Balk bont en blauw: ‘Ga er wel lekker op om geraakt te worden’

Zijn sokken bedekken het grootste deel van zijn benen, waardoor die er na afloop van de gewonnen halve finale tegen Spanje (4-0) nog redelijk ongeschonden uitzien. Maar onder die sokken, zo erkent Lars Balk, zitten heel wat bulten en blauwe plekken. Ze zijn de stille getuigen van de inslagen van ballen en sticks die de rasverdediger dit toernooi al heeft geïncasseerd. Balk is niet voor niets bont en blauw: Oranje incasseerde in de knock-outfase nog niet een treffer.

‘Die blauwe plekken horen er ook bij. Ik vind het alleen maar lekker. Ik ga er – ook bijvoorbeeld met corners – juist wel goed op om een beetje geraakt te worden’, zegt Balk na afloop van de gewonnen halve finale. Hij zegt het zonder blikken en blozen. Het zijn woorden die alleen echte verdedigers kunnen uitspreken. Zo’n hard geslagen bal op je been is echt niet lekker. In de slotfase van de kwartfinale met Australië ging de verdediger na een enorme beuk strompelend van het veld.

Hij legt uit: ‘Als iedereen dat doet, is het gewoon lekker. Dat is volgens mij het geheim van dit team. Iedereen ligt met de handschoen op de grond ligt. De Mol die hier in de hoek, met de ogen dicht voor de bal staat. Die Spanjaard wil erdoorheen maaien, maar komt er niet doorheen. Dat is zo lekker om te zien, geeft zoveel energie.’

Verdedigen als leeuwen

Het is al vaker gezegd: Oranje verdedigt dit toernooi als een stel leeuwen. Zowel tegen Australië (kwartfinale) als tegen Spanje hield Nederland de nul. Voor de rasverdediger is dat genieten. ‘Ik juich daarvoor. Ik vind een blok of de nul houden soms mooier dan een goal maken. Als ik zie hoe die boys strijden voor elke meter, vechten voor elke bal en dan is dat echt fantastisch.’

Lars Balk. Foto: Willem Vernes

Bondscoach Jeroen Delmée, zelf als speler een uitmuntende verdediger, startte drie jaar geleden met het bouwen van een nieuwe Oranje-ploeg achterin. Delmée vloog geregeld Marcel Balkestein in als trainer voor de defensie. Ze leerden laag zitten, met de handschoen op de grond. Geen centimeter ruimte geven. En voor niets en niemand wijken.

In de poulefase verdedigde Nederland goed, maar werden er toch wat schoonheidsfoutjes gemaakt. Vielen er doelpunten die niet mochten vallen. Tegen Zuid-Afrika, tegen Duitsland en zeker in de laatste poulewedstrijd tegen Spanje. Balk: ‘We analyseren elke wedstrijd, kijken wat we beter kunnen doen. Maar het begint met energie geven. En keihard voor elkaar vechten. Het maakt niet uit wie een bal verliest. We rennen met z’n allen terug. Dat is volgens mij wat je elke keer ziet. Vanuit daaruit proberen wij van achteruit het te organiseren. Wie pakt wie op. Dat ging een paar keer fout. Maar de laatste wedstrijden krijgen we dus geen goal tegen. Al moeten we daarvoor ook Pirmin bedanken. Die maakte vandaag bij 0-0 een heel belangrijke save.’

Pillen erin

Door de nul te houden, legde Oranje opnieuw de basis voor een fraaie overwinning. Een zege die de ploeg al een zilveren medaille heeft opgeleverd. Donderdagavond kan dat een gouden worden. Balk: ‘Ik besef misschien nog niet helemaal dat we al een medaille hebben. Sta er misschien iets te nuchter in. Ik denk dat dat gevoel zo wel komt. Het is heel bijzonder. Maar we zijn nog niet klaar. Deze kans krijgen we misschien nooit meer. Dus die willen we allemaal grijpen.

Lars Balk: ‘Dit is heel bijzonder. Maar we zijn nog niet klaar. Deze kans krijgen we misschien nooit meer.’ Foto: Willem Vernes

De tegenstander in de finale kan erop rekenen dat Oranje ook in de eindstrijd in de verdediging voor elke meter gaat vechten. Dat na afloop van de kwartfinale de benen pijn doen, daar verblikt of verbloost Balk niet om. ‘Iedereen is helemaal kapot, maar het is gewoon nog één keer gaan. Dat is pillen erin en uitstralen dat je nergens last van hebt.’


Wat vind jij? Praat mee...