel over Curaçao begin vorig jaar, daar hebben Van Buuren en De Wolf wel oren naar. ‘We gaan hem daaraan houden.’

    Iedereen die geïnteresseerd is om te komen hockeyen of op een andere manier betrokken wil zijn bij de hockeysport op Curaçao is van harte welkom om contact op te nemen met de Curaçaose Hockey Federatie (CHF) via www.hbcuracao.com.

    Jeugd op Curaçao. Foto: Derk de Wolf

  10. Den Bosch telt af naar de EHL Finals: ‘Alle Brabantse jeugd inspireren’

    2 Comments

    Voor Den Bosch gaat er in 2025 een langgekoesterde wens in vervulling. Voor het eerst in de clubgeschiedenis vinden op de vereniging de EHL Finals plaats. Met maar liefst vijf deelnemende Nederlandse teams – vanwege de combinatie van het dames- en herentoernooi – belooft het bij voorbaat een spektakel te worden. ‘Met dit evenement hopen we heel Brabant te inspireren om te bewegen.’

    Helemaal nieuw is de organisatie van een internationaal hockeyevenement in Den Bosch natuurlijk niet. Zo organiseerde de club in het verleden de EHCC – de vrouwelijke voorloper van de EHL, verschillende Pro League-wedstrijden in 2022 en andere interlands. ‘Wat dat betreft weten we wat ons te wachten staat’, blikt Den Bosch-voorzitter Rob Almering vooruit op het paasweekend (16 t/m 21 april). ‘Het grootste verschil is dat het nu om veel meer wedstrijden gaat. Alleen al de EHL Finals gaan om 26 duels. Daar komen de EHL Hockey ID- en Onder 14-toernooien ook nog eens bij.’

    Het binnenhalen van een evenement van deze orde van grootte was voor Den Bosch een zeer bewuste keuze. ‘Eigenlijk al met de bouw van onze nieuwe accommodatie in 2016 hielden we rekening met het kunnen hosten van iets als dit. Met BrabantSport en de gemeente zijn we dan ook al een aantal jaar bezig om de financiering die erbij komt kijken rond te krijgen. Nu is dat eindelijk gelukt.’

    Maatschappelijke impact

    BrabantSport is een van de belangrijke financiers voor Den Bosch. ‘Zij zien het als een kans om de Brabantse jeugd te inspireren om in beweging te komen. Niet alleen kinderen uit Den Bosch dus, maar regiobreed. Dat doel ondersteunen wij volledig. Nu al merken we dat omringende verenigingen kaarten willen kopen voor een groot aantal leden. Daarnaast willen we nadrukkelijk scholen uit buurten waar kinderen vaak minder makkelijk toegang hebben tot sport uitnodigen voor activiteiten en om wedstrijden te kijken. Dat doen we nu al in Den Bosch, maar breiden we uit naar de rest van de provincie. Uiteindelijk hopen we dit evenement meerdere jaren te organiseren en dan in samenwerking met andere clubs uit de regio, zoals Oranje-Rood. Zo zetten we de regio op de kaart en blijven we aandacht geven aan het inspireren van de jongste jeugd om te sporten en het liefst ook te hockeyen.’

    De (jongste) jeugd inspireren met topwedstrijden is een van de belangrijkste drijfveren voor de organisatie. Foto: Willem Vernes

    Den Bosch telt pak ‘m beet 400 vrijwilligers. Volgens Almering staat een groot deel al te springen om ook bij de EHL Finals de handen uit de mouwen te steken. ‘Dat is natuurlijk ontzettend fijn en ook hard nodig. Er moet zoveel gebeuren, zowel voorafgaand als tijdens het evenement zelf. Denk aan het regelen van een extra tribune, catering, parkeerplaatsen, het plaatsen van stands met merchandise, beveiliging, de ontvangst van sponsoren en het inrichten van ruimtes voor scheidsrechters, pers, EHBO en natuurlijk de deelnemende teams. De faciliteiten zijn er grotendeels al, maar het vergt uiteraard wel wat om te zorgen dat tijdens het weekend alles op rolletjes loopt.’

    Hulp van buitenaf

    Helemaal aan haar lot overgelaten, wordt Den Bosch zeker niet. Zo springen de KNHB en de EHL bij. Ook zoekt de club contact met Pinoké en Amsterdam, die de afgelopen twee jaar de organisatie voor hun rekening namen. ‘Het zou zonde zijn om hun kennis en ervaring niet te benutten. Onze clubmanager heeft daarom al meerdere keren gesproken met Pinoké en Amsterdam. Dat zullen we in de komende maanden ongetwijfeld vaker doen. Alleen al hun ervaring met het mobiliteitsvraagstuk komt goed van pas. Juist omdat we relatief dichtbij Duitsland en België liggen, verwachten we ook veel bezoekers uit die landen – naast supporters uit alle hoeken van Nederland zelf. Dat alleen al vraagt om een goed parkeerplan.’

    Florent van Aubel kust de Alain Danet Trophy nadat Pinoké in 2024 in/vlakbij eigen huis de EHL won. Foto: Willem Vernes

    Met nog een kleine vier maanden te gaan, is er van stress geen sprake bij Almering. ‘Het echte werk moet nog beginnen. Maar als ik zie hoeveel warme reacties er zijn vanuit de club en hoeveel mensen zich al spontaan aanmelden om te helpen, dan ben ik ervan overtuigd dat we het voor elkaar krijgen. Het enige waar we geen invloed op hebben, is het weer. En op de uitslagen natuurlijk. Maar als bezoekers met een glimlach naar huis gaan en wij jeugd hebben geïnspireerd om te gaan sporten en hockeyen, dan is het evenement voor ons geslaagd.’