Bondscoach Delmée na Pro League-blok: ‘We waren te wisselvallig’

Een nederlaag, een overwinning en tweemaal een gelijkspel. Dat is de oogst van de Oranjemannen in de afgelopen Pro League-week. Bondscoach Jeroen Delmée zag dat lang niet alles van een leien dakje ging. ‘Maar dat hadden we vooraf ook niet verwacht.’

Vrij snel na de laatste Pro League-wedstrijd tegen België kon Delmée al de lessen benoemen van het intensieve weekje dat Oranje achter de rug heeft. Binnen zeven dagen werkte zijn ploeg vier duels af. Twee tegen olympisch kampioen België (3-1 winst, 3-5 verlies) en ook twee tegen wereldkampioen Duitsland (2-2 en 1-1, allebei shoot-outs verloren). 

‘We hadden ritme nodig’, concludeerde Delmée in het uitverkochte Wagener Stadion. ‘Ik ben blij dat we dat op konden doen in vier topwedstrijden. Je ziet wederom in elke wedstrijd dat de verschillen minimaal zijn. Ook in de afgelopen week gaven details de doorslag. Tegen Duitsland zat ‘m dat in de shoot-outs. Bij België was het heel erg bepalend op welk moment welk team scoorde.’

Foto: Willem Vernes

Uitproberen, na vier wedstrijdloze maanden

Hij haalt nog maar eens een situatie terug uit die laatste wedstrijd. Het vlammende backhandschot van Floris Wortelboer, dat in de slotfase naast de goal suisde. ‘Dat was onze kans op de gelijkmaker. Het had de 4-4 kunnen zijn. Vervolgens krijgen we een paar minuten later – en na een discutabele beslissing van de video-scheidsrechter – de 5-3 tegen. Zijn we opeens niet meer in de race. Zo dicht ligt het dus bij elkaar in het herenhockey.’

Het was maar liefst vier maanden geleden dat de Oranjemannen een officieel duel hadden gespeeld. De fraaie 5-3 zege op de latere Pro League-winnaar Australië was in februari het slot van het vorige wedstrijdblok. Daarna volgde een periode waarin de focus met name op het clubhockey lag, zeker toen daar in mei om de prijzen werd gespeeld. 

In de vier Pro League-duels oefende Nederland ook met varianten in de opstelling. Zo stond centrale verdediger Joep de Mol bijvoorbeeld zondag tegen België op de flanken en werd mid-mid Jonas de Geus in de tweede ontmoeting tegen Duitsland in het hart van de verdediging gezet. Allemaal om uit te testen richting de Spelen, waar de multifunctionaliteit van de slechts zestienkoppige selectie erg belangrijk is.

Jonas de Geus was een van de spelers die deze Pro League op een andere plek werd gezet. Foto: Willem Vernes

Wisselvalligheid en het bezoek van ‘chef’ Van den Hoogenband

‘Het was okay, maar er was ook een hoop voor verbetering vatbaar’, stelt Delmée. ‘Dat mochten we ook verwachten in deze samenstellingen. Dat we dit ervaren weegt voor mij zwaarder dan het resultaat. We waren iets te wisselvallig. Het verval tussen beide helften was in drie wedstrijden aanwezig. Zondag tegen België was zo achteraf bezien ons meest constante duel. Al overkomt het ons niet vaak dat we vijf goals tegenkrijgen.’ 

Bovendien kreeg Delmée te maken met een paar lichte blessures. Zoals voor Lars Balk, die alleen het eerste duel met Duitsland speelde en daarna toekeek vanaf de tribune. ‘Hij had een vervelende liesblessure’, vertelt Delmée. ‘Gelukkig kon Lars zondag los van de groep al wel weer op het veld staan. Ik verwacht dat hij vrijdag weer volledig aansluit, als we weer met de selectie bijeenkomen.’

Thijs van Dam moest passen voor de laatste wedstrijd met België. ‘Dat kwam door klachten aan een tussenribspiertje. Als we nu op de Spelen hadden gestaan, had-ie gewoon gespeeld. Nu hebben we gekozen voor de veilige optie, waardoor hij zondag ontbrak.’

Tussen de Pro League-bedrijven door kreeg Oranje hoog bezoek. Niemand minder dan Chef de Mission Pieter van den Hoogenband kwam vrijdag bij de selectie langs. ‘We kennen elkaar nog van vroeger, natuurlijk’, zegt Delmée, die samen met de voormalige topzwemmer in 1996, 2000 en 2004 op de Spelen stond. Van den Hoogenband won in die edities totaal driemaal goud, Delmée stond tweemaal met het mooiste eremetaal in zijn handen. 

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door OranjeHockey (@oranjehockey)

‘De jongens kennen hem natuurlijk als een groot atleet. Het was mooi om hem even bij ons te hebben, om het olympische gevoel een beetje te kweken. Daarom hebben we een paar weken gelden ook Dafne Schippers langs laten komen. Pieter kon van alles vertellen over het olympisch dorp. Kreeg veel vragen over hoe het in Parijs gaat zijn.’

Over minder dan drie weken – op 20 juli – hoeft Oranje het niet meer te hebben van verhalen. Dan ondervindt de Nederlandse equipe zelf hoe het is in de Franse hoofdstad. Een week later spelen de Oranjemannen hun eerste wedstrijd, tegen Zuid-Afrika. ‘Maar eerst gaat de turbo er nog even flink op. We hebben drie weken om hard te werken en topfit te worden.’


Wat vind jij? Praat mee...