Wat zijn de cultuurverschillen tussen Amsterdam, Pinoké en Hurley?

In de serie ‘Amsterdam 125 jaar’ blikt hockey.nl in dit jubileumjaar terug op markante momenten uit het verleden van de oudste en meest succesvolle club van Nederland. Vandaag de cultuurverschillen tussen de hockeyclubs in het Amsterdamse Bos, met Amsterdam-voorzitter Marc Staal (sinds 2016. Rechts op de foto) en oud-voorzitters Marjan Icke (Pinoké) en Jan Winkel (Hurley).

Een klein inzicht in de verschillen begint bij het maken van de afspraak. ‘Bij mij op kantoor op de Zuidas, om half negen ‘s ochtends?’, aldus Amsterdam-voorzitter Marc Staal. ‘Op Pinoké? ik heb de sleutels van het clubhuis’, zegt oud-voorzitter Marjan Icke. Jan Winkel vindt het allemaal prima. ‘Ok’, stuurt hij op het verzoek om half negen bij het clubhuis van de Steekneuzen te zijn.

In het Amsterdamse Bos lijkt het maar een bruggetje, maar betreed je een andere wereld als je opeens op Amsterdam, Pinoké of Hurley staat?

Staal: ‘Het is echt typisch Amsterdam om het verschil tussen Hurley, Pinoké en Amsterdam een beetje plagerig ‘veertig’ te noemen. Want wij bestaan veertig jaar langer. En we hebben veertig landstitels meer dan Hurley en Pinoké .’

Winkel: ‘De verschillen zijn demografisch aanwezig. Pinoké bestaat voor zestig, zeventig procent nog uit mensen uit Amstelveen. Bij Amsterdam en Hurley spelen voornamelijk Amsterdammers. Om het cultuurverschil te zien moet je het wagenpark bekijken op de parkeerplaats. Bij ons zie je meer Volvo’s en Renaults. Bij Amsterdam meer de SUV’s, de Range Rovers en de Porsche Cayennes.’

Icke: ‘Vroeger kozen mensen Amsterdam als hockeyclub omdat ze daar konden netwerken. Het was goed voor je zakelijke contacten.’

Winkel: ‘Ook BN’ers kiezen normaal gesproken eerder voor Amsterdam. Vroeger waren de verschillen tussen de clubs groter. Nu is dat wat minder. Dat komt ook door de krapte bij de jeugd. Vroeger ging iedereen van een bepaalde school naar Hurley. Maar sinds het WK van 1998 is hockey veel populairder geworden en zijn er wachtlijsten ontstaan. Door de wachtlijsten die we al een tijdje hebben ben je al blij als je ergens geplaatst wordt. Daardoor is de keuze van de club minder belangrijk en ook mogelijk geworden.’

Even een oud beeld schetsen dat weleens wordt gebruikt: Amsterdam is van oudsher een eliteclub. Pinoké een studentenclub. Hurley de club van de middenstanders?

Icke: ‘Dat was ooit zo misschien. Maar tegenwoordig niet meer.’

Winkel: ‘Ik spreek dit beeld tegen. De enige middenstander die ik ooit op Hurley kende had een bloemenzaak. Verder loopt er van alles rond. Ook notarissen en artsen.’

Staal: ‘Amsterdam is nu wel meer Amsterdam-Zuid dan vroeger. Dat is zo gegroeid. We hebben een wachtlijst en je kunt voorrang krijgen via broertjes en zusjes.’

Wat bewonderen jullie het meest aan de andere clubs?

Winkel: ‘Dat ze bij Pinoké een nog hechtere aanhang lijken te hebben dan bij Hurley en Amsterdam. Zoiets als een competitiewedstrijd op vrijdagavond loopt snel vol bij Pinoké. Bij Hurley en Amsterdam komen ze daar minder snel de stad voor uit.’

Staal: ‘Bij Hurley voel je je snel thuis. Dat is fysiek zelfs zo als je daar komt. Alles is gelijkvloers en open op de club. Het hele complex heeft iets heel inclusiefs. Dat fysieke gevoel komt helemaal terug in de sfeer die je er aantreft.’

Een lachende Icke: ‘Ik bewonder het dat Amsterdam maar niet van zijn elitaire imago afkomt. Ik snap niet waarom dat maar niet verdwijnt.’

De bosderby Hurley-Pinoké in 2016. Foto: Alex Mulder

Amsterdam is de topclub in het Amsterdamse Bos. Pinoké en Hurley doen leuk mee, maar zullen nooit de play-offs bereiken. Die status quo is prima?

Winkel: ‘Bij Pinoké scheelde het op een gegeven moment weinig, of ze hadden een keer play-offs gespeeld. De jeugd doet het daar goed, maar ze halen ook wel jonge spelers van buitenaf. Dat is een beleid waar Amsterdam en Hurley niet voor kiezen. Maar inderdaad, Amsterdam is de topclub. Bij Hurley hebben we nooit de ambitie om op dat niveau van Amsterdam mee te draaien. Bij Hurley spelen we pas op niveau sinds eind jaren negentig. Wij hebben een ander budget en zijn daar altijd eerlijk over geweest. Ik ben weleens uitgelachen op een hoofdklasseoverleg waarin we openheid van zaken gaven. Ik noemde een budget van spelersvergoedingen van 45.000 euro. Toen lachte de voorzitter van Oranje Zwart heel hard. Ik moest namelijk wel al onze spelers noemen. Niet slechts eentje. Terwijl wij vonden dat we een grote stap hadden gemaakt.’

Staal: ‘Wij hebben gekozen om elk jaar voor de play-offs te gaan met zowel de mannen als de vrouwen. Dat is een behoorlijk kostbare huishouding. Het is geen miljoen euro, maar wel een substantieel bedrag. Het legt druk op waar we mee bezig zijn. Vaak kiezen hockeyclubs om flink te investeren in de heren of de dames. Wij doen allebei. Wij zijn veertig keer landskampioen. Negentien keer bij de vrouwen. Eenentwintig keer bij de mannen. Het blijft altijd een uitdaging. Iedereen verwacht van ons dat we altijd bovenin blijven spelen, daar gaan we ook voor, maar wel bewust met weinig buitenlandse spelers.’

Winkel: ‘Ik vind dat als je het niet haalt bij het eerste team van Amsterdam, je ergens anders in het bos moet gaan spelen en je niet het heil buiten het bos moet gaan zoeken, zoals bij Schaerweijde. Als je na een paar jaar beter bent geworden, kun je zo terugkeren. Eigenlijk zou je een model moeten hebben waarbij je de financiën ook hierin meeneemt en elkaar als bosclubs versterkt.’

Icke: ‘Hele goede jeugd ging bij ons altijd weg. Maar nu gaat het met de jeugd uitstekend. Misschien moeten we nog meer sponsors binnenhalen om echt serieuzer mee te doen.’

Staal: ‘Voor ons is het frustrerend als het allemaal nét niet lukt zoals in 2016 (Amsterdam werd tweede van Nederland en van Europa, red.). Er is snel reuring. Mensen zijn verbaal vaak erg assertief bij Amsterdam. Dat is overigens ook de aard van onze topspelers. Van de Billy Bakkers en de Valentin Verga’s en de Kitty van Males. Die leggen zelf de lat hoog. Die zijn ook gefrustreerd als ze het niet halen. Dat we nu voor Amsterdam een no-nonsense Australiër (assistent-bondscoach en oud-speler van Amsterdam Graham Reid, red.) aan het roer krijgen lijkt me goed.’

Bosderby’s zijn de mooiste wedstrijden die er zijn?

Staal: ‘Ja, vind ik wel. Het is jammer dat Hurley gedegradeerd is bij de mannen en Pinoké bij de vrouwen. Ik vind die wedstrijden mooi. Het is toch veel leuker om even over een bruggetje te lopen om naar een wedstrijd te kijken dan dat je de hele A2 af moet karren voor een wedstrijd. Het is veel gezelliger. Er komen toch meer mensen kijken.’

Icke: ‘Bij Pinoké tegen Amsterdam heb ik altijd het idee: leuk, maar we maken geen kans. Bij Hurley heb ik dat natuurlijk niet.’

Winkel: ‘Bosderby’s hebben altijd iets speciaal, want je speelt letterlijk tegen je buren. Natuurlijk is de wedstrijd met Hurley tegen Amsterdam in negen van de tien gevallen kansloos. Maar heel soms zijn ze dat niet. Pinoké tegen Hurley is vaak gelijkwaardig. Amsterdam is als de grote broer die je altijd onderuit probeert te halen.’

Het oude clubhuis van Pinoké, dat erg veel weg had van een skihut en beroemd was om de Playbackshow en de Thé Dansants.

Wie heeft het mooiste clubhuis?

Een lachende Staal: ‘Ik weet gewoon dat jullie niet Amsterdam gaan zeggen.’

Icke: ‘De oude skihut van Pinoké was legendarisch.’

Winkel: ‘In die periode en in die tijd was de skihut top. Wat we nu hebben liggen bij Hurley is goed. Dat vlakke, waar je zo in- en uitloopt, met het grasveld ernaast. Dat maakt het prettig en ruimtelijk.’

Icke: ‘Wij hebben helaas teveel treden. En er is geen plek voor een tribune. Amsterdam vind ik echt net een bunker.’

Staal: ‘Wij maken het nu gezelliger met foto’s uit onze lange historie. Het oogt misschien wat functioneel. Daar proberen we wat aan te doen. Het gaat straks ook opnieuw bestraat worden voor het clubhuis. We hebben nu ook hospitality-faciliteit in het stadion zelf die wij af en toe mogen gebruiken. Maar wij willen géén idee van twee clubhuizen.’

Amstelveen - Clubhuis Pinoke, tijdens de tweede play out wedstrijd tussen de vrouwen van Pinoke en Nijmegen (4-1). © 2015 Koen Suyk

Pinoké clubhuis. Foto: Koen Suyk

Hurley clubhuis. Foto: Kees Boelhouwer

Clubhuis Amsterdam

Het Amsterdamse Bos is het hockeyparadijs van de wereld?

Staal: ‘Ja. Als je op een zaterdagochtend alle kleine kinderen in Hurley, Amsterdam en Pinoké shirt op de fiets ziet, is dat echt een feest. Zo’n vrolijk gezicht. Het is alleen jammer dat we door de wachtlijsten bij de jeugd van de driehonderd aanmeldingen maar zeventig kinderen kunnen aannemen.’

Winkel: ‘Als ik inspiratie wilde opdoen als voorzitter, ging ik ook op zaterdagochtend om negen uur naar Hurley. Dat geeft energie. Dan weet je weer waarom je het doet. De puurheid van lekker hockeyen met z’n allen. Het hele bos stroomt dan vol met kinderen, die al in hun hockeytenue hebben geslapen.’

Historie hockey in het Amsterdamse Bos

Met meer dan zesduizend hockeyers en de clubs Amsterdam, Hurley en Pinoké is het Amsterdamse Bos het park met de grootste concentratie hockeyers in de wereld.

Historie Amsterdam: De Amsterdamsche Hockey- en Bandy Club werd opgericht op 28 januari 1892 in het American Hotel in Amsterdam door onder meer Leonard Corneille Dudok de Wit. Hiermee is de AH&BC ook de oudste hockeyclub van het Europese vasteland.

Historie Pinoké: We schrijven 23 januari 1929 als de Amsterdamsche Mixed Hockey Club O.K. wordt opgericht.  In 1932 kwam door inspanningen van Otto Cornelissen in Amsterdam Zuid de Amsterdamsche Hockey Club Pinokkio van de grond. Deze beide clubs vormden na een roerige periode vanwege de tweede wereldoorlog in 1946 uiteindelijk de Amsterdamsche Mixed Hockey Club Pinoké, met Ko Brandsma als eerste voorzitter.

Historie Hurley: Hurley werd 12 juli 1932 in Amsterdam opgericht. De naam van de club, THC Hurley is afgeleid van het van oorsprong Ierse balspel “Hurling”: een combinatie van rugby, voetbal en hockey waarbij met een hurley (een soort stick) wordt gespeeld.

(bron: ahbc.nl/hurley.nl/pinoke.nl)

In november verschijnt het lustrumboek met nog veel meer verhalen over 125 jaar Amsterdam. Het boek is nu al te bestellen.

 


Wat vind jij? Praat mee...