Het was vooral zitten en wachten voor keeper Richard Lemaire

Het Nederlands elftal is het hoogst haalbare voor een hockeyer. Slechts 866 spelers trokken ooit het shirt van Oranje aan. Voor tachtig van hen bleef het bij die ene keer. Zo ook voor Richard Lemaire die op 5 juni 1993 in Dublin debuteerde voor Nederland in het duel met Ierland (3-1).

‘Ik sta in de boeken’, lacht de inmiddels 53-jarige voormalige keeper Lemaire. ‘Ik was blij dat ik mijn eerste interland had gespeeld, maar was niet zoals anderen in de wolken. Ik had het gevoel dat er meerdere duels zouden volgen, maar de volgende dag zat ik weer gewoon op de bank.’

Geen keeperswissel

Die vermaledijde bank. Het was wachten, geduld uitoefenen en zitvlees kweken. Tegenwoordig worden keepers regelmatig per kwart of helft  gewisseld, maar dat was in de jaren negentig van de vorige eeuw niet het geval. De reglementen stonden dat niet toe. Een keeper bleef in die tijd de hele wedstrijd onder de lat staan en een coach hield vast aan zijn eerste keus. Soms zat er bij een wedstrijd helemaal geen reservekeeper op de bank. Alleen bij een blessure werd een keeper gewisseld en dat kwam niet of nauwelijks voor.

Ja, en dan heb je pech als je, in het geval van Lemaire, Frank Leistra voor je hebt. De 159-voudig international debuteerde in 1985 in Oranje, veroverde vijf jaar later de wereldtitel en zwaaide in 1992 af na de Olympische Spelen van Barcelona. ‘Leistra was de absolute nummer één, een fantastische keeper’, zegt Lemaire, die het doel verdedigde van hdm. ‘Het was voor mij letterlijk: zitten en afwachten. Kijk maar naar Guus Vogels. Hij heeft ook heel lang op de bank gezeten.’

Doelman Richard Lemaire in actie tijdens de oefenstage van de Oranje Heren in Pakistan. Foto: KNHB/Hockey Magazine

Door Bianchi geselecteerd

Lemaire werd in 1990 door nieuwbakken bondscoach Rob Bianchi bij het grote Oranje gehaald. De opvolger van Hans Jorritsma was in voorbereiding met de Oranje Heren op de BMW Trophy, het eerste toernooi na het zo succesvol verlopen WK in Pakistan.

De kersverse wereldkampioen eindigde in Amstelveen als derde. Lemaire zat alle zes wedstrijden op de bank. Een klein half jaar later reisde Oranje af naar Australië voor de Champions Trophy. Op de spelerslijst ontbrak Lemaire. Hij had kort daarvoor bedankt voor het Nederlands elftal, maar niet uit onvrede over zijn rol achter Leistra.

Bedankt

‘Het ging niet zo goed met mijn studie en ik heb doen bedankt’, legt Lemaire uit, die achteraf gezien wel een beetje spijt van heeft van die beslissing. ‘Wellicht had ik anders moeten doen, had ik er een tandje erbij moeten zetten. Als ik toen had doorgezet, had ik bij de olympische selectie kunnen zitten.’

Toch was dit niet het definitieve einde van Lemaire bij de Oranje Heren. In de aanloop naar de Spelen van Barcelona in 1992 werd Lemaire door Jorritsma, die zijn opvolger Bianchi was opgevolgd, bij de selectie gehaald, maar wel als derde keeper. Bart Looije had bij Oranje inmiddels de rol achter Leistra overgenomen van Lemaire.

De deelnemers aan het vierlandentoernooi in Ierland waar Richard Lemaire zijn debuut zou maken voor Oranje. Foto: Richard Lemaire

Pittige trainingen

‘Ik sloot wat later aan bij de groep, maar heb drie weken van de voorbereiding op de Spelen meegedraaid’, zegt Lemaire. Die voorbereiding was pittig. ‘We trainden twee keer per dag. Als ik vrijdagavond thuis kwam, had ik het gevoel dat ik drie dagen moest herstellen. Ik kon me in het weekend niet meer bewegen. Leistra en Looije gingen uiteindelijk naar Barcelona. Ik ook, maar dan als vakantieganger.’

Na Barcelona schoof Looije, na het afscheid van Leistra, door naar de plek onder de lat. Lemaire vervulde de rol van tweede keeper. ‘Looije was naar Barcelona geweest, dus hij was wel de eerste keeper. Wij waren gelijkwaardig en hadden een goede verstandhouding. Dat is ook niet raar als je sinds je jeugd met elkaar speelt. We hadden zelfs dezelfde keeperstrainer. Er was totaal geen haat en nijd. Dat heb ik nooit met andere keepers gehad. Er was sprake van gezonde concurrentie.’

Geen debuut door buikgriep

Een debuut in Oranje leek in de maak toen begin 1993 Lemaire met het Nederlands team afreisde voor een oefenstage in Pakistan. Daar stonden voor de Oranje Heren zes wedstrijden gepland, waarvan drie tegen de vice-wereldkampioen. ‘Ik zou daar gaan spelen, maar werd ziek. Ik was geveld door de Pakistaanse buikgriep en heb uiteindelijk alleen tegen Jong Pakistan gespeeld.’

De Oranje Heren tijdens de oefenstage in Pakistan. Richard Lemaire, staand in het midden met pet. Voor hem gehurkt keeper Bart Looije. Foto: KNHB/Hockey Magazine

Lemaire maakte dan wel zijn eerste minuten in Oranje, maar het duel ging niet de boeken in als een officiële interland. Dat echte debuut volgde, nadat hij een handjevol interlands op de bank had gezeten, in Dublin tegen het gastland op een vierlandentoernooi ter ere van het honderdjarige bestaan van de Ierse hockeybond. Dankzij twee doelpunten van Taco van den Honert en een van Floris Jan Bovelander won Nederland met 3-1.

Gevoelig voor eerste bal

‘Ik was voor die wedstrijd heel zenuwachtig, terwijl dat normaal gesproken niet zo was. Ik was wel altijd gevoelig voor de eerste bal. Als dat goed ging, dan ging het daarna ook wel goed. Tegen Ierland duurde het wel een tijdje voordat de eerste bal op mij afkwam. Ik kan mij weinig herinneren van de wedstrijd, maar ik denk wel dat het goed is gegaan.’

Zo dacht bondscoach Roelant Oltmans, die Jorritsma had opgevolgd, er kennelijk ook over, want Lemaire behoorde daarna tot de selectie die in de zomer van 1993 in Maleisië meedeed om de Champions Trophy. Maar op het toernooi waar Oranje een bronzen medaille veroverde, kreeg het debuut van Lemaire geen vervolg. Looije stond in Kuala Lumpur alle zes wedstrijden onder de lat.

Medaille vierlandentoernooi Ierland in 1993. Foto: Richard Lemaire

Ook andere interesses

‘Ik kwam er daar achter dat het wel heel veel vliegveld, hotel, hockeyveld was. Mensen zien dat je met Oranje naar Maleisië gaat, maar het is mooier dan het daadwerkelijk is. Je ziet niks van het land. Dat stond mij wel tegen. Hockey was belangrijk, maar ik vond andere dingen ook interessant.’

Lemaire: ‘Als je een goede international wilt zijn, dan moet je er honderd procent voor gaan en een bepaalde periode er echt voor leven. Ik woonde in een huis met Wouter van Pelt. Hij kon dat beter dan ik. Ik had daar wel bewondering voor. Sommigen konden ook dagenlang op hun kamer liggen. Dat kon ik niet.’

Geen trainingsbeest

‘Ik had alle vertegenwoordigde elftallen doorlopen en in het begin was het mijn streven om het Nederlands elftal te halen, maar ik ging er niet honderd procent voor. Ik vond het een eer om bij Oranje te zitten, maar de hoeveelheid trainingen vielen mij zwaar. Ik had een wedstrijdmentaliteit en wilde altijd winnen, maar ik was geen trainingsbeest. Ik was ook niet de meest fitte persoon en om dan acht keer per week te trainen is dan wel heel veel.’

Accreditatie van het vierlandentoernooi in Ierland 1993. Foto: Richard Lemaire

Lemaire hakte de knoop door. Eind 1993 bedankte hij definitief voor Oranje. Hij had inmiddels een baan gevonden en dat was lastig te combineren met de verplichtingen van het Nederlands team. Bovendien was Lemaire het bankzitten ook wel beu. Hierdoor keerde Ronald Jansen terug in Oranje, nadat hij zich een aantal jaar niet beschikbaar had gesteld omdat hij geen tweede keus wilde zijn. Jansen won vervolgens de concurrentiestrijd van Looije en werd een vaste waarde van het succesvolle Oranje, dat twee olympische titels en wereldtitel veroverde.

Bekroning

‘Het is een mooie herinnering’, zegt Lemaire over zijn enige interland en de periode bij Oranje. ‘Het is een hoogtepunt van mijn carrière en een bekroning van al die trainingsuren. Ik heb er geen spijt van, maar ik had het anders kunnen aanpakken in mijn eerste periode bij Oranje. Ik ben blij dat ik die ene interland heb gespeeld, anders waren jullie nooit bij mij uitgekomen’, besluit Leimaire met een lach.

Richard Lemaire (53) is sales director bij Unidex een importeur/distributeur van levensmiddelen.


3 Reacties

  1. pienkie

    Mooi verhaal van een topkeeper die bij hdm op zijn 15e voor de leeuwen werd gegooid in heren 1 en zijn plaats tot zijn "keeperspensioen nooit meer heeft afgestaan.

  2. lenny-baker

    Wat een topper was dit! Ik denk dat hij ook wel pech heeft gehad met zn carriere.

  3. PhilipTulleken

    Richard was een geweldige keeper! De successen van HDM in de jaren 80 en 90 zijn voor een belangrijk deel aan zijn fenomenale reactiesnelheid en techniek te danken!


Wat vind jij? Praat mee...