De verdwenen club: Tegenbosch, het PSV van het hockey
Nederland heeft meer dan driehonderd hockeyclubs. Maar in de rijke historie van onze sport is ook een aantal clubs ter ziele gegaan. Op die verenigingen blikken we in deze serie terug. In deze aflevering gaan we langs bij PSV Tegenbosch. Inderdaad, uit Eindhoven.
Onze duik in het verleden van PSV Tegenbosch begint – toeval of niet – onder de rook van het Philips Stadion. Nog geen kwartier lopen woont Andy Wijzenbeek, een kwieke zeventiger en vooral een Eindhovense hockeylegende die ons meeneemt in deze tijdreis, van het onderkomen van de bekende voetbalclub uit de Lichtstad.
Minder bekend, zelfs onder hockeyers, is het voormalige hockeyzusje van PSV, dat van 1983 tot 2000 onderdeel uitmaakte van onze sport. ‘Dat klinkt natuurlijk leuk’, vindt ook Wijzenbeek, als hij op deze maandagochtend in augustus voor zijn appartement bij de verslaggever in de auto stapt. Inderdaad, er volgt een maar. ‘In de krant stond altijd PSV Tegenbosch. Maar in de volksmond was het altijd gewoon ‘Tegenbosch’, al was het Philips-verleden wel altijd duidelijk zichtbaar op de eerste locatie van de club. Daar gaan we het eerst naar toe.’
In het ritje naar de westkant van de stad – vlakbij het vliegveld – begint Wijzenbeek over de ingewikkelde geschiedenis van het Eindhovense hockey. Een opeenstapeling van fusies van clubs met namen die veel op elkaar lijken. ‘Ik zal je de korte versie vertellen. Tegenbosch is een fusieclub van HTCC en HTC Eindhoven. Twee clubs die allebei verbonden waren aan Philips, dat vroeger heel actief was in de stad. De schouwburg was van Philips, de bibliotheek ook. De clubs kregen subsidie van ze, in het bestuur was het bedrijf ook vertegenwoordigd. HTC speelde op De Herdgang, maar daar gingen de voetballers van PSV trainen. Als hockeyers moesten we daardoor weg, beide teams gingen verder spelen op het terrein van HTCC als Tegenbosch. Het sportpark van HTCC heette zo, vandaar.’
Straatnamen als herinnering
Van HTCC – de club die Wijzenbeek in 1971 eigenhandig de landstitel bezorgde – of PSV is geen herinnering meer over in het villawijkje waar de Eindhovenaar uit de auto stapt. Gelukkig verwijzen twee straatnamen nog wel naar het voormalige sportpark, waar ook een voetbalclub zat. De ‘Tegenboschstraat’ en ‘Tegenbosch’ doen denken aan de jaren dat hier geen blaffende bouviers stonden langs de grote metalen poorten, maar dat hier nog gehockeyd werd. ‘Ik ben hier nooit teruggeweest’, zegt Wijzenbeek. ‘Waar nu die grote huizen staan, was vroeger het stadion van HTCC en later ook Tegenbosch. Hier, ik heb er nog een foto van. Het Frans Otten Stadion.’
Wijzenbeek trekt het bewijs uit het plastic mapje dat hij in zijn hand heeft. ‘Otten was een weldoener en directeur van Philips. Hij heeft veel betekend voor de sport in Eindhoven. Ze hebben het stadion nog verplaatst naar het tweede complex van Tegenbosch, waar we zo heengaan. Uiteindelijk is het gesloopt, omdat het te gammel was geworden.’
‘De band met Philips was er dus altijd. Maar het was niet noodzakelijk om daar te werken om hier te mogen hockeyen. Tegenbosch was altijd kleiner dan Oranje-Zwart en EMHC. De derde club van de stad in aantal leden, in de jaren tachtig en negentig. Maar de prestaties logen er niet om. We zijn met heren 1 heel dichtbij promotie naar de Hoofdklasse geweest in 1988. Omdat we een uitwedstrijd bij GHBS niet wonnen, lukte dat niet en werden we tweede in de Overgangsklasse. Zonde. Het was uniek geweest.’
Ze waren dus niet de grootste, maar ambities waren er zeker. Zo ging het verhaal dat de club international Harrie Kwinten, die zijn carrière bij Tegenbosch begon, terug wilde halen van Hoofdklasser Oranje Zwart. De toenmalige middenvelder zou ook een baan krijgen bij Philips. Wijzenbeek graaft in zijn geheugen. ‘Ik weet niet meer precies hoe dat ging. Het zou wel kunnen dat hoge Philips-mensen ‘wel wat konden regelen’. Niet qua geld, maar wel in de zogeheten voorwaardelijke sfeer.’
Een nieuwe plek, in het noorden van de stad
Wijzenbeek loopt het erf op van een van de grote villa’s. Niemand thuis, behalve een blaffende hond. ‘Begin jaren negentig besloot Frits Philips, de grote baas, het terrein te gebruiken om er huizen op te zetten. Dat was natuurlijk zonde. We zaten hier midden in de natuur, weg van de stad, in de bossen. Maar dat afgelegene had ook een keerzijde. Het was, zeker voor jeugdleden, best een spannend stuk om te fietsen. In the middle of nowhere. We kregen een nieuwe plek in Woensel, in het noorden van de stad. Dat voelde eerst als een achteruitgang. De locatie was veel minder mooi. Maar er lag wel een nieuwe wijk achter, waarin veel hockeypotentie zat. Voor de toekomst van de club was die verhuizing zo slecht nog niet.’
Als Wijzenbeek onder het straatnaambordje wil poseren, vallen er wat printjes uit zijn mapje. Zijn oog valt op portretjes van spelers met de – très retro – shirts met sponsornaam Philips Video. De dames van Tegenbosch speelden in die periode overigens met Philips Magnetron. ‘Even zien, dit is de selectie van het seizoen 1989-1990. Kwam ik tegen in de koffer die ik thuis heb met hockeyspullen. Kijk, Michel van den Heuvel (oud-bondscoach van Oranje en nu bondscoach van de Belgische heren, red.). Die herken je vast. Was een van de topscorers van dat seizoen. Roy Bax, Ton van Poppel. Zijn later allemaal coaches geworden. Jeroen Wilken, mijn aanvoerder. Hij werd later nog voorzitter van Eindhoven.’
Wijzenbeek schrikt op. ‘Daarover gesproken. We moeten door. Er wordt op ons gewacht.’
Het zaaltje zonder naam
Vijf minuten later zwaait de achterdeur van het clubhuis van HC Eindhoven – niet de verwarren met HTC Eindhoven – open. Hannie van den Hove, van de Horecacommissie, begroet Andy als een oude vriend. Wijzenbeek stiefelt direct door naar een hoek van het clubhuis. Voor een deur blijft hij staan. ‘Ze hebben mijn naam weggehaald’, klinkt het wat beduusd. Verduidelijkend: ‘De club heeft dit de Andy Wijzenbeek-zaal genoemd. Een paar jaar geleden was ik hier coach en mocht ik daar niet naar binnen, toen ik een teambespreking wilde houden.’ Hij kan de lol er nu wel van inzien. ‘Al voelde het toen een beetje stom.’
‘We zijn met een grote zomerschoonmaak bezig’, verklaart Van den Hove de afwezigheid van het bordje. ‘Maar daar hang je nog wel hoor’, wijst ze naar een oude teamfoto aan de muur. ‘Met snor!’ De oude beelden brengen het duo terug in de tijd van het oude clubhuis, dat in 1992 in gebruik werd genomen. ‘Die noemden we de varkensstal’, lacht Wijzenbeek. ‘Daar hebben we feesten gehad… Zondag na de wedstrijden stonden we op de tafels te dansen. Een dag later lag er nog steeds een dikke laag bier op nog de grond.’
‘Oh, das nog steeds zo hoor’, klinkt het lachend vanachter de bar.
Het is een wand vol herinneringen aan alle voorgangers van HC Eindhoven. Inderdaad, wederom een fusieclub. Ditmaal tussen Tegenbosch en Racing. Wijzenbeek loopt straal voorbij aan zijn eigen besnorde foto. Hij blijft wel even staan bij een zwart-wit plaat van HTCC. ‘Kijk, Maarten Sikking’, klinkt het zacht, over de legendarische, op jonge leeftijd overleden, keeper. ‘We willen hier ook de shirts van alle clubs ophangen waaruit HC Eindhoven is ontstaan’, zegt Hannie. ‘Jullie komen hier voor een verhaal over Tegenbosch toch? Ik heb het shirt al even apart gelegd.’
Van lichtblauw naar groen-paars
Van den Hove loopt naar Wijzenbeeks zaaltje en komt snel terug met een lichtblauwe polo. Wijzenbeek: ‘Ik heb dat altijd een heel mooi tenue gevonden. Chique, een beetje als Laren. Alleen hadden die ook van die prachtige donkerblauwe broeken. Eigenlijk heb ik geen idee waarom Tegenbosch in het lichtblauw speelde. HTC hockeyde in het korenblauw, HTCC in het zwart.’
‘En ja, daarna werd kwam dit.’ Wijzenbeek wijst in de rondte, naar het vaak vergruisde paars-groen van HC Eindhoven. ‘Veel mensen vinden het verschrikkelijk lelijk’, weet hij. ‘Het is ook anders dan ik vooraf dacht. Ik had een beetje de kleuren van Wimbledon voor ogen. Ook paars-groen. Maar daar gebruiken ze pastel-tinten, haha. Dit is iets feller. Aan de andere kant, dit is wel opvallend. Het gaat niet op in de massa van clubkleuren die al bestonden. Liever zo dan saai en onopvallend.’
Die kleuren zijn sinds 2000 te vinden aan de Marathonloop, de doorgaande weg waaraan HC Eindhoven zit. ‘Tegenbosch kreeg de velden naast Racing, dat hier al speelde op het complex. Het was dan ook logisch dat beide clubs vroeg of laat samengingen. Op voorspraak van de gemeente gebeurde dat dan ook, al hadden de clubs een verschillend karakter. Racing, dat waren de werkers. Tegenbosch de bestuurders, met het chique verleden van HTCC.’
Vliegende start
Dat klinkt als water en vuur. ‘Gelukkig was er in het eerste seizoen al een groot feest, toen we met heren 1 promoveerden naar de Overgangsklasse’, zegt Wijzenbeek, die ook toen aan het roer stond van het eerste mannenteam. ‘Dat zorgde voor een vliegende start. Die afkomst maakte ineens een stuk minder uit, al bleven er wel altijd teams die bestonden uit een oude club. Zo speelde hier lange tijd ons heren 4, een team dat afkomstig was van het oude HTC Eindhoven. Die speelden hun wedstrijden in het blauw.’
Het woord fusie valt voor de laatste keer tijdens dit interview. ‘Achteraf is het allemaal goed geweest voor het hockey in Eindhoven. Clubs hebben het commercieel gezien steeds moeilijker. Vroeger stonden we hier op zondag om acht uur nog op de tafels. Nu is er om half zes geen kip meer. Als die clubs allemaal niet waren samengegaan, hadden we hier op deze plek wellicht helemaal niet meer gehockeyd. Het is goed zo.’
Wijzenbeek loopt het clubhuis uit. Op 11 september staat-ie hier ongetwijfeld weer langs het hek bij de eerste thuiswedstrijd van HC Eindhoven. De club, samengesteld uit zoveel puzzelstukjes uit zijn rijke hockeyleven.
3 Reacties
MargitKiewit
Leuk om te lezen. Ik startte bij de z’jes van htc Eindhoven, ging mee naar Tegenbosch waar mijn eerste coach Ton van Poppel was 😃
RoyBax
Mooie trip 'down memory lane'. Ook dat waren mooie tijden!
RogierGutlich
Heel leuk artikel! Heb zelf een periode met Andy mogen samenwerken bij Oranje-Zwart. Prachtige kerel, veel van geleerd en volgens mij toen der tijd mijn 2e kans als trainer/coach bij O/Z aan te danken... Dankjewel Andy!