Zes redenen waarom zaalhockey tof is (en één waarom juist niet)
Het zaalseizoen is voor sommige teams al begonnen, veel andere zaalhockeyers spelen komend weekend hun eerste zaalwedstrijden. Dit seizoen doen meer dan 10.000 teams mee aan de zaalhockeycompetitie. Op de redactie van hockey.nl zijn we fan van het indoorhockey. Hier de zes redenen waarom zaalhockey zo tof is. En één reden waarom dat juist niet zo is.
1. Het is gewoon een mooi spelletje
De dobbelsteen, het huis, de balken, het blok. Typische zaalhockey-termen, die het tot een heerlijk apart spelletje maken. Met zijn eigen regels en systemen. Zaalhockey vraagt techniek, tactiek en slimmigheid. Maar ook discipline. Een keer onbezonnen uit je positie lopen en bam het balletje ligt al in het doel. Een goede veldhockeyer maakt nog geen goede zaalhockeyer. En de beste in de zaal is niet de beste op het veld. Robert Tigges is daarvan het beste voorbeeld. Op het veld een uitstekende Hoofdklasse-hockeyer, maar in de zaal virtuoos. Tigges is een liefhebber van zaalhockey pur sang.
2. Een garantie voor doelpunten en spektakel
Een voorsprong van drie doelpunten met nog twee minuten te spelen. In zaalhockey is dat nog absoluut geen garantie dat je het duel ook gaat winnen. Razendsnel kan de bal van de ene naar de andere kant vliegen. Een saaie 0-0 of 1-0 maak je zelden mee, de doelpunten vallen vaak als rijpe appelen. Dat is ook fijn voor de spelers die op het veld zelden of nooit in de vijandelijke cirkel opduiken. In de zaal pikken zij zelfs nog een doelpuntje mee.
En dan is daar natuurlijk de strafcorner. Op het veld al een machtig wapen, maar in de zaal dodelijk. Vooral omdat het aantal varianten dat je kunt spelen legio is. Hoe lekker is het als je met een fraaie variant de hele verdediging zoek speelt.
3. Beter dan buiten bij -3 vernikkelen van de kou
Terwijl het buiten tien graden vriest, kun je binnen heerlijk je favoriete hobby beoefenen. Behalve warm is zaalhockey ook gezellig. Je speelt een wedstrijd en hebt daarna ruimschoots de tijd om even bij te kletsen met je ploeggenoten en tegenstanders. Bakje koffie voor de volwassenen en een tosti met limonade voor de kids. Ook opa en oma kunnen plaatsnemen op de tribune, want je hebt geen last van kou of wind en op de tribune kunnen ze het vaak goed zien. Kortom, een heerlijk familie-uitje voor het hele gezin.
4. Veel toffer om fit te blijven dan saai rondjes rennen
Het veldhockey ligt maanden stil in de winterstop (als je dit seizoen in de Dames Hoofdklasse speelt zelfs vier volle maanden). Als je in die periode alleen met een zak chips op de bank gaat hangen, kun je het in de tweede seizoenshelft wel vergeten. Dus moet je in de tussentijd fit blijven. Wat moet je dan doen?
De sportschool in? Saai!
Doelloos rondjes rennen? Nog saaier.
Zaalhockey spelen. Tof!
En niet alleen blijf je er lekker fit door, zaalhockey zorgt bewezen voor een betere techniek. Kijk naar de kinderen in de D-jeugd en sinds dit seizoen de E8-tallen die voor het eerst in de zaal in gaan. In de tweede seizoenshelft is de balbeheersing plots met sprongen vooruitgegaan.
5. Mooi moment om jezelf in het nieuw te steken
Soms is het fijn om jezelf te verwennen met nieuwe spullen. Het zaalseizoen biedt natuurlijk een uitstekend excuus om een nieuwe stick, schoenen, scheenbeschermers of een fijn handschoentje te scoren.
Ouders, wees gewaarschuwd: kinderen weten dat ook. Die zaalstick van vorig jaar – hoewel maar een paar keer gebruikt – kan echt niet meer. ‘En voor deze kleur ben ik echt te oud.’
Een goede tip van onze kant: bezuinig niet op een echte zaalhandschoen. Elk zaalseizoen zit de wachtkamer van het ziekenhuis weer vol met hockeyers met gebroken vingers.
6. De geweldige NK-finales in Rotterdam
Als je er nog nooit bent geweest, zet dan 3 februari 2018 alvast in je agenda. Dan vindt in de Topsporthal in Rotterdam de afsluiting van het zaalseizoen plaats: het NK. De eerste keer weet je niet wat je ziet: een dag lang topzaalhockey voor volle tribunes.
De finales van de Hoofdklasse-team zijn geweldig, maar het meeste spektakel wordt geleverd bij de A-finales.
1 reden waarom zaalhockey niet zo tof is: al dat fluiten
Een scheidsrechter fluit en echt niemand in de zaal heeft enige idee waarom. Herkenbaar? Bij zaalhockey is het schering en inslag. Bij sommige wedstrijden piepen je oren van al het gefluit. Al die regels in de zaal en vooral de verschillende manieren waarop ze worden geïnterpreteerd, zorgen voor veel verwarring en irritatie.
Dat heeft voor een groot deel natuurlijk te maken met de snelheid van het spel; scheidsrechters hebben soms twee paar ogen nodig om alles te kunnen zien.
Wij kunnen alle zaalhockeyers maar één advies geven: accepteren en weer door. Het zaalseizoen duurt te kort om te gaan kibbelen.
1 Reactie
JelleF
Inderdaad vaak wat lastig al die regeltjes.De eerste overtreding geldt en afeachten of er voordeel uitkomt.. Ja gewoon aanleren te accpteren.