Uitstel WK en liesblessure zaten doorbraak Peter Dunki Jacobs dwars
Het Nederlands elftal is het hoogst haalbare voor een hockeyer. Slechts 866 spelers trokken ooit het shirt van Oranje aan. Voor tachtig van hen bleef het bij die ene keer. Zo ook voor Peter Dunki Jacobs, die op 20 mei 1971 in München debuteerde voor Nederland in het duel met Canada (2-0).
‘Samengevat was mijn internationale carrière: kort, maar krachtig. Ik heb er geen teleurgesteld gevoel aan overgehouden. Ik vond het prachtig en voel mij een bevoorrecht mens’, blikt Dunki Jacobs terug op zijn debuut bij de Oranje Heren bijna vijftig jaar geleden.
Rijzende ster
Wat goed is, komt snel. Begin jaren zeventig van de vorige eeuw was de ster van Peter Dunki Jacobs snel rijzende, constateerde dagblad Trouw op 8 december 1970 over de selectie van de pas 19-jarige speler van HTCC voor het Nederlands elftal. De opmars van de aanvaller was dermate snel dat de kranten in die tijd de naam Dunki met een c schreven in plaats van met een k.
De verkiezing voor Oranje dat zich voorbereidde op het WK in Pakistan, dat in februari 1971 op het programma stond, was zeker opmerkelijk. Een half jaar ervoor speelde Dunki Jacobs namelijk nog in Heren 2 van de Eindhovense club.
Door blessure toch in Heren 1
Hij had zich vanwege zijn eindexamen niet beschikbaar gesteld voor Heren 1, maar maakte later alsnog de overstap na een blessure van Frans Christis. Dunki Jacobs greep de kans met beide handen aan en de rechtsbuiten groeide uit tot een vaste waarde in het team dat in die jaren in het zuidelijk gewest met Tilburg de dienst uitmaakte en een jaar later, in 1971, landskampioen werd.
‘De selectie voor Oranje was voor mij ook een verrassing’, zegt Dunki Jacobs. ‘Ik speelde maar net op het hoogste niveau en werd meteen geselecteerd.’ De aanvaller stond bekend om zijn snelheid. ‘Ik was sneller dan gemiddeld en had een goede techniek. Mijn trainer Heiko van Staveren leerde mij een aantal passeerbewegingen. Die kon ik op volle snelheid uitvoeren.’
Snelheid
Zo legde Dunki Jacobs zijn directe tegenstanders in de luren met een dummy, passeerde buitenom en sprintte richting de achterlijn om vervolgens de bal bij de eerste paal voor te geven of terug te leggen naar de strafbalstip. ‘Bij HTCC speelden we 4-3-3, het Ajax-systeem’, legt Dunki Jacobs uit. ‘Heel beweeglijk met veel positiewisselingen. We konden het spel snel verleggen. Dat was innovatief voor Nederlandse begrippen. Toentertijd waren de teams heel statisch.’
Zes spelers van HTCC in Oranje
Het goede spel van de Eindhovense club was de nieuwe bondscoach Ab van Grimbergen ook opgevallen. In de WK-selectie zaten liefst zes spelers van HTCC. Naast Dunki Jacobs ook Frans, Jos en Jacques Christis, Maarten Sikking en Thijs Kaanders.
Nadat de selectie bekend was gemaakt, begon Oranje met twee trainingen in de week, op dinsdag op Papendal en donderdag in Amstelveen. Vanaf januari 1971 verbleef het Nederlands team vijf weekenden op Papendal, waarna de ploeg zou afreizen naar Lahore waar het eerste officiële wereldkampioenschap hockey zou worden gespeeld.
Streep door WK in Pakistan
Het liep echter anders. Het WK in Pakistan ging niet door. De interne politieke strubbelingen in het land en de weigering om India toe te laten tot het toernooi, deed de internationale hockeyfederatie besluiten het wereldkampioenschap te verplaatsen naar Barcelona. ‘We hadden onze inentingen voor gele koorts gehad en stonden bij wijze van spreken al op de vliegtuigtrap’, herinnert Dunki Jacobs zich.
Niet alleen werd het WK naar een andere locatie verplaatst ook werd het toernooi met acht maanden opgeschoven met de afslag pas op 15 oktober. Het betekende dat Dunki Jacobs langer moest wachten op zijn debuut in Oranje. Er werden namelijk tussen zijn oproep voor Oranje en 17 april 1971 geen interlands gespeeld. Het duurde vervolgens nog een maand voordat Dunki Jacobs zijn langverwachte debuut kon maken.
Debuut tegen Canada
‘In de ruwweg twee jaar dat ik bij Oranje heb gezeten, heb ik vooral heel veel getraind’, zegt Dunki Jacobs terugblikkend op die periode. Op 20 mei maakte hij eindelijk zijn eerste minuten in Oranje tegen Canada op het internationale toernooi dat in München werd gehouden ter viering van het 25-jarig bestaan van het Bayerischer Hockey Verband.
Ook Wouter Leefers (153 interlands, 28 goals) en HTCC-teamgenoot Kaanders (50 interlands) debuteerden tegen de Canadezen. In tegenstelling tot dit duo begon Dunki Jacobs op de bank. Na twintig minuten viel hij in voor de geblesseerde Bart Taminiau.
Interlanddas
Op dat moment leidde Oranje al met 2-0. Het duel heeft daarna volgens Hockey Sport ‘weinig om het lijf’. Een schot van Dunki Jacobs was een van de weinig hoogtepunten in de tweede helft van het inmiddels doodgebloede duel. Na afloop ontving hij de gebruikelijke interlanddas uit handen van aanvoerder Nico Spits, die ook een speech voordroeg.
Het leek een kwestie van tijd voordat Dunki Jacobs een tweede cap op zijn naam kon schrijven. Natuurlijk had hij concurrentie van Frans Spits. De aanvaller van Amsterdam maakte al sinds 1965 deel uit van Oranje en met meer dan zestig interlands beschikte Spits over meer internationale ervaring, maar de jonge Dunki Jacobs was een belofte voor de toekomst.
De verwachte doorbraak bleef echter uit. Bij een krachttraining op Papendal liep Dunki Jacobs een liesblessure op. Er kon een streep door het WK in Barcelona. Dat niet alleen. Ook de Olympische Spelen in München in 1972 kon hij vergeten.
‘Het duurde een tijd voordat ik weer op niveau was. Dat heeft mij ook genekt voor de Spelen. Een liesblessure is listig voor een sprinter die ik was. Bondscoach Ab van Grimbergen zei dat hij andere talentvolle spelers had en mij niet wilde meenemen naar München. Ik kan mij verplaatsen in de bondscoach die het risico niet wilde nemen om een speler die net is teruggekomen van een blessure mee te nemen naar de Spelen.’
Geen Spelen wel WK voor militairen
Die zomer ontbrak Dunki Jacobs dan wel op het grootste sportevenement ter wereld, maar als inmiddels dienstplichtig militair nam hij wel deel aan het WK voor militairen. Het goud dat hij daar behaalde, verzachtte deels het leed van de gemiste Spelen. Het was ook meteen het laatste toernooi in een oranje shirt. De pechduivel sloeg weer toe, waardoor de opmars van Dunki Jacobs definitief een halt werd toegeroepen.
‘Na mijn militaire dienst heb ik door privéomstandigheden een jaar niet aan topsport kunnen doen’, zegt Dunki Jacobs. Eind 1975 keerde hij terug op de hockeyvelden. Niet als speler, maar als coach van de dames van Pinoké. Hij vierde successen met de dames van Amsterdam en nam zelf ook weer de stick ter hand en speelde een aantal seizoenen bij de heren van Amsterdam.
Ik ben niet iemand die lang in een teleurstelling blijft hangen. Peter Dunki Jacobs over zijn korte interlandcarrière
‘Ik ben met tophockey gestopt toen ik begon met de opleiding tot chirurg. Ik heb daarna nog wel bij de veteranen van Amsterdam en Bloemendaal gespeeld, maar ben uiteindelijk op mijn 47ste gestopt vanwege artroseklachten.’
Terugblikkend op een carrière die zo voortvarend begon, maar door omstandigheden in de knop werd gebroken, zegt Dunki Jacobs: ‘Ik had nooit een stip aan de horizon, geen strategie van hier wil ik naartoe. Ik zie wel hoe het gaat. Ik ben heel realistisch en kan mij daarom vrij gemakkelijk bij zaken neerleggen. Ik ben niet iemand die lang in een teleurstelling blijft hangen. Het is botte pech dat ik de Olympische Spelen heb gemist. Natuurlijk vond ik het jammer, maar het heeft geen enorm stempel op mijn leven gedrukt.’
Peter Dunki Jacobs studeerde medicijnen aan de VU en promoveerde aan de UvA. Inmiddels is hij 69 jaar en gepensioneerd chirurg. Ook was Dunki Jacobs adviseur kwaliteit en innovatie specialistische gezondheidszorg bij ZilverenKruis Achmea.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.