Annika Flieringa moest stoppen van haar arts, maar haalde Oranje
Het Nederlands elftal is het hoogst haalbare voor een hockeyer. Slechts 915 spelers trokken ooit het shirt van Oranje aan. Annika van den Haak-Flieringa (43) speelde in 2006 vier interlands tijdens een vierlandentoernooi in Argentinië.
Er wordt gebeld. Annika Flieringa kijkt naar het scherm van haar telefoon. Een onbekend nummer. Laat maar, denk ze. Maar haar nieuwsgierigheid is groot. Ze besluit terug te bellen. ‘Hallo, met Marc Lammers’, hoort ze aan de andere kant van de lijn
Flieringa moet lachen als ze eraan terugdenkt. ‘Ik dacht twee seconden: huh. En zei vervolgens ook alleen maar: oh, oh. Hij moest ook lachen en daarna hadden we een leuk gesprek.’
Bondscoach Lammers van de Oranje Dames heeft Flieringa zien spelen bij haar club SCHC en is onder de indruk geraakt van de vechtlust van de middenvelder. Hij nodigt haar uit voor de trainingsgroep van Oranje.
‘Ik was helemaal in de gloria aan de telefoon’, vertelt Flieringa die de oproep van de bondscoach helemaal niet had verwacht. ‘Ik had de droom die ik vroeger had over spelen in het Nederlands elftal eigenlijk al opzijgezet. Dat ging er toch niet meer van komen, was mijn gedachte. Ik was immers ook al 24. Dit was dus echt: wauw, dat ik dit nog mag meemaken.’
Ziekte van Crohn
Zeven jaar eerder is Flieringa namelijk ernstig ziek. Ze is getroffen door de Ziekte van Crohn en ligt twee maanden in het ziekenhuis. Ze weegt op het dieptepunt nog maar 36 kilogram. Sondevoeding helpt haar uiteindelijk weer op de been. De behandeld arts vertelt Flieringa dat ze tophockey uit haar hoofd moet zetten.
‘Normaal gesproken ben ik niet tegendraads, maar hiervan dacht ik: nee, dat ga ik echt niet doen. Er zijn een heleboel dingen die ik wil opgeven, maar tophockey ga ik zeker niet opgeven. Omdat ik de woorden blijkbaar zo oprecht uitsprak, was het voor mijn arts ook oké en steunde hij mij in die keuze.’
Het betekent wel dat Flieringa haar leven anders moet gaan indelen om haar studie, sociale leven en hockey te kunnen inpassen. ‘Ik moest veel rusten. Voor mijn studie heb ik een apart traject gevolgd, maar dat heb ik nooit een probleem gevonden.’
Op het moment van haar ziekte speelt Flieringa bij Bloemendaal. Ze speelt zeven seizoenen, waarvan de laatste drie als aanvoerster, voor de club op ‘t Kopje voordat ze in de zomer van 2005 de overstap maakt naar SCHC. ‘Dat seizoen heb ik fijn en lekker gespeeld waardoor ik in de picture kwam bij het Nederlands elftal.’
Binnen de lijnen omschrijft Flieringa zichzelf als een stofzuiger. ‘Ik was overal en nergens. Je kwam mij 26 keer tegen. Ik had geen specifieke truc maar was wel heel goed in het ontwijken van sticks. Intuïtief speelde ik daar makkelijk tussendoor. Ik ben ook een typische middenvelder. Ik kon aanvallen. Ik kon verdedigen. Niet dat ik ergens echt in uitblonk, maar ik werkte wel hard, veroverde ballen, gaf assists en kon het spel verleggen naar de andere kant.’
Hechtingen en blauw oog
Na het telefoongesprek met Lammers sluit Flieringa in de laatste maanden van 2005 aan bij Oranje. Lammers en zijn selectie werken toe naar het vierlandentoernooi in Argentinië. In januari 2006 speelt de nationale ploeg in Cordoba tegen het gastland, Australië en Engeland. ‘Een aantal vaste speelsters uit de selectie konden niet mee naar Argentinië, want er was ook een EK Zaal’, herinnert Flieringa zich.
Op de laatste trainingsdag met Oranje vlak voor vertrek krijgt Flieringa te horen dat ze bij de selectie zit die naar Argentinië gaat. De blijdschap slaat echter al snel om in schrik als ze tijdens de laatste training een bal tegen haar hoofd krijgt.
‘Ik had een gat in mijn hoofd en het enige wat ik dacht: nee, dit kan niet. Ik moet echt mee. Ik was net in een halleluja-stemming dat ik mee mocht. Het viel uiteindelijk mee, maar ik zat met een blauw oog, vier hechtingen en een pleister erop in het vliegtuig.’
Voorafgaand aan de trip naar Argentinië moet nog een belangrijke horde worden genomen. Vanwege haar medicatie heeft Flieringa voor de Nederlandse competitie een medisch attest voor de dopingcontrole. Maar deze dispensatie geldt niet voor internationale wedstrijden. Dus schrijft ze een brief naar de FIH om te voorkomen dat ze bij een eventuele dopingcontrole wordt betrapt op een verboden middel.
Medicatie ligt nog thuis
Na aankomst in Argentinië beleeft Flieringa opnieuw een schrikmoment. Ze blijkt haar medicatie thuis te hebben laten liggen. ‘Superstom, hoe kan ik dat nu vergeten? Ik was toen wel even in paniek, maar de teamarts verzekerde mij al snel dat het geen probleem was. Zij heeft bij een apotheek ter plekke de medicijnen besteld.’
Flieringa vertelt haar verhaal met groot enthousiasme. Voorafgaand aan het interview heeft ze haar eigen verslagen met plezier teruggelezen. Verslagen die Flieringa heeft geschreven aan haar familie zittend achter een computer in een internetcafé in Cordoba. Zo schrijft ze onder meer over de sportbeleving in Argentinië. ‘Het was gekte daar. Ik heb me daar echt een soort voetballer gevoeld’, herinnert Flieringa nog. Haar ogen beginnen te glinsteren als ze verder vertelt.
Handtekeningen
‘Met een politie-escorte werden we naar ons hotel gebracht. Buiten stonden allemaal kinderen te wachten. In het begin dacht ik: wat doen die hier? Die kinderen stonden allemaal te wachten voor een handtekening. Zij wilden je ook even aanraken. Ik had zoiets: ik ben het maar. Jullie moeten die andere speelsters hebben. Maar dat maakte hen niets uit. Tijdens een rustdag ging ik met een groepje de stad in. We liepen in een trainingsoutfit. Toen we in een winkel waren en iets wilden afrekenen, kwam het personeel allemaal naar de toonbank met pennen. Wilden ze een handtekening. Voor en na de wedstrijd stonden er ook allemaal kinderen te wachten. Die wilden alles wat je ook maar aanraakte hebben. Ik heb een handschoen gegeven, dus die ligt waarschijnlijk nog ergens in Cordoba bij iemand thuis.’
Wat haar ook bij is gebleven is de sfeer in het stadion tijdens de wedstrijden tegen Argentinië. ‘In die dagen ervoor werd je als een soort held onthaald, maar in het duel tegen Argentinië werden we bij alles wat we deden uitgefloten en uitgejoeld. Er werden ook liederen gezongen. Ik spreek geen Spaans, dus ik verstond niet wat ze allemaal riepen maar ik vond het te gek. Het klonk voor mij heel erg opzwepend en gaf een extra boost. Zo’n stadion helemaal vol. Een gekkenhuis. Dat vond ik echt heel indrukwekkend. In mijn verslag las ik terug dat ik na de finalewedstrijd een uur bezig bent geweest om überhaupt van het clubhuis naar de bus te komen.’
Op het vierlandentoernooi speelt Flieringa alle wedstrijden. ‘De eerste keer dat het Wilhelmus werd gespeeld, was een kippenvelmoment. De eerste wedstrijd ging niet supersoepel. Ik moest wennen. Wennen aan de manier van spelen op internationaal niveau. Maar ook aan de manier van fluiten. In die tijd werd er op nationaal niveau sneller gefloten. Nu moest ik harder werken voor de bal. In de tweede wedstrijd speelde ik meer onbevangen.’
Na haar debuut ontvangt Flieringa het speldje, dat iedere Oranje-debutant krijgt. ‘Dat speldje heb ik aan mijn vader gegeven. Mijn ouders zijn altijd mijn allergrootste fans geweest. Zij hebben bijna alle wedstrijden van mij gezien. In Argentinië waren ze er niet bij. De selectie werd pas kort voor vertrek bekendgemaakt en zij durfden het niet aan om van tevoren tickets te kopen. Mijn vader zegt het nog altijd jammer te vinden dat hij mijn debuut in Oranje niet heeft meegemaakt. Bij thuiskomst heb ik dan ook gezegd: dit speldje is echt voor jou. Mijn vader heeft het thuis een mooi plekje gegeven.’
Aan het einde van de trip worden Flieringa en een andere debutant Lotte Bant, die geblesseerd is geraakt aan haar duim, tijdens een afsluitingsdiner in het zonnetje gezet. Fleringa krijgt een ingelijst toernooivaantje uit handen van Lammers. ‘Ze hadden niet veel meegemaakt dat iemand met zoveel enthousiasme alles had beleefd. Ik denk dat ik de gehele periode van oor tot oor heb gestraald. Dat was voor hen blijkbaar heel bijzonder.’
Oefenen en nog eens oefenen
Een paar weken later krijgt Flieringa een evaluatie waaruit komt dat ze zich op bepaalde punten moet verbeteren. ‘Ik heb echt uren op mijn backhandschot getraind. Ik was daar niet goed in, want ik schoot eigenlijk nooit met de backhand. Dat zat namelijk helemaal niet in mijn spel.’ Ze traint extra op de club en op haar dakterras oefent Flieringa op technieken zoals liftjes.
Na Cordoba wordt Flieringa nog uitgenodigd voor een trainingsstage in Duitsland, maar haalt de achttienkoppige selectie voor de Champions Trophy niet. ‘Ik had op het dakterras kunnen oefenen tot ik een ons woog. Ik kon leuk meehockeyen op dit niveau, maar als speelster van Oranje moet je iets extra’s brengen. Eva de Goede deed in Duitsland voor een van de eerste keren mee. Daaraan zag je meteen: die kan aan alle kanten iets extra’s brengen. Dat extraatje had ik niet. Ik heb dan ook nooit hartzeer gekend of teleurgesteld geweest.’
‘Ik heb het eigenlijk nog beter gedaan dan ik ooit had kunnen denken’, zegt Flieringa. ‘Ik heb iets bereikt waarvan ik nooit heb gedacht dat te kunnen bereiken. Het is zeker een dierbare herinnering en ik denk er ook heel veel aan terug.
Flieringa: ‘Hockey heeft mij, naast de geijkte dingen als doorzettingsvermogen en een niet-piepen-maar-doorgaan-mentaliteit, inderdaad zelfvertrouwen en geloof in mijzelf opgeleverd. Tophockey en tegelijk chronische ziek zijn is niet voor iedereen zo een vanzelfsprekende combinatie.’
‘Niet iedereen begreep dat ik zoveel dingen opgaf voor het hockeyen of ze begrepen niet dat ik zei dat ik bepaalde dingen niet kon doen omdat ik daar niet voldoende energie voor had terwijl ik wel voldoende energie had om zo vaak en zo veel te hockeyen. Je zag immers aan de buitenkant ook niet aan mij dat ik ziek was. Die oordelen over mijn keuzes deden best pijn. En in de hockeywereld kreeg ik juist altijd heel veel waardering en werd ik vooral heel positief beoordeeld om wie ik was, om wat ik deed en om welke keuzes ik maakte. Ik voelde me in die wereld heel fijn en heel veilig. Die waardering die ik binnen de hockeywereld kreeg om mijn eigen pad te kiezen samen met de beloning van het voor mij hoogst haalbare in hockey halen, heeft mij echt eigenwaarde en zelfvertrouwen opgeleverd. En met terugwerkende kracht voel ik dan ook echt trots over het vasthouden aan mijn eigen keuzes.’
4 Reacties
Ingepoelmans
Tof Akkie!!
annika130381@hotmail.com
Thanks! 😊
sabrinerector
Wat een mooi stuk Annika! Lang geleden alweer. Herken je precies in alles wat geschreven staat, vechter en doorzetter, wat mag jij trots zijn op jezelf. Een eer om naast jou te hebben mogen hockeyen. ❤️
Marc Lammers
Leuk om dit zo terug te lezen. En gaaf dat je er zoveel positieve energie uit hebt gehaald. Gr Marc