We staan aan de vooravond van het vierde Pro League-seizoen. De internationale league heeft ieder jaar een iets andere opzet. Toch gelooft de FIH heilig in zijn paradepaardje, dat de komende jaren meer waarde moet krijgen. Zes vragen – en antwoorden – over deze competitie.
De Pro League komt eraan. Leven we daar handenwrijvend naar toe?
Nou, interessant wordt het zeker, vooral richting het WK voor mannenteams dat in januari begint. Vrijdagmiddag – Nederlandse tijd 15.40 uur – start de nieuwste editie met een wedstrijd tussen de mannen van India en Nieuw-Zeeland. Boeiend is het drieluik met Duitsland, Argentinië en België. Tussen 5 en 10 november staan die mannenploegen tegenover elkaar in Argentinië. Dat geldt overigens ook voor de vrouwenteams uit die landen.
Een drieluik?
Ja, de FIH heeft ervoor gekozen om de Pro League-wedstrijden meer te bundelen per locatie. Dat betekent dat je niet alleen maar ‘uit en thuis speelt’, maar met meerdere ploegen op één plek. Vorig seizoen gebeurde dat ook al, toen de Oranjemannen bijvoorbeeld in Zuid-Afrika ook tegen Frankrijk speelden. Zowel de mannen- als de vrouwencompetitie bestaat uit negen landen.
Zijn er nog andere veranderingen?
De Pro League zou de Pro League niet zijn als het format niet op de schop zou gaan. Komend seizoen is er voor het eerst sprake van een promotie-/degradatieregeling. Dat houdt in dat de nummer laatst degradeert en wordt vervangen voor de winnaar van de Nations Cup. Dat is een nieuwe competitie, de Pro League voor B-landen. Bovendien keren Australië en Nieuw-Zeeland terug in de Pro League. Door de naweeën van de coronapandemie ontbraken zij in de vorige editie. De ploegen die destijds waren aangewezen als hun vervangers, bij de mannen zijn dat Zuid-Afrika en Frankrijk en bij de vrouwen Spanje en India, zien we daardoor niet meer terug op het hoogste platform. Vooral voor India is dat vrij zuur: de ploeg van Janneke Schopman eindigde vorig seizoen nog als derde.
Heeft de Pro League inmiddels zijn plek gevonden op de bomvolle hockeykalender?
Het blijft passen en meten. Allereerst is er kritiek op de mannenduels voorafgaand aan het WK. Bondscoach Jeroen Delmée uitte al zijn onvrede over het gegeven dat hij zijn voorbereiding moet afstemmen op de Pro League-wedstrijden in Argentinië, waar titelhouder Oranje in december speelt. Daarnaast is er eeuwige struggle tussen de internationale duels en de landelijke competities. Komende weken moeten meerdere Hoofdklassers internationals missen – en niet de minsten. Zo hebben Sam Lane en Sean Findlay, de Nieuw-Zeelanders van Oranje-Rood, hun laatste Hoofdklasse-duels van 2022 al gespeeld, omdat zij vrijdag moeten aantreden in India. Hun Belgische teamgenoten Thibeau Stockbroekx en Arthur de Sloover missen in ieder geval de komende twee duels, dat geldt ook voor Alexander Hendrickx, Florent van Aubel en Sébastien Dockier (Pinoké) en Arthur van Doren (Bloemendaal). Daarbij komt nog de afwezigheid van alle Australiërs en Duitsers. De Hoofdklasse gaat er de komende weekenden daardoor anders uitzien. Het blijft een uitdaging om de Pro League een lekker plekje te geven in het hockeyjaar. Pas na de landelijke competities ontstaat er echt ruimte, waardoor de maand juni weer – net als vorig seizoen – tot Pro League-maand gebombardeerd kan worden. Beide Oranje-teams komen dan maar liefst tien keer in actie.
Die planning is het enige kritiekpunt?
Nee, ook het vele reizen van de teams is een veelgehoorde klacht. Dat slokte veel tijd, geld en energie op. Daar speelt de FIH nu op in, door meer ploegen op dezelfde plek te laten hockeyen. Bovendien wordt er vaker op locaties gespeeld waar veel toeschouwers zijn. Dit om lege tribunes, zoals bijvoorbeeld in de afgelopen jaren in de VS en China, te voorkomen.
Wat zijn de plannen van de FIH met de Pro League?
Die zijn niet mis. Thierry Weil, de algemeen directeur van de wereldhockeybond, heeft aangegeven dat de competitie nog meer allure moet krijgen. Het is de bedoeling dat in de Pro League tickets zijn te verdienen voor het WK en de Olympische Spelen. Dat zou vanaf de volgende – dus vijfde – editie het geval moeten zijn. ‘In het vijfde en zesde seizoen kwalificeren de winnaars van de Pro League zich voor het WK van 2026’, liet Weil optekenen in de Indiase media. ‘In seizoen zeven en acht plaatsen ze zich voor de Spelen’, aldus Weil, die ook aangaf dat continentale kampioenschappen, zoals de EK’s, eveneens toegangsbewijzen blijven voor grote toernooien. Lang verhaal kort: de FIH wil met zijn paradepaardje de komende jaren grote sprongen gaan maken. Door de sportieve spanning (promotie/degradatieregeling) op te voeren en de beloning interessanter te maken, wordt de veel bekritiseerde competitie de komende jaren alleen maar boeiender.
1 Reactie
willem-janpelle
De heer Weil wil kennelijk met dit nogal megalomane plan de geschiedenisboeken in, en in een tijd van zorgen om het klimaat is vliegschaamte hem vreemd. Dit onderwerp staat sowieso niet op de radar bij sportbestuurders.