Van Seine tot Stadion (3): komt Wennemars weer bij het hockey?

Parijs is het epicentrum van de internationale sportwereld. Alle ogen zijn gericht op de Franse hoofdstad waar de Olympische Spelen worden gehouden. In ‘Van Seine tot Stadion’ praten onze verslaggevers ter plekke je geregeld bij over de opvallende verhalen buiten het veld. Vandaag deel 3: waar zijn de Nederlandse verslaggevers bij het hockey.

‘Ik zie je weer bij de kwartfinales.’

Het is een week geleden dat een collega van de wakkerste krant van Nederland me groette na het openingsduel van de Oranje Dames tegen Frankrijk. Het is 6-2 geworden. Een makkie. ’s Middags zag hij hoe de Oranje Heren met 5-3 van Zuid-Afrika wonnen.

We hebben hem – hoewel een groot hockeyliefhebber – sindsdien inderdaad niet meer gezien bij het hockey. Hij had na die openingsduels wel genoeg gezien. Beide Oranje-teams gingen de kwartfinales wel halen, zo was zijn overtuiging, dus de vier overige poulewedstrijden waren oninteressant voor zijn lezers. De eindredactie plukt af en toe wel een kort bericht (met de doelpuntenmakers) mee van persbureau ANP.

Veel andere media hebben we, terwijl de Oranje-teams tijdens de poulefase tien duels hebben gespeeld, niet gezien.  Oh ja, er was een verslaggever van een serieuze krant, die in de mixed zone meehengelde (dan stel je geen vragen en neem je alleen het gesprek op) bij een interview met Felice Albers.
Buiten schoot de verslaggever me aan met de vraag: ‘Hoe heet de speelster die je net interviewde?’
‘Ik ben een invaller’, zo voegde ze eraan toe toen ze mijn ietwat verbaasde gezicht zag.

Ach, je kunt niet alles weten.

Herkenbaar stemgeluid

De vaste Nederlandse gezichten op de perstribune zijn beperkt. Philip Kooke, al sinds mensenheugenis dé hockeycommentator van de NOS, zit elk duel van een Oranje-team met een koptelefoon op en microfoon in de aanslag. Steevast samen met een radioverslaggever van Langs de Lijn.

Maar ook het herkenbare stemgeluid van Kooke is niet meer elke minuut te horen op bij de NOS. De publieke omroep heeft flink wat uitzendrechten moeten inleveren na Tokio 2020 en maakt soms tijdens een Oranje-duel ‘de journalistieke afweging’ om over te schakelen naar andere sporten, zoals handboogschieten of beachvolleybal. Philip praat vrolijk door, maar mag dan blij zijn dat hij op een andere zender dan NPO1 of online verder gaat. Soms heeft Philip alleen zijn collega’s in de regiewagen als toehoorder van zijn deskundig commentaar.

Bondscoach Paul van Ass staat de pers te woord. Foto: Willem Vernes

Dat is het wel zo’n beetje aan Nederlandse vaste gezichten. Al zijn we blij dat NU.nl af en toe aanwezig is en is er ook wel eens een andere website over sportnieuws. Die verslaggever verraste Yibbi Jansen overigens met de vraag: hoe haal je een strafcorner?

Complimenten Yibbi hoe je die vraag met een stalen gezicht beantwoordde. ‘Je legt bijvoorbeeld een bal op een voet.’

Natuurlijk kun je via HBO Max en Eurosport alle hockeywedstrijden volgen. En het moet gezegd: met onder anderen Tom Bijen (de broer van) als commentator en een Nederlandse verslaggeefster die af en toe videointerviews afneemt, is het hockey goed verzorgd op Eurosport.

Maar afgezet tegen de liefst 74 Nederlandse geaccrediteerden persmensen is dat toch een magere vangst.

Mondiale, historische sport

Mijn hockeyhart bloedt dat verslaggevers van AD, Trouw, Telegraaf, NRC, RTL en Nu.nl niet elke wedstrijd over de Oranje-teams schrijven of videoreportages maken. Met een verslaggever ter plekke. De spelers en speelsters verdienen meer aandacht. Ze werken er stuk voor stuk keihard voor in deze mondiale, historische sport. Al die plakken bij de vrouwen komen ze echt niet aanwaaien. En als je een goed verhaal wil: ik kan wel twintig internationals aanwijzen die uitstekend uit hun woorden komen en echt wel verder komen dan ‘als we die kans hadden gemaakt, was het een heel andere wedstrijd geworden.’

De spelers en speelsters van de Oranje-hockeyteams verdienen meer aandacht dan ze nu krijgen.

Ik vrees dat het ijdele hoop is. De concurrentie is moordend; we zeilen, we roeien, we skateboarden, we schieten, we zwemmen en zijn tegenwoordig goed in atletiek. Het wedstrijdschema van het hockeytoernooi (de beste vier van de zes gaan door in de poule) is te weinig uitdagend. En we winnen (te) veel, waardoor de hockeyverslaggever van de wakkere krant na winst in de openingsfase terecht de conclusie trekt dat er nog tijd genoeg is om over hockey te berichten. ‘En als er iets bijzonders gebeurt, schrijven we jullie wel over. Jullie zijn hier elke dag.’

Erben Wennemars

Dat is waar. En we prijzen ons gelukkig dat we hier mogen zijn. Maar liever interviewde ik Felice Albers niet alleen, maar samen met drie collega’s (en vooruit, twee hengelaars). Gelukkig starten zondag de kwartfinales. Ik ben blij met Nederland tegen Australië bij de mannen. Ik weet vanuit mijn ervaring in Tokio dat veel Nederlandse verslaggevers dan het prachtige Yves-du-Manoir in de Parijse buitenwijk Colombes wél weten te vinden.

De verslaggevers van hockey.nl op de perstribune in Parijs. Foto: Willem Vernes

En hoe verder ‘we’ komen, hoe groter de aandacht. Want een gouden medaille werkt bij de media als honing voor de bijen. Als raven komen ze dan op het blinkende edelmetaal af. Dat wordt heerlijk dringen in de mixed zone. En zijn de Oranje-teams weer volledig live te zien bij de NOS.

Ik verheug me al bijna weer op de komst van de Erben Wennemarsen van deze mediawereld voor ‘een leuk filmpje’. De schaatser vroeg in Tokio na het verlies van de hockeymannen in de kwartfinales aan de toenmalige bondscoach Max Caldas – die al maanden daarvoor een contract bij de Spaanse hockeybond had getekend – of de nederlaag geen reden was om op te stappen. Die vraag beantwoordde Max door weg te lopen.

Ach, je kunt ook niet alles weten.

Lees meer Van Seine tot Stadion:
Aflevering 1: Parijs op z’n kop, nu het sportfeest nog
Aflevering 2: oh jee, de boks is terug


1 Reactie

  1. Eelco Houwink

    Tja, die traditionele media snappen er echt niets van. Die missen een miljoenenpubliek, dat Viaplay met haar enorme investeringen in de Hoofdklasse wel bereikt. Voordeel is wel weer dat je als hockeykijker enorm goed met je afstandsbediening leert omgaan, als de wedstrijd weer in een zwembad met waterpolo eindigt ;)


Wat vind jij? Praat mee...