Eefke Mulder: ‘Je bent méér dan die topsporter’

In ‘Leven na tophockey’ spreken we oud-tophockeyers over hun leven na Oranje en de Hoofdklasse. Wat doen zij nu en op welke manier heeft hun topsportcarrière bijgedragen aan hun keuze? In de vierde aflevering spreken we oud-international Eefke Mulder. Mulder rondde haar studie Rechten af en startte met werken in de advocatuur. Het hoogtepunt van haar carrière was het winnen van goud op de Olympische Spelen in Peking.

Mulder (13 oktober 1977) is een voormalig aanvaller van Nijmegen en Kampong. Ze speelde 115 interlands, waarin ze 22 keer scoorde. Ze werd onder meer wereldkampioen (Madrid 2006) en olympisch kampioen (Peking 2008). Na die gouden plak stopte ze definitief als international. Eerder beëindigde ze na de zilveren medaille in Athene haar Oranje-carrière, maar kwam later op die beslissing terug. In 2008 won ze de Gouden Stick, de prijs voor de beste speler van de Hoofdklasse. Na het seizoen 2009/2010 stopte ze ook, eveneens voor een tweede keer, bij Nijmegen.

Dames Jong Oranje na de gouden medaille op WK 1997 in Seoul, tweede van links staand Eefke Mulder

1997 Dames Jong Oranje na de gouden medaille op WK 1997 in Seoul, tweede van links staand Eefke Mulder

Tijdelijke oogkleppen

‘Ik heb mijn studie Rechten eigenlijk altijd met tophockey gecombineerd. Natuurlijk zette ik het af en toe een half jaar stop als we bijvoorbeeld naar de Olympische Spelen toe werkten, maar over het algemeen hield ik me al wel bezig met de lange termijn. Voor mij was juist die afwisseling belangrijk. Dat leven dat je als topsporter leidt, met die oogkleppen op, kon ik slechts tijdelijk. Daarom pakte ik na de grote toernooien de draad van studeren, werken en gezelligheid weer op.’

Na de zilveren medaille op de Olympische Spelen in Athene in 2004 beëindigde Mulder haar interlandcarrière. Dacht ze. Als meester in de rechten ging ze aan de slag in de advocatuur. ‘Toen ik ongeveer tien maanden werkte, belde Marc Lammers of ik mijn beslissing om te stoppen met tophockey toch niet wilde herzien.’ Ze ging het gesprek met de toenmalig bondscoach aan en realiseerde zich nog niet klaar te zijn met het spelletje. ‘We moesten alleen uitzoeken of hockey bij Oranje te combineren was met mijn werk.’

Marilyn Agliotti en Sanne Thijssen OZ, Eefke Mulder Nijmegen

Hoofdklasse 2007/2008 Marilyn Agliotti en Sanne Thijssen (Oranje Zwart) vieren een goal, Eefke Mulder (Nijmegen) lijkt het er niet mee eens

Stress en deadlines op een rustdag

‘Mijn werkgever, Hekkelman, was bereidwillig mee te denken. We maakten duidelijke afspraken, de klanten mochten natuurlijk op geen enkele manier last hebben van mijn sportieve ambities. Het kon niet zo zijn dat ik pas een dag later terug belde, bijvoorbeeld. Achteraf gezien was de arbeid-rustverhouding niet optimaal. Waar teamgenoten tijdens een rustdag aan ontspannen toekwamen, was ik aan het stressen met deadlines.’

Niet wenselijk, maar Mulder noemt de combinatie van hockey en een maatschappelijk carrière wel waardevol. ‘Als student ervoer ik de spagaat tussen tophockeyer zijn en net als mijn leeftijdsgenoten vrij te zijn om te doen en laten wat ik wilde. Het topsportleven was ik ingerold op basis van mijn talent. Pas na mijn comeback realiseerde ik me hoe bevoorrecht ik was om het leven van een topsporter te leiden. Als ik dan ’s ochtends mijn stick in de auto gooide en langs mijn werk naar het Wagener reed, voelde ik me zo uitverkoren. Als iedereen achter z’n computer zat, mocht ik gaan trainen. Buitenspelen, zo voelde het. Ik kon veel meer van het hockeyen genieten. Natuurlijk, de concurrentie is zwaar, blessures zijn vreselijk en het is een kleine wereld, maar dankzij mijn werk kon ik al die strubbelingen in perspectief zien: meer genieten en negatieve zaken eerder loslaten. Ik zou het zo opnieuw doen, al zou ik mijn agenda beter afbakenen. De advocatuur is niet het handigste vak om te combineren met topsport. Achteraf had ik mezelf meer rust gegund.’

Eefke Mulder, Minke Smabers, Margje Teeuwen, Dilianne van den Boogaard, Fleur van der Kieft

Eefke Mulder, Minke Smabers, Margje Teeuwen, Dilianne van den Boogaard, Fleur van der Kieft op het WK van 1998 in Utrecht

Stoppen na olympisch goud

Op dertigjarige leeftijd, met een gouden plak van Peking op zak, stopte ze definitief als international. Haar maatschappelijk carrière was al begonnen, waardoor de bekende zoektocht die teamgenoten pas na hun loopbaan startten, niet nodig was. Al werd Mulder ook geconfronteerd met een achterstand op haar leeftijdsgenoten. ‘Ik had minder vlieguren gemaakt en me bijvoorbeeld nog niet kunnen richten op een eigen praktijk.’

Fonds voor de Topsporter

Naast haar werk in het ondernemingsrecht neemt Mulder zitting in het bestuur van het Fonds voor de Topsporter. Deze stichting regelt de financiële vergoedingen voor topsporters namens NOC*NSF. Een van de onderwerpen waar de stichting zich hard voor maakt, is ironisch genoeg de uitkering voor gestopte topsporters, waar Mulder zelf nooit een beroep op heeft hoeven doen. ‘Hoe ik het heb aangepakt, zou nu niet meer kunnen. De trainingsindeling en de activiteiten met sponsoren die de sporters tegenwoordig doen, zijn veel intensiever. Al vind ik dat het voor iedere sporter mogelijk is om je, al is het maar een ochtend per week, op iets te richten buiten je sport. Topsport is egoïstisch, je bent vooral met jezelf bezig, maar het is gezond ook om je heen te kijken. Dat hoeft geen afbreuk aan je focus te doen. Je bent meer dan die topsporter en dat is het ontdekken en ervaren waard.’

Eefke Mulder

Eefke Mulder aan de bal tijdens het WK in Madrid in 2006

Dezelfde golflengte

Als sporter liet Mulder zien dat het combineren van twee carrières kan en dat het bovendien veel moois kan opleveren. Met haar werkzaamheden voor Fonds voor de Topsporter slaat ze opnieuw de brug tussen sport en maatschappelijke loopbaan. ‘Ik vind de advocatuur heel leuk, maar sport is mijn passie. Mensen uit de sportwereld begrijpen elkaar sneller: met zijn allen ergens naartoe werken, de meerwaarde van groepsprocessen inzien… Voor mij is dat heel vanzelfsprekend en ik zit met andere sporters snel op dezelfde golflengte.’

Doelloos door het bos rennen

Intussen zit ze ook in de KNHB-onderzoekscommissie voor tuchtzaken, doet ze ‘bij NMHC Nijmegen het een en ander’ en heeft ze een gezin met een tweeling van 4,5 jaar en vier pleegkinderen in de leeftijd van 10 tot 18. En sport? ‘Ik heb periodes niet gesport. Voor mij was bewegen altijd gekoppeld aan een doel: de Spelen of een ander groot toernooi. Sporten omdat het toevallig gezond is, voelde doelloos, ik kon me er niet toe zetten. Tot ik een fysiek dieptepunt bereikte en erachter kwam dat ik me zonder beweging niet goed voel. Nu speel ik, als mijn slijtageklachten het toelaten, af en toe mee in een gezelligheidsteam. En soms een half uurtje doelloos door het bos rennen, vind ik nu toch ook wel lekker.’

Stichting De SportMaatschappij helpt actieve én gestopte topsporters om het optimale uit hun sportcarrière te halen. Hiermee wordt het opbouwen van een leven na de sport ook makkelijker. Kijk voor meer informatie op www.desportmaatschappij.nl


Wat vind jij? Praat mee...