Waarom de Oranje Dames Europees kampioen worden (of juist niet)
De Oranje Dames beginnen komende week na een korte vakantie aan hun voorbereiding op het EK in Amsterdam (18-27 augustus). Na de gewonnen Hockey World League 3 in Brussel probeert de ploeg van Alyson Annan om voor het eerst weer een titeltoernooi te winnen sinds het WK 2014. Vijf redenen waarom Nederland Europees kampioen wordt. Maar ook: vier vragen over dit ‘nieuwe Oranje’.
Waarom de Oranje Dames Europees kampioen worden
1) De vechtlust is terug te zien
De winnaarsmentaliteit waarop Annan sinds de Olympische Spelen in Rio de Janeiro selecteert, was in Brussel duidelijk terug te zien. In de ogen van de bondscoach moet Nederland niet alleen voor mooi hockey staan, maar ook voor werken voor elkaar. Een gedachte die ook binnen de spelersgroep leeft. Internationals als Margot van Geffen, Marloes Keetels en de 19-jarige Pien Sanders gooien hun ziel en zaligheid in de duels. Vooral op het middenveld wordt volop strijd geleverd. Door met drie verdedigende middenvelders te spelen, beschikt de ploeg over meer balafpakkers dan voorheen.
Bovendien barsten de speelsters van het zelfvertrouwen. Hoelang het ook duurt voor ze de bevrijdende openingstreffer maken, geen moment raken ze in paniek. Als strafcorner zeven niet wordt benut, gaat nummer acht er wel in, stralen ze uit.
De zogenoemde twee minutenregel is één van de instructies die Annan in het leven heeft geroepen. Wanneer zij ‘twee minuten’ roept, moet haar ploeg gaan jagen alsof het 1-0 achter staat met nog twee minuten te gaan. Het lijkt verdacht veel op de mentaliteit van de dames van Den Bosch. Niet gek ook, want inclusief de geblesseerde Lidewij Welten heeft Oranje liefst acht speelsters die bij de landskampioen onder contract staan.
2) De strafcorner van Caia van Maasakker
Op de HWL maakte Caia van Maasakker vanaf de kwartfinale alle doelpunten. Vijf stuks in totaal, vier strafcorners en een strafbal. In het begin van het toernooi liep de strafcorner van Van Maasakker nog stroef, later was er geen houden meer aan. Natuurlijk zal het de vraag blijven of haar strafcorner net zo goed is als die van Maartje Paumen, maar feit is dat in het internationale vrouwenhockey weinig speelsters zo’n goede strafcorner hebben als Van Maasakker. Nu moet ze die stijgende lijn vast zien te houden.
3) De ijzersterke verdediging
Slechts één tegentreffer kregen de Oranje Dames tijdens de HWL. Een tip-in in de halve finale tegen Nieuw-Zeeland. Voor de rest stond de Nederlandse verdediging als een huis. Vooral de talentvolle Pien Sanders hield zich prima staande in het grote Oranje, maar ook de 27-jarige Ireen van den Assem bleef tijdens haar eerste toernooi moeiteloos overeind.
Met keepster Anne Veenendaal lijkt Nederland een waardige opvolgster van Joyce Sombroek te hebben. In de halve finale tegen Nieuw-Zeeland hield Veenendaal zich ook tijdens een shoot-out-serie knap staande. Een fijne gedachte wanneer Oranje straks na zestig minuten opnieuw gelijk staat tegen Engeland/Groot-Brittannië, net zoals in de finale van de Olympische Spelen in 2016 en de finale van het EK in 2015, die Oranje allebei verloor. Achter Veenendaal is Josine Koning een prima tweede keepster, die vrede heeft met die rol.
4) De jonkies draaien moeiteloos mee
Oranje heeft de na Rio gestopte internationals grotendeels vervangen door de natuurlijke aanwas van talenten. Naast Pien Sanders doen ook Frédérique Matla, Lauren Stam en Maartje Krekelaar het prima. Stuk voor stuk speelsters die toe waren aan de volgende stap in hun carrière. Vergeet ook niet dat de in de poulefase uitblinkende Laurien Leurink pas haar derde toernooi met Oranje speelde.
De spelers die voorafgaand aan de HWL tot de trainingsgroep behoorden en de HWL-selectie uiteindelijk niet haalden, trainen vanaf deze week weer mee met de Oranje Dames. Het zal voor hen moeilijk worden om een plekje in de EK-selectie af te dwingen. Er is geen enkele reden om de selectie na de HWL aan te passen, op de eventuele rentree van de geblesseerden Lidewij Welten en Kelly Jonker na.
5) Nieuwe lichting bij tegenstanders bepaald niet sterker
Oranje is op het EK ingedeeld in een poule met België, Spanje en Tsjechië. Normaal gesproken wordt Nederland moeiteloos eerste in deze groep. Zelfs Jong Oranje zou hoge ogen gooien.
De grootste concurrenten van de Oranje Dames spelen in de andere groep: Engeland en Duitsland. Net als Nederland kenden deze landen na de Olympische Spelen een leegloop. Ze lijken er niet bepaald sterker op geworden. Tijdens de HWL in Johannesburg verloor Engeland van Japan en speelde Duitsland gelijk tegen Ierland. Nederland won in Brussel daarentegen alles.
Welke vraagtekens zijn er nog over deze nieuwe ploeg?
1) Het scorend vermogen
Op het spel van Oranje was tijdens de HWL doorgaans weinig aan te merken. Tot aan de cirkel is de passing game dik in orde. Maar eenmaal daarbij of daarin is de creativiteit minimaal. Soms ontbreekt de finesse en de slimheid om te scoren.
Binnen de staf van de Oranje Dames wordt voor het EK stiekem gehoopt op een snel herstel van de geblesseerden Lidewij Welten en Kelly Jonker. De rushes van Welten zijn een extra wapen om de verdediging uit elkaar te spelen, de scoringskwaliteiten van Jonker staan buiten kijf. In hoeverre is het echter reëel om wonderen van hen te verwachten? Welten sukkelt al maandenlang met haar hielblessure en heeft bij Den Bosch geen geweldige tweede seizoenshelft achter de rug. Jonker heeft zelfs sinds januari geen enkele wedstrijd meer gespeeld.
2) Blijft het team zo ontspannen als in Brussel?
Annan koos in Brussel voor een los regime. Vroeger moesten de speelsters bijvoorbeeld op rustdagen verplicht twee uur op de hotelkamer rusten. Dit keer mochten de speelsters die tijd zelf invullen. Het was misschien wel één van de redenen dat de sfeer rondom het team uiterst ontspannen was.
Ook de bondscoach zelf oogde relaxt en haar rust straalde af op het hele team. Een goed teken natuurlijk. De vraag is alleen wat er gebeurt als de spanning toeneemt. Hoe stressbestendig is de staf tijdens het EK in Amsterdam, als de hele hockeywereld verwacht dat Oranje weer even goud gaat winnen?
3) In hoeverre is Oranje écht getest?
Wat zegt die HWL 3 nou eigenlijk? Het was een test, meer niet. Na het binnenslepen van het WK-ticket waren de halve finale tegen Nieuw-Zeeland en de finale tegen China veredelde oefenwedstrijden, waarvoor de Oranje Dames met vlag en wimpel slaagden. We hopen dat zij tijdens het EK hetzelfde kunnen laten zien als in Brussel.
In Amsterdam worden ze pas écht getest. Is Caia van Maasakker dan opnieuw beslissend? Kunnen de jonkies het niveau nog steeds aan? Scoren de aanvallers dan wél tegen sterke verdedigers? Beschikken de Oranje Dames nog steeds over veel winnaarsmentaliteit, ook als ze op achterstand komen in een belangrijke wedstrijd?
4) Wie is het nieuwe boegbeeld?
Oké, met hun kansen op het EK heeft het helemaal niets te maken. Maar na het vertrek van de sterren Maartje Paumen, Naomi van As en Ellen Hoog is het nog steeds de vraag welke internationals de nieuwe boegbeelden van de Oranje Dames worden. Komende zomer is dé kans om op te staan. Het EK vindt nota bene plaats in eigen land. Het moment waarop onze geliefde sport in de schijnwerpers kan treden en dat gaat een stuk gemakkelijker met één of meerdere boegbeelden.
1 Reactie
robvisser
De argumenten waarom ze het toernooi wel zouden winnen zijn veel sterker dan de argumenten tegen. Met name het feit dat ze niet getest zouden zijn is echt onzin. Engeland verloor van een land als Japan. Dan is bijvoorbeeld China echt wel sterker, een ploeg waarvan Nederland twee keer won. Argentinië zit in Johannesburg in een poule die zeker niet sterker is dan de poule waarin Nederland zat, en daarvan wordt dan op deze site gezegd dat ze 'er met kop en schouders bovenuit steken'. Geen woord daar over tegenstanders die je niet serieus zou moeten nemen of dat ze niet echt getest zijn. Anders dan dit artikel zie ik ook niet waarom Lidewij Welten en Kelly Jonker te weinig toegevoegde waarde zouden hebben. We praten onszelf teveel de grond in, nergens voor nodig.