Amsterdam bewijst opnieuw dat het bijna niet te verslaan is

Een rake strafbal van Eva de Goede twee minuten voor tijd heeft Amsterdam donderdagavond in de eerste finalewedstrijd de overwinning bezorgd tegen Den Bosch (2-1), dat vrijwel de hele eerste helft domineerde en verdiend op voorsprong kwam. Maar voor de zoveelste keer dit seizoen knokte vechtmachine Amsterdam zich terug van een achterstand. De ploeg van Rick Mathijssen bewees opnieuw dat het dit jaar bijna niet te verslaan is.

Een goal van international Frédérique Matla, de speelster in vorm bij Den Bosch, brak de ban halverwege het derde kwart voor de uitspelende ploeg. Het was een gekke goal, maar hij telde en was dik- en dikverdiend. Na een pass de Amsterdamse cirkel in pushte Matla op goal, een poging die door de stick van verdediger Charlotte Adegeest van richting werd veranderd, waardoor keepster Anne Veenendaal er niet bij kon. Het was de 24ste goal van Matla in de laatste 22 wedstrijden.

Charlotte Vega in duel met Pien Sanders tijdens de eerste finalewedstrijd tussen Amsterdam en Den Bosch. Foto: Koen Suyk

Amsterdam haalt altijd kracht uit een tegenslag

Iedereen die Amsterdam dit seizoen heeft zien spelen, weet dat het team van Rick Mathijssen niet meer van slag raakt na een tegenslag, maar daar juist kracht uit haalt. Pas bij een achterstand komt de ware kracht van Amsterdam naar boven. Dan evolueert de ploeg in een vechtersploeg van ongekende kwaliteit, die het geloof in een goede afloop nooit kwijtraakt.

Nu ook weer. Al snel na de goal van Matla schoot Kitty van Male de gelijkmaker binnen, waarna Amsterdam prachtig juichte, vol passie. Het was een slechte pass van verdediger Pien Sanders die door Van Male werd onderschept. Josine Koning redde het schot van Charlotte Vega knap, maar de rebound van Van Male ging door haar benen door: 1-1.

In de eerste vier minuten van de wedstrijd was duidelijk dat Amsterdam – Den Bosch een topwedstrijd zou worden, een prachtig affiche tussen twee ploegen die verdomd veel aan elkaar gewaagd zijn en die dit seizoen onderling al mooie duels uitvochten, in de competitie en op de EHCC. Een backhandschot van Maria Verschoor eindigde op de zijplank. Een backhandschot van Lidewij Welten vloog naast. Maar daarna domineerde Den Bosch, in ieder geval tot aan de 1-0.

Marijn Veen duelleert met Pien Sanders tijdens de eerste finalewedstrijd tussen Amsterdam en Den Bosch. Foto: Koen Suyk

Zes strafcorners voor rust kreeg Den Bosch, dat nog wat twijfelend begon, maar zich in de wedstrijd vocht en naarmate het eerste kwart vorderde de tegenstander in de achteruitversnelling dwong. De eerste de beste sleeppush van Frédérique Matla vloog meteen het doel in. Maar videoscheidsrechter Fanneke Alkemade keurde de goal af. De bal was boven de knie op het lichaam van uitloopster Kimberly Thompson gekomen. Poging nummer twee werd door Eva de Goede, terug na haar blessure van zaterdag, met haar stick van de lijn gered. De andere vier gingen er ook niet in.

Amsterdam barst van het zelfvertrouwen

Sinds die veelbesproken vernedering in de beslissende finalewedstrijd van vorig jaar (1-4) is er een hoop veranderd bij Amsterdam. Er is al veel geschreven over de transformatie die de ploeg heeft ondergaan van een stel mooiweerhockeyers naar een vechtmachine. Met name in de tweede seizoenshelft heeft Amsterdam met een aantal zwaarbevochten comebacks en de winst van het EK voor clubteams zoveel zelfvertrouwen getankt, dat het zelfs voor Den Bosch geen seconde bang meer is. Ook niet als de Bossche Bazen beter zijn.

Want in het tweede kwart domineerde en heerste Den Bosch. Het voelde dat het in de jacht op de 20ste landstitel donderdagavond al een belangrijke slag kon slaan. Amsterdam kwam voor rust bijna niet meer in de cirkel van Den Bosch. De ploeg van Raoul Ehren dwong twee grote kansen af. De spitsen Frédérique Matla, Lieke Hulsen en Lidewij Welten kregen van dichtbij hun stick niet tegen een voorzet van Margot van Geffen aan. Even later scoorde Hulsen ook niet, in kansrijke positie. Met hangen en wurgen haalde Amsterdam de rust.

Felice Albers en Lieke Hulsen vechten om de bal in de eerste finalewedstrijd tussen Amsterdam en Den Bosch. Foto: Koen Suyk

Het kwartje had ook de andere kant op kunnen vallen

Maar na de 1-1 van Van Male kon het opeens weer alle kanten op. Aan het eind van de pauze tussen het derde en het vierde kwart zweepte Rick Mathijssen het publiek op in het magische Wagener Stadion, waarin de laatste twee onderlinge ontmoetingen tussen beide teams een prooi waren voor de thuisploeg. Het publiek schaarde zich met allerlei toeters achter de thuisploeg en voelde dat een zege mogelijk was, maar dat het kwartje ook zomaar de andere kant op kon vallen.

Het regende kansen in de slotfase. Den Bosch-keepster Josine Koning redde op een backhandschot van Marijn Veen. Lauren Stam flatste een strafcorner richting doel, een scrimmage volgde, maar geen schot op goal. Daarna was het Den Bosch weer dat een corner haalde, nummer acht. De variant mislukte en uit de counter stak Amsterdam het hele veld over. De spanning golfde door het Wagener Stadion heen. Maar Marijn Veen schoot naast.

De Goede besliste het duel

Twee minuten voor tijd was het Pleun van der Plas die een overtreding maakte op Marijn Veen, in de cirkel. De arbitrage gaf een strafbal. Den Bosch vroeg de videoscheidsrechter aan, maar ook die oordeelde dat het een strafbal was. Eva de Goede pushte de bal feilloos tegen de touwen en bezorgde Amsterdam daarmee de zwaarbevochten zege. Zaterdag volgt de tweede finalewedstrijd, in Den Bosch. Voor Amsterdam is de eerste slag gewonnen.

—

Lees hier de ontwikkelingen tijdens de eerste finalewedstrijd tussen Amsterdam en Den Bosch terug in ons liveblog.