Waar concurrenten als Victoria en Klein Zwitserland dit seizoen een beroep doen op buitenlandse hulptroepen, hielden de vrouwen Bloemendaal zich vrij koest op transfergebied. De Mussen begonnen de vijfde speelronde op de laatste plek, maar pakten zondag bij KZ hun eerste seizoenszege: 2-3.
Eén voor één vlogen ze hun ouders, vrienden en andere fans in de armen na afloop van de zege in het kletsnatte Den Haag. Naast de regendruppels droop ook de opluchting van de gezichten af bij Bloemendaal. ‘We hebben het te spannend gemaakt’, zegt de compleet verregende aanvoerder Sanne Caarls. ‘Nadat KZ op 2-2 kwam, dreigde de wedstrijd uit onze handen te glippen. Puur op mentaal en door heel hard te werken hebben we ‘m gewonnen.’
Met een echt plan had dat niet meer te maken, stelt Caarls. ‘In de laatste tien minuten was onze hele structuur weg. Dat mag niet. Dat is wel iets om komende week even op terug te kijken.’
Ankelein Baardemans sloeg acht minuten voor tijd de winnende treffer binnen. Daarna begon die helse periode, waarin KZ nog een strafcorner kreeg. Keepster Danique Visser pareerde echter de laatste grote mogelijkheid van de promovendus, waardoor de eerste driepunter sinds april werd bejubeld.
Op-het-tandvlees-potjes
KZ-uit was voor Bloemendaal een van de eerste wedstrijden waarin het echt moest gebeuren. De Noord-Hollanders hadden een pittige competitiestart, waarin ze Amsterdam en Den Bosch al tegenkwamen. ‘Dit zijn toch de wedstrijden waarvoor je op hockey zit?’, grijnst Caarls. ‘Dit is een directe concurrent. Hier wil je niet winnen, hier moet je winnen. Je wordt anders wakker op zo’n dag, dan wanneer je tegen de nummer één van Nederland – misschien wel van de wereld – speelt. Ik verwacht dat we dit seizoen meer van dit soort ‘op-het-tandvlees-potjes’ spelen.’
Dat komt door de verkleinde verschillen in het rechterrijtje. Victoria en Klein Zwitserland gingen er kwalitatief op vooruit en haalden internationals uit Argentinië en Nieuw-Zeeland. Het veelbesproken HGC deed er nog een schepje bovenop door naast Eva de Goede ook olympiërs uit Duitsland en Engeland aan te trekken en lijkt na een kwart competitie mee te kunnen draaien in de top.
Waarom zou ik Lilli de Nooijer inruilen voor de nummer vijf van Duitsland? Dave Smolenaars
Bij Bloemendaal ging het er anders aan toe. Daar hebben ze, in tegenstelling tot bij de mannen, geen internationals bij de vrouwen. Niet uit Nederland, niet ergens anders vandaan.
Er veranderde de afgelopen zomer weinig in de selectie bij het kleine zusje van de landskampioen, al werd die wel sterker in de breedte. Elke Boers kwam over van Hurley, Michelle van der Drift bewandelde juist de omgekeerde weg. Pien Tol (teruggekomen van Rotterdam) en Joy Haarman (Amsterdam) zijn zeker aanwinsten voor de ploeg uit het rechterrijtje.
‘We willen ons niveau behouden, maar we zien ook dat die buitenlanders een verschil maken bij de andere teams’, zegt Caarls, wier team vorig seizoen zevende werd. De middenvelder vindt het niet jammer dat Bloemendaal geen olympische hotshots uit het buitenland heeft laten invliegen. ‘Nee, we doen het goed op deze manier. Dat is een bewuste keuze geweest. En daar hebben we veel vertrouwen in.’
‘Nu zevende worden is een grotere uitdaging dan vorig jaar’, aldus coach Dave Smolenaars, die in de zomer Jeroen Visser opvolgde na een ingewikkelde interne machtsstrijd. ‘Toen haalden ze twintig punten. Historisch gezien heb je er 21,22 nodig om play-outs te ontlopen. En dat wordt nog best lastig. Van de top vier, vijf kan je moeilijk winnen. Dan blijven er maar zes teams over waartegen je punten moet pakken.’
Fuchs, Dwyer en Soledad Garcia
Smolenaars is niet verrast door de aanwas van de concurrentie. Dat is immers een traditie in een na-olympisch jaar ‘Bij Bloemendaal hadden we ook een half nieuw elftal kunnen halen. Tachtig procent van de dames die bij andere clubs zitten, heb ik ook aan de telefoon gehad. Het was deels een eigen keuze om hen niet te halen en het ligt ook aan een gebrek aan middelen.’
De oud-international kijkt kritisch naar versterkingen die buiten de landgrenzen vandaan komen. ‘Ik geloof in buitenlandse spelers die het team beter maken. Florian Fuchs en Arthur Van Doren bij onze heren. Eerder jongens als Tom Boon en Jamie Dwyer. Gasten die wereldtop zijn en meer komen brengen dan het spelen van 22 potjes, maar met mentaliteit en hun niveau de groep verder kunnen brengen. Bij SCHC heb ik dat vroeger ook gehad met Argentijnse meiden, zoals Soledad Garcia. Ik zie dan de meerwaarde wel.’
Met uitzondering van De Goede, kiezen Nederlandse internationals nooit voor het rechterrijtje. Versterking ‘met caps’ wordt dus al snel over de grens gezocht. ‘Met alle respect voor buitenlandse spelers hè…’, zegt Smolenaars. ‘Maar waarom zou ik Lilli de Nooijer inruilen voor de nummer vijf van Duitsland? Het kost een smak geld, aandacht, noem maar op.’
Uiteraard slaat Smolenaars wel toe, als er een buitenkansje voorbij komt. ‘Iemand die het team dus echt verder helpt, ook op denk- en werkniveau. En als we dat kunnen regelen, natuurlijk. Dit seizoen hadden we niet de indruk dat er spelers waren die in dit plaatje pasten. Misschien was het anders geweest, als we flink verzwakt waren. Laten we maar lekker verder bouwen met dit team.’
Ze hebben qua punten in ieder geval een goede stap gezet zondag in Den Haag. Niet door een aanwinst uit Nieuw-Zeeland, Argentinië, of een ander land aan de andere kant van de wereld. Maar door die winnende goal van Baardemans, een spits die vorig seizoen over kwam waaien van HIC.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.