Remko Slotema: de international die maar twee passes gaf

Het Nederlands elftal is het hoogst haalbare voor een hockeyer. Slechts 911 spelers trokken ooit het shirt van Oranje aan. Remko Slotema (47) speelde in 1998 twee interlands.

‘Ik heb twee caps en in totaal twee minuten gespeeld. Daarin heb ik de bal twee keer aangeraakt. En die twee ballen gaf ik netjes aan dezelfde kleur, dat dan weer wel. Maar dat was het dus.’

Remko Slotema schetst in een notendop zijn loopbaan als Oranje-international. In de zomer van 1998 speelt de verdediger van HGC tegen India en Duitsland tijdens de Hamburg Masters. Een oefentoernooi dat een maand na het gewonnen WK in Utrecht werd gehouden. In Hamburg eindigt Nederland als tweede achter de Duitsers.

De uitnodiging voor Oranje komt uit de lucht vallen. Diederik van Weel is op het laatste moment afgehaakt met een blessure. Bondscoach Roelant Oltmans moet op stel en sprong een vervanger zien te vinden. Zijn assistent Maurits Hendriks biedt de oplossing. Als clubcoach van HGC kent hij Slotema goed.

Remko Slotema in actie voor Jong Oranje. Foto: Privéarchief Remko Slotema

‘Een huisgenoot vertelde mij dat ik was geselecteerd. Die huisgenoot had helemaal niets met hockey. Ik dacht ook eerst dat het een grap was, maar toen hij de naam van Peter Elffers (destijds manager van Oranje Heren, red.) noemde, wist ik dat het serieus was.’

Schoenen weggegooid

Veel tijd om te beseffen dat een Oranje-debuut zeer nabij is, is er op dat moment niet voor Slotema. Het is de bedoeling dat hij nog diezelfde avond naar Hamburg vertrekt. Er is echter een probleem: zijn schoenen. Die heeft hij na het hoofdklasseseizoen weggegooid omdat ze kapot waren. In allerijl belt Slotema een rondje. Hij heeft geluk. Een medestudent heeft hockeyschoenen en ook nog in de goede maat.

Echter, deze schoenen zijn wit van kleur. Volgens de destijds pas ingevoerde reglementen zijn witte schoenen niet meer toegestaan. Met een witte bal is het voor scheidsrechters nauwelijks te constateren of er shoot is gemaakt. Kortom, de geleende witte schoenen worden zwart gespoten. ‘Ik durfde niet te zeggen dat het niet mijn schoenen waren.’

De eerste wedstrijd in Hamburg tegen Zuid-Korea (7-6 zege, red.) zit Slotema op de bank. De dag erna maakt hij zijn debuut in Oranje. Tegen India (2-1 winst, red.) valt Slotema een minuut voor tijd in. Na afloop tijdens het uitlopen komt aan aantal jongens onder wie Jaap Derk Buma en Remko van Wijk op Slotema af. ‘Ze feliciteerden mij en vroegen of ik mijn speech al klaar had. Ik dacht: speech? Shit, ik moet snel iets bedenken.’

In de kleedkamer wordt Slotema toegesproken door aanvoerder Jeroen Delmée. ‘Jeroen heeft toen een onwijs leuke speech gehouden. Niet een minuutje maar tien minuten lang. Dat vond ik supermooi. Ik dacht: bedankt Jeroen en nu moet ik wat zeggen. Ik wilde net beginnen aan mijn speech toen iedereen zei: geintje. Stond ik daar met klotsende oksels.’

Weer een minuut

De dag na zijn debuut begint Slotema tegen Duitsland (2-0 nederlaag, red.) opnieuw op de bank. Net als tegen India mag hij er vlak voor tijd weer in. ‘De een na de ander viel geblesseerd uit. Met nog twee minuten te gaan dacht ik: er moet er nog een uit en dan moet ik erin. En dat gebeurde. Mocht ik weer een minuut meedoen.’

Slotema: ‘Die eerste periode was eigenlijk een lang weekendje weg. Ik heb echt genoten van de grote jongens om mij heen en het sfeertje. Dat was onwijs leuk en vrolijk.’

Het lange weekend in Hamburg krijgt vooralsnog geen vervolg. Het blijft lang stil aan het Oranje-front. ‘Bij HGC werden mijn prestaties ook wat minder. Ik speelde altijd laatste man en verhuisde naar de rechtsbackpositie omdat Dirk Loots en Bram Lomans centraal kwamen te staan. Ik had daar geen moeite mee, maar ik zat wel een beetje op een dood spoor. Ik hockeyde gewoon niet heel goed en vroeg mezelf af: wat ga ik doen?’

Leidsch Dagblad van 21 augustus 1998.

Slotema besluit HGC te verruilen voor Amsterdam. Een overstap die goed uitpakt voor hem. In 2002 speelt hij sterk in de finaleduels om de landstitel tegen Bloemendaal. Amsterdam verliest die strijd, maar bondscoach Joost Bellaart stapt op Slotema af met de mededeling: ‘Je hebt hartstikke goed gespeeld. Ik ga jou selecteren.’

‘Ik heb twee weken meegedaan en toen ben ik afgevallen met een gevoel dat ik niet echt de kans heb gehad. Daarbij moet ik wel zeggen dat er waanzinnige spelers op het veld stonden. We hebben het dan over Delmée, Jazet, Van Weel. Jongens die meer dan tweehonderd interlands achter hun naam hebben staan. Ik begreep het ook wel en ik moest ook realistisch zijn.’

Slotema: ‘Toch hecht ik aan die tweede keer meer waarde dan aan die eerste periode bij Oranje. Dat was puur geluk. Ik werd toen echt om één voor twaalf opgetrommeld. En als Hendriks niet mijn clubcoach was geweest, had ik nooit in die auto richting Hamburg gezeten. De tweede keer ben ik op mijn prestaties geselecteerd.’

Niet die megadrive

Ook dit keer is het Oranje-avontuur dus van korte duur. Een derde uitnodiging zit er niet meer in. Na twee interlands, twee minuten en twee balcontacten is het Oranje-boek voor Slotema definitief gesloten. ‘Ik heb er vrede mee’, zegt Slotema die drie landstitels verovert en ook Europees succes op clubniveau kent. ‘Ik heb onwijs mooie jaren gehad en best veel gewonnen. Ik kan met een supergevoel op terugkijken. Had er meer ingezeten? Het antwoord is duidelijk nee. Ik had niet de megadrive om het allerbeste uit mezelf te halen.’

Slotema haalt een voorbeeld aan. ‘Ik woonde vlak bij HGC en ging daar altijd voetballen met vriendjes. Op een avond kwamen we Robbert Delissen (38 interlands, red.) tegen. Hij net geselecteerd voor Oranje, geloof ik. We vroegen hem wat hij ging doen. Op die dag trainde HGC namelijk niet. Hij ging in de duinen rennen om aan zijn conditie te werken. In zijn eentje. Dat is een mooi voorbeeld van er alles aan doen. Dat zou nooit in mijn hoofd zijn opgekomen.’

‘Als ik erover nadenk waarom ik die drive niet had, is het gewoon heel simpel. Ik vond het gewoon niet leuk genoeg. Tijdens trainingen in een kommetje achterin de ballen rondspelen of alleen maar achter Stephan Veen aan te moeten rennen, die waanzinnig goed is, en dan vaak ook nog in de regen. Ik vond dat gewoon niet zo leuk. De wedstrijden vond ik geweldig. Daarom heb ik het ook dertien jaar volgehouden. Maar ik was geen trainingsbeest en probeer dan maar eens de allerbeste van jezelf te worden.’

Hoewel Slotema geen lange Oranje-loopbaan heeft gehad, blijven die twee interlands voor altijd achter zijn naam staan. En krijgt hij als een groot internationaal toernooi in Nederland wordt georganiseerd netjes een bericht van de bond dat er kaarten voor hem klaarliggen. ‘Dan staat er geachte oud-international. Dan moet ik altijd wel even lachen. Zouden ze eigenlijk weten hoe het is gegaan?’

Lees ook:


1 Reactie

  1. bastiaan-van-veelen

    2 interlands voor Sloot? Dat is echt veel minder dan Sander, Paul-Fredrick en Timme, ofwel de andere 76-ers die interlands hebben gespeeld. Als je me dat 30 jaar geleden had voorspeld had ik je voor gek verklaart. Remko was, in mijn ogen, zonder twijfel het grootste talent uit 76 (ik reken Teun niet mee, want die was van een andere planeet). Remko had een geweldige techniek, een weergaloze pass, fantastisch inzicht, enorme rust in zijn spel en kon ook nog eens verdedigen. Ik verloor altijd van Sloot tot ik met hem in 91 samen mocht spelen in Zuid-Holland. Onder het motto "if you can beat them, join them" ben ik maar naar HGC gegaan. Eindelijk mocht ik met Sloot spelen, maar Sloot was zo goed dat hij altijd werd doorgeschoven. Op zijn 16e was hij laatste man in het beste A1 dat er ooit is geweest (ik mocht meetrainen, speelde in B1). Op zijn 18e was hij al basisspeler bij H1, ten midden van 6-7 internationals, en werd hij landskampioen (wij miste met A1 IDC). In het NL O-18 miste ik hem weer. Eerste jaar speelde hij Europa Cup 1 en 2e jaar zat hij al bij JO (samen met Teun). Ik heb nooit van hem kunnen winnen, te weinig mee gespeeld en te weinig gezien in Oranje. Want het was een genot om naar het talent van Sloot te kijken. Toch wel genoten van onze wedstrijden samen bij ZH en HGC A1. Groot respect (en dank) aan Robbert voor zijn voorbeeld. Veel respect voor Timme, Sander en Paul-Frerick voor de drive die zij wel hadden. Uiteindelijk is GRIT belangrijker dan talent (Angela Duckworth, UPenn).


Wat vind jij? Praat mee...