Frederique Derkx: ‘Ik ga niet snel weg uit Brabant’

Frederique Derkx is de volgende in de rubriek ‘Zonder bal en stick’, waarin internationals openlijk vertellen over hun leven buiten de lijnen. Frederique, of ‘Fred’, vertelt over haar studie, haar hechte familie, helpen in de sportzaken van haar ouders, haar vriendin, PSV en heimwee.

Frederique Derkx zonder bal en stick. Of nou ja, Frederique? ‘Iedereen noemt me gewoon Fred. Als iemand mij Frederique noemt vind ik het ook best wel raar. Alleen mijn ouders noemen me wel eens Frederique.’ Lachend: ‘Vooral als ze boos zijn eigenlijk, dus dat is dan geen goed teken.’

Maar wat doet Fred als ze niet op het hockeyveld staat? ‘Nu niet veel. Dat vind ik altijd jammer om te zeggen, want ik wil wel heel graag studeren. Maar ik heb er bewust voor gekozen om dat dit jaar niet te doen. Ik heb me voor komend jaar wel ingeschreven voor een studie: docent Geschiedenis. Ik heb altijd wel iets gehad met geschiedenis, het was ook mijn beste vak. Ik zou het liefst les willen geven op een LOOT-school. Ik heb zelf op zo’n school gezeten, en het lijkt me heel interessant om jonge topsporters te begeleiden.’

Derkx zat in Havo 5 toen ze gebeld werd door Max Caldas, dat ze in de trainingsgroep voor Oranje zat. ‘Toen heb ik het op school heel zwaar gehad en er uiteindelijk voor gekozen om een MBO-studie te gaan doen, en van daaruit doorstromen naar het HBO.’ Het werd Bedrijfskunde. Waarom? Derkx lacht. ‘Ik heb het alleen gekozen omdat het de kortste MBO 4-studie was. De rest was 4 jaar, deze 2 jaar. De studie op zich, daar vond ik niet veel aan. Mijn ouders hebben altijd wel eigen winkels gehad, dus in die zin waren er wel wat raakvlakken.’

Sportzaak

‘Mijn ouders hebben altijd sportzaken gehad, 3 winkels. Het was altijd erg leuk om daar mee te helpen. Door de economische crisis hebben ze helaas moeten stoppen.’

Frederique en haar zus hielpen toen ze jonger waren regelmatig een handje in de sportwinkels. ‘Mijn zus was er wel beter in dan ik. Ik was niet heel commercieel. We verkochten ook hockeyspullen, en met voetbal kon ik mensen ook goed helpen. Ik weet best veel van verschillende sporten.’

Frederique staat niet meer in de winkel, maar heeft wel iets uit die tijd meegenomen. ‘Ik let altijd nog wel op als ik een winkel binnenkom hoe mensen je behandelen. Als dat asociaal is, dan koop ik er uit principe al niks. Bij ons was dat heel belangrijk: altijd netjes zijn tegen de klant, vriendelijk begroeten. Stiekem hechten mensen daar veel waarde aan.’

Niet dat ze vaak in winkels te vinden is. Kledingwinkels al helemaal niet. Lachend: ‘Ik ben juist vaak degene die er een beetje achteraan sjokt en in een winkel op een stoel gaat zitten, omdat ik het zelf al snel gezien heb. Dan ben ik meer van de gadgets. Apple heeft leuke dingen. Daar spaar ik liever voor dan voor een dure tas. Laatst was er een Apple-event: dat hou ik dan via Twitter wel een beetje bij, wat er allemaal gaat veranderen.’

Hechte familie

Frederique heeft een tweelingbroer en woont al een paar jaar samen met haar zus, in Eindhoven. Best een eind rijden naar Stichtsche, maar dat vindt de Oranje-speelster niet erg. ‘Het is precies een uur. Ik vind autorijden niet erg, af en toe zelfs heerlijk. Lekker muziekje op en dan kan ik zo doorrijden.’ Frederiques zus Charlotte hockeyde afgelopen seizoen nog bij OZ, waar Frederique zelf tot voor kort ook speelde. ‘Ik vond het best lastig om daar weg te gaan. Uiteindelijk heb ik voor mezelf gekozen. Maar ik heb er nog geen seconde spijt van gehad, ik heb het erg naar mijn zin bij Stichtsche.’

Maar ze blijft wel in Eindhoven wonen? ‘Ja, Brabant, daar kom ik niet zo snel uit, hoor. Ik ben opgegroeid in Heeze, maar heb mijn vrienden ook in Eindhoven en Tilburg. Dus ik ga daar niet zo snel weg. Ik vind het een fijn idee om dicht bij huis te zijn. Bij mijn vrienden en familie. Ik zou er echt niet aan moeten denken om in Utrecht of Amsterdam te wonen. En te weten van: als ik nu naar huis wil moet ik een uur of langer rijden.’

‘Ons gezin is heel hecht. We zijn de laatste jaren alleen maar hechter geworden, ook door de omstandigheden. We hebben allemaal ons eigen ding, maar we proberen wel eens per week of in de 2 weken met zijn allen thuis te eten bijvoorbeeld.’

Vriendin

Frederique heeft inmiddels 2 jaar een vriendin, die ze op een aparte manier ontmoette. ‘Via teamgenootjes van OZ, die hebben ons eigenlijk gekoppeld. We hadden teamavond, en toen kwam de vraag: wie is er nog vrijgezel? Ik was ongeveer de enige in het team. 2 meiden van ons kwamen van Tilburg, en die zeiden: o, bij Tilburg speelt nog een leuk meisje. Zo ben ik aan haar nummer gekomen en zijn we gaan daten.’

‘Zij hockeyt Overgangsklasse, dus is ook wel serieus met haar sport bezig. En ze is ook docent. Wiskunde en LO-docent, dus wel op een heel ander vlak hoor. Maar we hebben wel redelijk dezelfde interesses. Het is fijn dat zij ook zo met hockey bezig is, we kunnen goed praten over de wedstrijd. Maar we zijn geen hockeynerds die alleen maar over hockey praten, hoor.’ Lachend: ‘Dat moet ik echt niet hebben. En zij gelukkig ook niet.’

‘Ze kan nooit echt komen kijken omdat ze zelf ook altijd moet hockeyen. Maar Oranje probeert ze wel altijd te kijken. Bij het WK in Den Haag hadden we net verkering, toen is ze ook bijna alle wedstrijden geweest. Dat vind ik achteraf gezien wel heel speciaal.’

Oranje een verrassing

Dat ze geselecteerd werd voor Oranje kwam voor Frederique als een totale verrassing. ‘Ik speelde toen net een half jaar bij Dames 1 van Den Bosch, was net landskampioen geworden. En ik had natuurlijk wel het idee dat het goed ging, maar om dan meteen aan Oranje te denken? Zo zit ik ook niet helemaal in elkaar.’

Frederique staat nuchter in het leven, of althans, dat is het doel. ‘Doe maar normaal, dan is het al prima: dat wel ja. Ik oog weliswaar rustig voor de buitenwereld, maar in mijn kopje kan het soms ook chaos zijn. Ik ben mezelf daar in tegen gekomen, en daar heb ik dan ook aan gewerkt. Nu kan ik dingen makkelijker loslaten, ook omdat ik erover praat met mensen. Ik was een binnenvetter, en misschien ben ik dat nog steeds, maar ik ben wel meer gaan delen.’

PSV

Heeft de hockeyster nog andere sporten die ze graag volgt of doet? ‘Ik heb gegolfd. Ook mijn golfvaardigheidsbewijs gehaald. Als het straks weer zomer wordt, vind ik het leuk om met mijn vader en mijn zus ergens 9 holes te gaan lopen of zoiets. Maar ik ben een mooi-weer golfer, hoor! Gewoon als leuk uitje, niet echt als sport.’

‘Voetbal vind ik heel leuk om te volgen. Los van al het gedoe eromheen. Het geld wat erin omgaat, maar ook de schwalbes enzo: daar erger ik me echt kapot aan. Maar ik vind het spelletje zelf heel leuk om te zien. Ook leuk als er jonge talenten doorbreken. Ik weet er best veel vanaf. Dat komt ook door mijn broertje, omdat die echt alles weet over voetbal.’

‘Mijn favoriete club is zeker weten PSV. Ik ben fan en volg ze altijd. Lied (Lidewij Welten, red.) ook: wij zitten altijd samen een beetje te appen als ze spelen, of samen te kijken als dat kan.’

‘Ik ga eigenlijk nooit naar wedstrijden, terwijl ik echt, letterlijk, naast het stadion woon. Als ik mijn raam open zet, dan kan ik het horen. Maar de leuke wedstrijden zijn sowieso snel uitverkocht, en het is best duur. Ik vind het net zo leuk om het op tv te kijken, met vrienden.’

Stadion uitgezet?

Ging Frederique wél een keertje bij een wedstrijd kijken, werd ze het stadion uitgezet. Hoe kwam dat? ‘Ja, dat verhaal, dat is een beetje uit de hand gelopen. Ik kwam toen dus wél aan kaartjes, het was bij Willem 2. Ik was met mijn zus, haar vriend en mijn broertje. Na 10 minuten stond het 0-2, en er waren meerdere supporters in dat vak die juichten toen PSV scoorde. Wij zaten daar rustig, maar we klapten wel. En op een gegeven moment werden we door de stewards, samen met nog een aantal anderen, eruit gezet.’

‘Maarja, ik zei: ‘Ik heb wel voor die kaarten betaald, ik wil wel mijn geld terug als ik er na 10 minuten al wordt uitgezet’. Toen mochten we uiteindelijk weer terug naar binnen. Het liep een beetje uit de hand omdat mensen dachten dat ik terug naar binnen mocht, omdat ik een Oranje-hockeyster ben. Maar daar ging het helemaal niet om! Ik ben echt afgemaakt op Twitter toen, niet normaal. Maar zij hebben het gewoon zelf niet slim aangepakt bij Willem 2. Daarbij: we zaten niet bij de harde kern, maar bij opa’s, oma’s, kinderen, families. Het was totaal onschuldig. Ik vond het heel overdreven.’

Heimwee

Wat als Frederique nu niet zou hockeyen, wat zou ze dan nog willen doen? ‘Ik kan heel stoer zeggen dat ik wel zou willen reizen, maar ik heb best wel heimwee.’

‘Een paar jaar geleden ging ik voor het eerst echt 3 weken van huis, met Oranje naar Zuid-Afrika. Een week van te voren kan ik dan niet slapen en heb ik echt een steen in mijn maag. Uiteindelijk is dat heel goed gegaan, en had ik ook zoiets van: zie je wel, je kan het wel. Het is een drempel waar ik overheen moet. Nog steeds heb ik het wel een beetje. Een paar dagen voordat we met Oranje weg gaan, heb ik zo’n gevoel. Heimwee van te voren dus eigenlijk. Ik probeer altijd iedereen te zien voordat ik ga. Even doei zeggen, bij mijn ouders eten, langs bij mijn opa en oma. Als ik er dan eenmaal ben, is het ook wel prima. Af en toe facetimen en een mailtje sturen, dan is het goed.’

‘In het hockey is het niet zo dat je echt maanden weg bent, zoals je wel in andere sporten kunt hebben. Maar bijvoorbeeld nu een jaar in Spanje gaan hockeyen, dat zou ik niet kunnen, denk ik. Dan zou ik iedereen teveel missen.’ Lachend: ‘Ik ben gewoon gek op Nederland.’

New York

2 of 3 weken weg zijn, en zo meer van de wereld zien, dat past beter bij Frederique. ‘Vroeger als wij op vakantie gingen was het ook altijd binnen Europa. 10 dagen Italië of Spanje. Het kon niet met het werk van papa en mama, maar ook omdat het ze niet zo trekt om bijvoorbeeld een paar weken naar Amerika te gaan.’ En als Frederique naar Rio mag? ‘Ik vermoed dat ze dan heel hard hun best gaan doen om te komen. Dat zien we dan wel weer. Als het niet zo is, heb ik daar ook vrede mee. Het is zoals het is.’

Laatst ging Frederique voor het eerst met haar vriendin ver weg op vakantie. ‘Naar New York zijn we geweest. Maar dan weet ik ook dat het maar voor een week is. Toen ben ik, heel grappig, El (Ellen Hoog, red) nog tegengekomen in een ontbijtbar. Van te voren zeiden we nog als grapje: ‘Misschien komen we elkaar nog tegen’. Maar die stad is zó groot. Ik vond het een hele gave stad, met heel veel leven. Maar het is ook heerlijk om daarna weer thuis te zijn.’


Wat vind jij? Praat mee...