Keepers Blaak en Harte blikken in 9 stellingen vooruit op play-offs

Keepers David Harte (30) en Pirmin Blaak (30) van Kampong en Oranje-Rood blikken vooruit op de titanenstrijd dit weekend tussen landskampioen Kampong en uitdager en nummer vier van de competitie Oranje-Rood, in de halve finale van de play-offs. Hockey.nl legde de nationale doelmannen van Ierland en van Oranje negen stellingen voor.

Stelling 1: Nummer 1 van de competitie Kampong is de favoriet. Oranje-Rood de underdog.

Pirmin Blaak (Oranje-Rood): ‘Daar ben ik het helemaal mee eens. En laten we dat vooral zo houden. Vroeger was Oranje-Rood of eigenlijk het oude Oranje Zwart de favoriet. Maar nu heeft Kampong geen enkele keer verloren deze competitie. Dus wij spelen lekker vanuit de rol als underdog.’

David Harte (Kampong): ‘Daar ben ik het totaal niet mee eens. Je zag wat er vorig jaar gebeurde. Wij werden in de allerlaatste minuut vierde en uiteindelijk zelfs landskampioen. Wij hebben dat vorig jaar meegemaakt. Dus ik zou zeggen dat er geen favoriet is voor de play-offs.’

Stelling 2: Kampong is degelijker. Oranje-Rood creatiever.

Blaak: ‘Daar ben ik het mee eens. Kampong heeft een mooi en degelijk jaar achter de rug. Ze winnen alles netjes, ook in de Euro Hockey League (EHL). Wij hebben met Oranje-Rood veel uitschieters laten zien. Soms hele mooie wedstrijden, maar soms ook lelijk. Ik denk dat Kampong een wat neutralere lijn heeft genomen.’

Harte: ‘Dat is misschien zo. Ik kan het hier niet mee oneens zijn. Kampong is natuurlijk wat langer bij elkaar in deze samenstelling, in mijn ogen. Maar Oranje-Rood heeft veel individuele wereldklasse, met onder andere Benjamin Stanzl en Thomas Briels. Noem ze maar op. Maar dat hebben wij ook met Robbert Kemperman, Constantijn Jonken, Bjorn Kellerman, Sander de Wijn en anderen. Dus dat is hetzelfde. Ik denk alleen dat wij iets stabieler zijn, omdat de kern van het team wat langer bij elkaar is dan bij Oranje-Rood.’

Pirmin Blaak tevreden na de 4-5 zege in het Wagener Stadion, eerder dit seizoen tegen Amsterdam. Foto: Koen Suyk

Stelling 3

Voor Blaak: Ik laat me niet meer foppen door de strafbal van Havenga (vorig jaar maakte Havenga in de laatste seconde van de competitie de beslissende strafbal tegen Blaak, zonder een stap te nemen).

‘Wat Martijn Havenga vorig jaar deed was mooi natuurlijk. Die zag ik deze week op Instagram voorbij komen. Dan denk ik wel: wat als ik die bal had gehouden? Natuurlijk denk je dat. Wat had ik anders kunnen doen? Maar ja, het is zes meter veertig hè, het is vanaf daar makkelijker scoren dan vanaf de rand van de cirkel. Maar ik ga de staredown met Havenga graag nog een keer met hem aan. Het blijft een mooi spel, zo’n één tegen één. Dat is het mooie aan topsport.’

Voor Harte: De strafcorner van Mink van der Weerden heeft geen geheimen meer voor me.

‘Dat is nogal een statement. Mink is een van de beste strafcornerslepers van de wereld. Wij zullen er alles aan doen om zijn keuzes aan de kop van de cirkel te verkleinen, met onze cornerdefensie en onze manier van uitlopen. Dat wordt weer een mooie battle met Mink. We moeten gewoon geen corners tegen krijgen tegen Oranje-Rood.’

Stelling 4: De spanning van de play-offs maakt mij beter.

Blaak: ‘De spanning is in ieder geval wel waar je het voor doet als keeper. Je hebt 22 wedstrijden nodig om de play-offs te halen. Dan kan die spanning zorgen voor verkramping of juist het beste naar boven halen. Dit jaar hebben we al best wel wat wedstrijden gehad die zo’n play-off sfeer hadden. Amsterdam uit voor de winterstop (4-5 winst) en Bloemendaal thuis (1-1). Ik denk dat de spanning je niet per se beter maakt, maar het geeft je wel het ultieme podium om te laten zien dat je het kunt. Die uitdaging vind ik mooi. Je hoeft niet beter te zijn dan normaal. Maar je moet stoppen wat je moet stoppen. Dat blijft voor een keeper hetzelfde.’

Harte: ‘Hier ben ik het niet mee eens. Ik houd niet van het woord spanning. Ik zou het eerder excitement noemen in plaats van spanning. Dit is het mooiste deel van het seizoen. Deze trainingsweek geniet ik al zo enorm. Als je al ziet dat de tribunes achter de doelen worden opgebouwd. Ik herinner me de eerste play-offs nog heel goed, zes jaar geleden tegen Oranje Zwart. Dat was fantastisch en een reden om van SCHC naar Kampong over te stappen.’

Stelling 5: Ik kijk naar David/Pirmin om beter te worden.

Blaak: ‘Ik kijk met name naar mezelf. Dat is één. Daarnaast heb ik wel veel naar David en Jaap Stockmann (oud-international, red.) gekeken om hun goede punten toe te voegen aan mijn eigen palet. David blijft mooi lang staan als keeper en heeft geweldige reflexen. Als concurrent en collega probeer ik dat toe te voegen aan mijn eigen skills. Jaap heeft katachtige reddingen en maakt op belangrijke momenten vaak goede keuzes. Dat wil je leren. Ik vind het arrogant als je daar niet voor open staat. Ik prijs me gelukkig dat ik in een lichting zit met zulke goede internationale keepers.’

Harte: ‘Ik kan niet zeggen dat ik het hier eens of oneens ben. Ik kijk wel veel naar keepers op internationaal niveau. Maar ik vind toch vooral het mooie van keepen dat iedereen uniek is. Iedere keeper heeft zijn eigen stijl.’

Lachende David Harte in eerste helft van het seizoen. Foto: Willem Vernes

Stelling 6: Ik ben beter in shoot-outs stoppen dan strafcorners.

Blaak: ‘Het kan zomaar verschillen tegen wie je speelt. Als een shoot-out heel goed genomen wordt, kan je kansloos zijn. Maar dat is soms bij een strafcorner ook zo. Ik denk wel dat ik mezelf in een shoot-out nóg beter kan positioneren ten opzichte van de speler.’

Harte: ‘Dat is een moeilijke. Het is totaal anders. In een shoot-out is het echt up to you. Bij een strafcorner heb je nog al je verdedigers die je helpen. Als keeper geniet ik iets meer van de shoot-outs. Je hebt best wel veel kans, ook vanwege die acht seconden regel. Het is altijd onverwacht wat er gebeurt. Wij moeten als keepers snel en wendbaar zijn tijdens de shoot-out. Strafcorners worden toch vaak op dezelfde manier genomen. Aangeven, stoppen, pushen.’

Stelling 7: Als keeper hoop ik stiekem straks bij de play-offs op shoot-outs.

Blaak: ‘Vroeger wel. Nu niet meer. Het klinkt cliché, maar ik hoop dat we gewoon binnen reguliere tijd het afmaken. Dat is een grotere teamprestatie dan dat vijf jongens die shoot-out goed nemen. Vroeger hoopte ik het overigens wel. Maar ik blink liever uit tijdens de wedstrijd dan tijdens de shoot-outs.’

Harte: ‘Nee, niet mee eens. Ik win liever gewoon tijdens de wedstrijd. Ik heb niet de mindset dat ik de held wil zijn, of zo.’

David Harte bedolven onder de Kampong-spelers na de gewonnen shoot-outs in de finale vorig jaar om de landstitel. Foto: Koen Suyk

Stelling 8: Mijn favoriete redding is met de voet/hand/met de stick.

Blaak: ‘Ik denk dat elke keeper zal zeggen dat hij een enorme duik met de stick het lekkerst vindt. Ik ga zelf voor de redding met de handschoen, laag uit de hoek. Dat is keeperstechnisch een van de moeilijkste ballen.’

Harte: ‘Is het heel saai als ik zeg dat ik gewoon wil voorkomen dat de bal in het net komt? Ja? Dan wil ik er nog wel bij zeggen dat ik heel blij ben als ik een kiezelharde bal die bijna door mijn benen gaat, toch stop. Dat maakt me altijd ongelofelijk blij. Het ziet er altijd simpel uit, maar de hockeybal is echt heel klein. Wij zeggen in het Engels altijd: Close the gate, keep the two legs together.

Stelling 9: Play-offs worden beslist in twee/drie wedstrijden.

Blaak: ‘Drie wedstrijden. Het verschil is niet zo groot tussen Oranje-Rood en Kampong.’

Harte: ‘Twee wedstrijden. Ik geloof dat we het in twee wedstrijden kunnen klaren tegen Oranje-Rood. Maar we zijn niet bang om het in drie wedstrijden te doen. Zoals vorig jaar, in de halve finale tegen Bloemendaal.’

Pirmin Blaak in actie met een redding met de handschoen tegen Bloemendaal (1-1), toen hij bijna onpasseerbaar was. Foto: Willem Vernes


Wat vind jij? Praat mee...