Na het succesvolle vorige seizoen – waarin de ploeg alleen in de finale om het landskampioenschap te kort kwam tegen Kampong – waren de verwachtingen bij Rotterdam dit jaar hoog gespannen. Heel hoog. Vanaf dag één liep het echter niet bij de groenwitte formatie. Tot zondagmiddag Oranje-Rood overtuigend werd verslagen (4-3). ‘Naar dit niveau hebben we zo lang gezocht’, reageerde Albert-Kees Manenschijn, coach van de Rotterdammers. ‘Dit was heel erg nodig.’
De coach verwoordde daarmee het gevoel van iedereen die de Rotterdamse ploeg een warm hart toedraagt. Natuurlijk waren ze zondagmiddag stuk voor stuk blij met de overwinning, maar eigenlijk overheerste vooral de opluchting. Opluchting dat de ploeg weer iets van zijn glans van vorig seizoen liet zien. En nog meer opluchting dat het seizoen nog niet ten einde is. Immers, bij een nederlaag tegen Oranje-Rood was het gat negen punten geweest met nummer vier Oranje-Rood. Zeg dan maar dag met je handje tegen het laatste play-offticket. Nu staat Rotterdam nog steeds vijfde op de ranglijst, maar is het verschil met de Eindhovenaren nog drie punten.
Manenschijn: ‘Het gaat te ver om te zeggen dat de strijd weer helemaal open is. Dan hadden we precies gelijk met Oranje-Rood moeten staan. Nu zijn we afhankelijk van een misstap van Oranje-Rood. Wij moeten alle wedstrijden winnen en zo de druk er vol op houden. Dan kan het. Gezien het aantal wedstrijden dat nog te spelen is, zijn drie punten verschil niet heel veel.’
‘Wat ik wil zien, is een ploeg die voor elkaar vecht’
Manenschijn was dit seizoen niet te benijden als coach. Het hele seizoen puzzelt hij al om zijn selectie in de juiste vorm te krijgen. Wijzigingen in de tactiek, praatsessies, langer trainen, kortere trainingen, gezamenlijke uitstapjes; de ervaren Manenschijn trok alle registers open. Bij vlagen met succes. Zoals twee weken geleden in de eerste helft tegen Amsterdam. Toen stond Rotterdam soeverein met 2-0 voor. Maar het vertrouwen bleek broos. In de tweede helft stortte zijn ploeg in en mocht hij blij zijn dat het duel in 3-3 eindigde.
Eigenlijk voor het eerst dit seizoen zag hij zijn ploeg zeventig minuten lang goed spelen, al kwam Oranje-Rood in de slotfase gevaarlijk terug van 4-1 tot 4-3. Manenschijn had in de aanloop naar het duel geen bijzondere dingen gedaan. ‘Wat ik wil zien is een ploeg die voor elkaar vecht, die weet wat-ie moet doen. De spelers mogen niet twijfelen. Dan moet je niet ineens andere dingen gaan doen. We hebben gewoon heel veel energie gestoken in dingen waarin wij goed zijn.’
Bij Rotterdam is dat spelen met een enorme teamgeist. Vechten voor elkaar, voor elke meter. Vanuit een strakke organisatie en dan profiteren van het surplus aan kwaliteit bij toppers als Jeroen Hertzberger, Seve van Ass en Thijs van Dam. Het drietal speelde zondag goed. Hertzberger scoorde twee keer, Van Ass zorgde voor rust en zorgde voor onrust met zijn rushes, terwijl Van Dam constant voor gevaar zorgde. Voeg daarbij de sterke en scorende (2x) Simon Egerton en de uitputtende sprints van Tjep Hoedemakers en het mag duidelijk zijn dat Rotterdam plots marcheerde. ‘We speelden vandaag goed. Het was heel lekker om eindelijk weer eens zo sterk te zijn.’
Als wij alle wedstrijden spelen alsof wij ons leven moeten redden, zijn wij in staat om iedereen te pakken Albert-Kees Manenschijn, coach van Rotterdam
Manenschijn glunderde. Maar had ook het gevoel: waarom kan het nu ineens wel? De ervaren coach weet dat het niet zoveel zin heeft daar heel lang bij stil te staan. ‘Soms heb je een seizoen dat het heel lang duurt voordat je het vindt. Kampong had dat vorig seizoen eigenlijk ook. Uiteindelijk pakte die ploeg ten koste van ons zelfs de landstitel. Ook wij speelden vorig seizoen in het begin niet goed, maar toen viel het kwartje eerder.’
Rotterdamse lente?
Nu gebeurde dat op de dag dat de temperatuur voor het eerst de dubbele cijfers in de plus aantikte en de zomertijd inging. Zou dit de start zijn van een mooie Rotterdamse lente? Manenschijn: ‘Wij hebben vandaag een heel goede wedstrijd gespeeld. Of dit betekent dat nu het seizoen helemaal is omgedraaid, weet ik ook niet. Wat wel opvallend is: tot we 4-1 voor staan, spelen we om te overleven en gaat het heel goed. Als het dan 4-1 is en we ons realiseren: deze kan wel eens gewonnen zijn, wordt het weer een stukje moeilijker. Als wij alle wedstrijden spelen alsof wij ons leven moeten redden, zijn wij in staat om iedereen te pakken.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.