België moet bouwen: ‘Deze fase is compleet nieuw voor ons’

Een sterk vernieuwd België doorstond zondagmiddag met verve de test tegen regerend olympisch kampioen Oranje (1-1, verlies na shoot-outs) in zijn eerste interland sinds de Spelen van Parijs. Tegenover het wegvallen van een groot aantal zeer ervaren internationals staat de entree van een handvol jonge, gretige nieuwelingen. Talentvolle welpen, die de komende jaren moeten uitgroeien tot nieuwe Rode Leeuwen. ‘Ze zijn leergierig en hongerig.’

Het zal best even wennen zijn geweest voor de 3.500 toeschouwers die zondag in het Wagener Stadion naar een nieuwe editie van de hockeyderby der Lage Landen in de FIH Pro League keken. Alleen de namen van spelers als Arthur Van Doren, Tom Boon, Gauthier Boccard en Thibeau Stockbroeckx klonken vertrouwd. Van Tobias Biekens (dertien interlands), Roman Duvekot (acht) en debutanten Victor Foubert en Lucas Balthazar zullen niet veel mensen eerder hebben gehoord. Zij maken deel uit van de Red Lions 2.0, zoals ze in de Belgische pers al worden genoemd.

De Belgische verjongingskuur is broodnodig. Na de zo teleurstellende Spelen van Parijs (uitschakeling tegen Spanje in de kwartfinale) namen John-John Dohmen, Felix Denayer, Florent van Aubel, Loïck Luypaert, Cédric Charlier, Tanguy Cosyns en Emmanuel Stockbroekx afscheid van de Belgische ploeg. In de aanloop naar dat toernooi hadden Simon Gougnard en Sébastien Dockier al een punt gezet achter hun interlandloopbaan. Die negen internationals samen laten een ongekend grote leegte achter: ze waren met zijn negenen goed voor 2.822 (!) interlands aan ervaring.

Aangename eerste interland

Tegen Oranje ontbraken ook nog eens doelman Vincent Vanasch (288 caps), Alexander Hendrickx (198) en Victor Wegnez (175). Zij nemen een pauze bij de nationale ploeg en keren pas op zijn vroegst in februari volgend jaar weer terug bij de selectie van de Nieuw-Zeelandse bondscoach Shane McLeod, die het stokje van Michel van den Heuvel overnam en nu voor de tweede keer in zijn loopbaan eindverantwoordelijke is bij de ploeg.

Arthur Van Doren in duel met Oranje-middenvelder Steijn van Heijningen. Foto: Willem Vernes

Dat de Belgen zonder al die grote namen redelijk gemakkelijk overeind bleven tegen Oranje en in de tweede helft zelfs nog de meest aanspraak hadden op de zege, geeft veel vertrouwen voor de nabije toekomst, zo constateerde ook aanvoerder Arthur Van Doren (30). ‘Voor een eerste interland ver na de zomer was het best aangenaam om naar te kijken. Kansen waren er genoeg, maar die ook benutten blijkt toch moeilijker dan op trainingen. Daar vliegt alles erin. Maar ik denk dat we best tevreden kunnen zijn. Die jonge gasten hebben het in elk geval uitstekend gedaan’, aldus de voormalige defensieleider van Bloemendaal, die sinds de zomer voor Braxgata speelt.

Het zal even wennen zijn, hockeyen met deze spelersgroep. Er is in de zomer nogal wat hockey-knowhow weggevloeid.
Van Doren: ‘Dat klopt. Sinds ik bij nationale ploeg kwam is die jaar in jaar uit vrijwel onveranderd gebleven. Dan heb ik het over een periode van zo’n twaalf, dertien jaar. Een heel lange tijd. Deze fase is dus compleet nieuw voor ons, maar toch voelt het ook natuurlijk.’

Jij bent de aanvoerder van de ploeg. Voel je je in die rol ook meer verantwoordelijk om de onervaren spelers bij de hand te nemen?
‘Dat niet. Zoiets ontstaat van nature, daar heb ik niet per se een aanvoerdersband voor nodig. En ik ben daarin ook zeker niet de enige. Weet je wat het mooie aan deze groep is? Die jonge gasten zijn heel hongerig en leergierig. Ze stellen daardoor vanzelf al veel vragen aan de meer ervaren spelers. Misschien trekken ze zelfs bepaalde ideeën zelfs in twijfel. Dat vind ik alleen maar gezond, dat is juist leuk.’

Arthur Van Doren aan de bal in zijn 248ste interland voor de Red Lions. Foto: Willem Vernes

Betekent de verjonging ook dat er een nieuwe speelwijze komt? Shane McLeod heeft al laten doorschemeren dat hij heel aanvallend wil gaan hockeyen.
‘Dat is natuurlijk mooi, maar het is niet zo dat we hiervoor níet aanvallend gespeeld hebben. In de groepsfase van de Spelen van Parijs maakten we zes goals tegen een land als Australië [6-2 zege]. Dat lukt niet als je verdedigend speelt. Elk land speelt naar zijn eigen dna, dat geldt ook voor ons. We blijven de vertrouwde dingen doen die nodig zijn om toernooien te kunnen winnen. Maar het leuke is wel dat er nieuwe jongens met totaal andere kwaliteiten in de ploeg zijn gekomen. Die willen we uiteraard wel ten volle gaan benutten.’

Op welke specifieke kwaliteiten doel je dan?
‘De nieuwe generatie hockeyers is heel handig met een bal. Die jonge gasten vinden het leuk om tegenstanders met trucjes uit te schakelen, te pielen met een bal, met liftjes en zo. Dat zie je ook bij een ploeg als Nederland. We zullen ernaar streven om die skills zo in te zetten, dat ze ook waarde hebben voor het team.’

Tjep Hoedemakers kijkt toe hoe Arthur Van Doren bij hem wegdraait. Foto: Willem Vernes

Heb jij zelf eigenlijk na de mislukte missie van Parijs overwogen te stoppen bij de nationale ploeg?
‘Nee, al kijk ik altijd kritisch naar mezelf. Ik voel me fit, ben gezond en geniet nog teveel van het spelletje. Zolang de ploeg me graag ziet rondlopen, zal ik dat doen met een glimlach. Ik heb geen einddatum in mijn hoofd. Het is moeilijk om ver vooruit te kijken, dus dat ga ik ook niet doen. Maar mijn bedoeling is wel om een cyclus van vier jaar in te gaan.’

 


Wat vind jij? Praat mee...