Jeroen Delmee: ‘Hockeyers van nu zijn vooral met zichzelf bezig’
Sinds de Olympische Spelen in Rio hebben acht dames, waaronder Maartje Paumen, Naomi van As en Ellen Hoog, hun vertrek aangekondigd bij Oranje. Hoe moet het verder met Oranje? We vragen ervaringsdeskundigen, bij zowel de Oranje mannen als de vrouwen, naar hun mening. Vandaag: Jeroen Delmee (401 interlands), nu coach van de mannen van Tilburg.
Jeroen Delmee: ‘Het is, bot gezegd: uit het oog, uit het hart. Als speler sta je er niet zo bij stil als spelers stoppen. Je wilt gewoon toernooien winnen. In Nederland staan altijd anderen klaar. Na het olympische goud in Atlanta in 1996 stopten Floris Jan Bovelander, Taco van den Honert en Marc Delissen. Er bleven genoeg cultuurbepalers over met leidinggevende capaciteiten die bepaalden hoe het eraan toeging in het team. Voor het eerst sinds lange tijd wonnen we daarna de Champions Trophy.’
‘Na het goud van Sydney in 2000 zwaaiden Stephan Veen, Jacques Brinkman en Ronald Jansen af. Dat zorgde wél voor een cultuurverandering. Tot 2000 was de cultuur harder en directer. Er werd meer ruzie gemaakt, om elkaar tot grotere hoogten te doen stijgen. Wij sloegen elkaar de harses in. Ik probeerde teamgenoten te laten beseffen dat elke training ertoe doet. Dat je moet leven als topsporter. Ik verbaas me, afgaande op de documentaire op Ziggo Sport over de voorbereiding van de Oranje Heren op Rio, over de discussies rond de hiërarchie. Wij hadden in onze tijd te veel leiders. Was er ruzie, omdat iedereen aanvoerder wilde zijn. Nu lijkt het weleens of niemand aanvoerder wil worden, want dan moeten ze ook de verantwoordelijkheid voor het team dragen. In een ploeg zonder veel leiders, wordt de coach steeds belangrijker.’
Iedereen met de koptelefoon op
‘Bij de Oranje Dames had je vroeger de Bossche speelsters als Minke Booij, Janneke Schopman en Mijntje Donners. Natuurlijke leiders. Die wil ik ook zien bij de nationale teams. De huidige generatie is vaak meer met zichzelf bezig. Een voorbeeld daarvan is de koptelefoon die vaak opgaat of de mobiele telefoon waar ze snel induiken. Vroeger vroegen spelers zich af wat ze voor het team konden betekenen. Nu vragen ze zich af wat het team voor hen kan betekenen. Wij gingen met twintig man bij het zwembad over hockey praten. Nu moet je over hockey praten organiseren als coach.’
‘Het is goed dat een aantal speelsters stopt bij de Oranje Dames. Als acht man weggaan, komen er acht nieuwe. Dat gaat een andere cultuur met zich meebrengen. Er komen meiden bij die nog niets hebben gewonnen. Daarmee voorkom je gemakzucht. Het is bij de Oranje Dames een uitdaging te bedenken wat het beste team is. Dat hoeven niet de beste individuen te zijn.’
‘Het is nu de taak van Alyson Annan om voor een winnende cultuur te zorgen. De cultuur tot en met de WK van 2014 was een winnende cultuur. Maar de laatste jaren is het winnen van toernooien bij Oranje minder normaal geworden. De belangrijkste vraag wordt: hoe ga je weer winnen? Wat zijn de succesfactoren? Hockey wordt een steeds fysiekere sport. Die Britse vrouwen konden in de finale echt niet meer dan twee of drie ballen overspelen. Het was vooral heel hard naar voren rennen.’
Geen killersmentaliteit
‘We hebben de meeste hockeyers van de wereld, maar we winnen minder. Dan komt het woord ‘mentaliteit’ steeds meer boven drijven. Leiden wij wel spelers/speelsters op met de juiste mentaliteit? De succesjaren van de dames waren veelal met de ‘bitches van Den Bosch’, zoals ze werden genoemd. Wat ik er op een afstandje van zie, is dat die killersmentaliteit niet meer zo groot is.’
‘Uiteindelijk moet je er alles voor over hebben om te winnen. Een mooi voorbeeld vond ik die wedstrijd om de zevende plaats op het WK in India, Jong Oranje tegen Groot-Brittannië. Die Engelsen hadden hun keeper gewisseld. Nederland schiet op goal en je ziet die jongen van Engeland voor volk en vaderland zijn lichaam erin gooien. Daar kun je om lachen. Maar dat is de mentaliteit. Als Nederlands hockey zijn we soms te braaf.’
4 Reacties
Topkeepertje
Nederland is te laat begonnen met verjongen , het grote talent staat nog niet klaar en het gaat 5 à 10 jaren duren willen we weer een beetje op nivo zijn . En het kleine beetje talent wat we hebben zal goed begeleid moeten worden en tactisch bijgeschoold moeten worden . Maar wie gaat dat doen , ik ken niemand ........... misschien Marc Lammers maar dat is meer een people manager of Janneke Schopman als ze het gehad heeft in America . Er moet m.i. tussen de Jong Oranjes en de Nationale teams een persoon komen die de integratie van talent gaat begeleiden . Helaas zal ik het allemaal niet meer meemaken dat Nederland een aansprekende titel wint .
daanyt
Nivo Lol
w-j-arriens
Kan me vinden in de visie van Jeroen. Een aanvoerder is echt wel te vinden, je moet zoeken en kijken naar een natuurlijke leider. Als je zoals bij JO Mannen 2 wisselende aanvoerders gaat aanstellen, creeer je een probleem: eerst moeten de jongens het verhaal van de een en vervolgens van de ander aanhoren, terwijl bovendien de eerste captain daarna weer ondergeschikt wordt gemaakt. Niet efficient. Ook moet je al voordat je de selektie definitief maakt, een leider hebben gevonden, en niet pas gaan zoeken nadat je de groep hebt bijeengeroepen. Ja, mentaliteit, harde jongens, knokken. Ik heb veel jeugdwedstrijden eerst gespeeld en aangevoerd, later gecoached en verder ook als toeschouwer bekeken. Al heel lang valt het me op hoe bv (de talenten van) JA1 in de watten worden gelegd. Geeneen van de jonge jongens uit H1 of H2, die als coach worden aangesteld door de klub, durven op zaterdag de talenten flink aan te pakken. Dat kweekt niet bepaald knokkers die van Aussies, Duitsers, Belgen enz gaan winnen.
floorvaneijk
????