Matla hoopt via training van Paumen dodelijkere corner te krijgen

Twee keer gaf Maartje Paumen dit seizoen al strafcornertraining aan haar twee opvolgers bij Den Bosch. De oud-international hoopt dit jaar aan de soms haperende strafcorners van Ireen van den Assem en Frédérique Matla te kunnen sleutelen, zodat landskampioen Den Bosch vanaf de kop van de cirkel weer een machtig wapen in handen krijgt.

Hoewel de strafcorner van Paumen in de laatste jaren van haar carrière soms iets van haar magie verloren leek, was de huidige assistent-coach van MOP op 25 november 2015 in bloedvorm. Tegen het arme Bloemendaal sleepte Paumen met haar ‘magic stick’ acht keer raak in een wedstrijd die uiteindelijk in 10-0 eindigde.

Ireen van den Assem maakte vorig seizoen in haar eerste jaar als belangrijkste opvolgster van Paumen in totaal negen strafcornerdoelpunten, slechts één meer dan Paumen in die wedstrijd tegen Bloemendaal. Frédérique Matla maakte er in het hele seizoen één. Den Bosch mocht dan wel vaker voor een variant kiezen en een minder voorspelbare strafcorner hebben gekregen, hun belangrijkste wapen had duidelijk aan kracht ingeleverd.

Zo gek was het dus niet dat Paumen na het beëindigen van haar spelerscarrière werd gevraagd om terug te keren naar haar oude liefde om haar opvolgsters te helpen met de erfenis die ze zelf had achtergelaten. ‘Ik was meteen enthousiast dat Maartje het ging doen’, vertelde Matla na de topper tegen Amsterdam (2-0), waarin ze haar enige genomen strafcorner in de linkerbenedenhoek uiteen zag spatten op de stick van de duikende Amsterdam-keepster Anne Veenendaal.

Frédérique Matla samen met Maartje Paumen na het winnen van de landstitel. Rechts Sian Keil en Imme van der Hoek. Foto: Koen Suyk

‘Op een gegeven moment moet ik zelf gaan voelen welk detail er mist’

‘Je kunt ook het hele jaar in je eentje trainen, maar het is wel zo fijn als iemand zegt wat er anders moet. Meestal zit dat in de details. Dat je een bal later meeneemt. Dat je langer lager blijft zitten of juist hoger. Dat soort kleine dingen. Op een gegeven moment moet ik zelf gaan voelen welk detail er mist. Soms is het lastig, want dan wil je op drie dingen tegelijk letten. Dat gaat natuurlijk niet. Maar uiteindelijk is het fijn als je weet wat je de volgende keer anders moet doen. Dan hoop je dat je die bal in de wedstrijd wel goed pusht.’

Dit seizoen is het de bedoeling dat Paumen als opvolger van Bram Lomans wekelijks op het veld van Den Bosch staat om niet alleen met Van den Assem en Matla, maar ook met talent Danique van der Veerdonk (17) sleeppushes te trainen. Het idee is simpel. Een bal neerleggen op de kop van de cirkel, klaar gaan staan en slepen maar. Soms wil Paumen zelf ook nog eens een van haar gevreesde sleeppushes op het doel afvuren. Om te laten zien hoe het moet.

Frédérique Matla sprint weg bij Eva de Goede, die op de grond ligt. Foto: Willem Vernes

Ik vind het fijn dat specialisten als Maartje meteen kunnen zien wat er beter moet. Frédérique Matla

Matla: ‘Ik krijg er een lekker gevoel van dat ik zie dat haar tips meteen werken. Dat heb ik ook tegen Paumen gezegd. Ze vindt dat ik een goede ‘basisbal’ heb. Het zit ‘m in vier, vijf details die mijn corner kunnen verbeteren. De ene keer doe ik het ene goed en het andere wat minder, de andere keer is het misschien net weer andersom. Ik vind het fijn dat specialisten als Maartje dat meteen kunnen zien.’

Vorig seizoen was het avontuur van Matla op de kop van de cirkel nog geen succes. Pas in de eerste finalewedstrijd tegen Amsterdam sleepte ze een corner rechtstreeks in het doel. ‘Maar dat was pas mijn eerste seizoen bij Den Bosch dat ik corners nam. De lat lag toen nog niet zo hoog. Nu push ik ‘m soms links en hoop ik dat anderen er vanuit gaan dat ik ‘m de volgende keer weer links push. Op dat moment doe ik het juist rechts. Daar probeer ik zoveel mogelijk mee te spelen. Maar uiteindelijk moet mijn rendement omhoog. Dat is de reden dat ik er vaak op train. Hopelijk betalen de tips van Paumen zich uit.’