Ik ben fan van Oranje, altijd geweest. Dat is de grote verdienste van de Nederlandse Omroep Stichting. Op regenachtige dagen was er bij ons thuis altijd sport op televisie. Het ruime aanbod varieerde tussen de toenmalige BRT, NOS en Eurosport. Ik spreek over de periode waarin België en wereldtop nog antoniemen waren.
Naast die legendarisch televisietune leerde Studio Sport mij namen kennen als Taco van den Honert, Floris Jan Bovenlander en Teun de Nooijer. Voor een kleine, jonge Belg zijn dat spannende, exotische namen in een sport die niet op de Belgische televisie te zien was.
Los van de Nederlandse televisie kende ik het hockey wel. Een vriendje uit mijn klas nodigde me wel eens uit voor een training op z’n hockeyclub. Hoewel dat hele leuke namiddagen waren en dat vriendje altijd heel enthousiast deed over zijn sport, was ik als zevenjarige verknocht aan voetbal. Pas jaren later zou ik een eigen hockeystick en -lidkaart aanschaffen. Kortom mijn contact met tophockey was altijd dat met de Nederlandse televisiecommentator. Hij beschreef telkens hoe mooi het Nederlands elftal speelde. Als een professor in de Hockeykunde doceerde die stem dat de Hollandse school het enige juiste hockey was. Een piepjonge versie van mezelf geloofde het meteen en supporterde voor Nederland.
De manier waarop Nederland ook op dit EK de Spanjaarden hockeyles gaf, vind ik nog steeds geweldig. Ik kan uren naar het hockey van Valentin Verga en Robbert Kemperman kijken. Juist daarom vind ik het zo leuk dat België is opgeklommen naar het niveau van de ploeg waar ik doorheen de jaren fan van ben geworden. Sinds de Olympische finale van Rio de Janeiro kijk ik al uit naar deze 21ste augustus. België – Olland is in iedere sport, de match van het jaar. Op zulke dagen ben ik nog wel fan van Nederlandse spelers, maar niet meer van de ploeg. Dan hoop ik dat de Red Lions de Nederlandse mankementen blootleggen. Dat Vincent Vanasch iedere strafcorner pareert. Of dat Florent Van Aubel doorheen de Nederlandse defensie dribbelt en zo z’n bijnaam ‘Tovenaar’ alle eer aan doet. Ja, ik hoop vurig dat de Red Lions straks rond half tien juichend een ereronde maken in het Wagener Stadion.
De Belgische spelers doen trouwens ook niets liever dan tegen Nederland spelen. De Red Lions denken niet in termen van ‘Nederland vermijden en om misschien een gunstig toernooiverloop te krijgen’. Die mannen zeggen luidop: ‘Kom maar af, dan zien we na 60 minuten wel wie de beste is.’ Het liefst staan ze zondagmiddag vier uur opnieuw tegenover Oranje. Om er dan, allicht, bij te denken ‘als we dan toch een eerste keer Europees kampioen worden, dan maar meteen in stijl’. Meer dan van Oranje ben ik dus fan van de Red Lions, want dat hockeyvriendje uit mijn klas is straks de aanvoerder van België.
Floris Geerts is hockeycommentator voor de Belgische televisiezender Play Sports. Voor hockey.nl blikt hij in twee columns vooruit op de twee Derby’s der Lage Landen. Zondag om 20.00 uur speelden de Oranje Dames tegen de Belgian Red Panthers. Maandagavond komen op hetzelfde tijdstip de Oranje Heren in actie tegen de Red Lions. Geerts schreef eerder een column over de Belgische Dames.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.