Derck de Vilder zet wat kleinere stappen, dat is even wennen

Derck de Vilder ging zondag direct na afloop graag mee in de catacomben van het stadion van Den Bosch voor een interview. Niet alleen was het daar droog en warmer, ook was het Ik houd van Den Bosch van Mike Vincent (wie kent hem niet?!) dat uit de speakers schalde daar minder te horen. ‘Daar zit ik nu even niet op te wachten’, zei de middenvelder van Kampong na de 2-1 nederlaag in de Hoofdklasse-topper.

De Vilder en zijn ploeggenoten hadden in Den Bosch namelijk een middag achter de rug om als speler van Kampong chagrijnig van te worden. Zo’n middag waarin je van tevoren veel zin hebt, maar die totaal niet loopt. Waarin je zelf uit liefst negen strafcorners niet een keer weet te scoren, terwijl je met Jip Janssen en Martijn Havenga toch een gevreesd duo op de kop hebt staan. En waarin tegenstander Den Bosch uit de eerste de beste corner via Austin Smith wel succesvol is en je daarna niet bij machte bent het duel te keren.

‘We wisten van tevoren dat het het een moeilijk wedstrijd zou worden. Den Bosch heeft een goede ploeg. Maar we hebben kansen genoeg gehad om te scoren. Dat lukte niet, terwijl zij uit de eerste corner wel scoorden. Daarna liepen wij achter de feiten aan’, vatte De Vilder het duel samen vanuit Kampong-perspectief.

Teleurstelling bij Kampong na de nederlaag tegen Den Bosch. Rechts Derck de Vilder. Foto: Bart Scheulderman

Los zand

Het spel van Kampong oogde zondagmiddag moeizaam, stroperig. Waar Den Bosch een homogene formatie was waar alles klopte, daar hingen de Utrechters als los zand aan elkaar. Je kon zien dat de ploeg een paar weken niet bij elkaar was geweest. Door de olympische kwalificatiewedstrijden van Oranje tegen Pakistan ontbraken de laatste weken alle internationals op de training. In het geval van Kampong waren dat er nog al wat. De Vilder: ‘We stonden de laatste tijd met weinig, heel weinig mensen op de training. We hebben dat met de achterblijvers zo goed mogelijk ingevuld, zijn keihard blijven trainen. Maar de trainer moest de trainingen natuurlijk wel aanpassen. Dat was een beetje wennen.’

Oranje

Ook voor De Vilder zelf. Want een tijdlang was ook de middenvelder een van de spelers die geregeld ontbrak op de training bij Kampong, omdat hij bij Oranje was opgeroepen. Was het niet bij het grote Oranje van bondscoach Max Caldas, dan wel bij Jong Oranje. Voor Jong Oranje is de bijna 21-jarige Amsterdammer inmiddels te oud, voor Oranje niet goed genoeg volgens de bondscoach. Caldas selecteerde De Vilder niet voor de wedstrijden tegen Pakistan en heeft hem ook niet geselecteerd voor de 25-koppige trainingsgroep, die zich vanaf deze maand gaat voorbereiden op de FIH Pro League en de Olympische Spelen van Tokio.

Als ik kijk welke middenvelders erbij zitten, begrijp ik dat Max mij nu niet oproept.' Derck de Vilder over het feit dat bondscoach Max Caldas hem niet heeft geselecteerd

‘Ik vind het heel jammer dat ik niet bij die trainingsgroep zit. Max wil met een kleinere groep gaan trainen en daardoor val ik er nu buiten. Ik snap die beslissing overigens wel, vind hem ook terecht. Als ik kijk welke middenvelders erbij zitten, begrijp ik dat hij mij nu niet oproept.’

Dat is een eerlijk antwoord van de middenvelder, die de laatste jaren een geweldige ontwikkeling doormaakte. Hij was op jonge leeftijd al een dragende spelers bij zijn club Pinoké, werd door Caldas bij Oranje gehaald en maakte vorig seizoen de overstap naar de toenmalige landskampioen Kampong. Het leek niet op te kunnen voor De Vilder. ‘Mijn carrière is natuurlijk in een periode wel heel steil omhoog gegaan. Ik zie nu wel dat het minder hard gaat, maar ik heb niet het gevoel dat ik in mijn ontwikkeling stil sta. Ik heb nog steeds het gevoel dat ik stapjes maak, alleen zijn ze minder groot dan eerder.’

Geduld

De kleinere stappen die hij zelf zet en de enorme concurrentie die De Vilder heeft op het ijzersterke middenveld van Oranje, nopen hem tot geduld. Niet bepaald zijn sterkste eigenschap, erkent de De Vilder. ‘Ik leg de lat voor mezelf best wel hoog. Daar lijdt mijn spel wel eens onder. Dan wil ik mezelf te graag laten zien, waardoor ik dingen doe die ik normaal niet deed. Dat is ook een leerproces voor mij. Ik moet leren om dat los te laten, rustiger te zijn.’

Derck de Vilder in het Oranje-shirt. Foto: Bart Scheulderman

Dat traject om volwassener te worden in zijn spel, moet De Vilder, door zijn afwezigheid bij Oranje, voorlopig alleen bij zijn club Kampong doorlopen. ‘Dat is natuurlijk geen straf. Als iedereen er is, loopt bij Kampong natuurlijk een half Nederlands elftal, dus het niveau is hoog en ik leer genoeg. Maar dat ik dit jaar de trainingsminuten bij Oranje mis, vind ik nog het meest jammer. Zelfs in vergelijking met Kampong is het niveau van Oranje een stuk hoger. Hoe meer minuten je maakt op dat niveau, hoe sneller je je ontwikkelt.’

Denk echter niet dat De Vilder nu bij de pakken neer gaat zitten. ‘Zeker niet. Ik wil er gewoon weer bij Oranje zitten. Is het niet in de aanloop naar Tokio, dan wel daarna. Het enige dat ik kan doen, is op zondag zo goed mogelijk hockeyen.’


2 Reacties

  1. Eelco Houwink

    Derck, er is niks met jouw inzet / speelstijl / techniek enz. Vooral jouw inzicht en combinatorische vermogen (en vaak ook onvoorspelbaarheid) schat ik hoger in dan van veel van de Caldas-spelers. Het is inmiddels wel duidelijk wat zijn ideale profiel is - met een voorliefde voor spelers met veel fysiek waar we er inmiddels wel genoeg van hebben en waardoor het NL elftal met grote regelmaat aan creatieve oplossingen (give and go, combinatiegemak) tekortkomt. Het wordt tijd voor iets nieuws en creatiefs, zonder spelers die altijd eerst voor de eigen actie gaan - en dan hoor jij daar bij. Ik zie niet alles van Kampong H1 maar de klik die jij had met een Pinoké JA1 van gelijkgestemde/even oude spelers (leidend tot landskampioenschap) heb ik nog niet teruggezien

  2. Eelco Houwink

    Ik zeg dus niet dat jij bij Kampong (of Caldas’ Oranje) verkeerd zit, maar wel dat zolang ze daar niet een (of:jouw) tactisch slimmer combinatorisch spel gaan spelen, jij er idd. minder inpast, en er nooit zal shinen, laat staan beter gaat worden (“stappen maken”) Dat heb je (helaas maar voor een deel) zelf in de hand bij trainingen e.d. Balverliefde spelers corrigeren en andere patronen inslijpen is niet makkelijk, zeker niet als je er zelf tussen ipv boven staat. Aan de andere kant moet het zeker te doen zijn om anderen na 9 mislukte Jip-corners aan het denken te zetten zoals tegen Den Bosch. Van een team waar jij inzit had ik op zijn minst 3 of 4 slimme varianten verwacht


Wat vind jij? Praat mee...