Debuteren op je 25ste: vraaggesprek met Algera en Kellerman

De een debuteert op z’n zeventiende in Oranje en speelt op die leeftijd de Olympische Spelen, zoals Jorrit Croon. Anderen debuteren op hun vijfentwintigste en noem je ‘laatbloeiers’, zoals aanvaller Bjorn Kellerman (27) en verdediger Tristan Algera (25). Een vraaggesprek met twee spelers die later in hun carrière tot het oranje keurkorps mochten behoren.

Ook Mirco Pruyser (27) debuteerde pas op vijfentwintigjarige leeftijd in Oranje. Terwijl HGC-speler Croon als zeventienjarige schitterde met puntgave doelpunten in Rio, speelde Pruyser rond die leeftijd nog in Amsterdam Jongens A2. Er zijn dus verschillende wegen die naar Oranje leiden.

Strafcornerkanon Algera debuteert op een toernooi voor Oranje en speelde zijn eerste interland dit jaar in Zuid-Afrika. Hij heeft nu zes interlands achter zijn naam, waarin hij een keer scoorde. Kellerman debuteerde bij de HWL in India in 2015. Hij speelde zestien interlands en scoorde vier keer.

Een geconcentreerde Bjorn Kellerman in de wedstrijd tegen Pakistan. Foto: Frank Uijlenbroek

Hoe was het om te debuteren op je vijfentwintigste? Was het juist bevredigender omdat de weg langer was?

Kellerman: ‘Een debuut is een debuut. Het is gelukt. Dat verschil kun je niet aangeven. Dat het voor mij in India was, tegen Duitsland in de HWL, was echt vet. Je debuteert voor je land. En of je nou achttien of vijfentwintig bent: je hebt een lange weg afgelegd. Ook als achttienjarige. Dus misschien is het gevoel wel hetzelfde. Je krijgt een soort ontgroening en een toespraak van de aanvoerder. Dan ben je officieel international.’

Algera: ‘Het proeft héél erg goed, als je voor de eerste keer mee mag doen. Maar wat Bjorn zegt. Normaal begin je ook niet pas met hockeyen op je zeventiende. Dus je hebt toch wel je uren gemaakt. Of je nou achttien of vijfentwintig bent.’

Is de druk groter, als je ouder bent als debutant? Omdat je niet zo onbevangen mag spelen als een jonkie?

Kellerman: ‘Als je ouder bent kun je beter met de druk omgaan. Ik had al veel ervaring met de play-offs en was gewend om grote wedstrijden te spelen. De druk is anders, maar de zenuwen even groot. Ik denk dat je die zenuwen wel beter kunt plaatsen als je ouder bent en geen achttien meer bent. Maar je kunt ook meer dan een talent. Het verwachtingspatroon is hoger en dat mag ook.’

Algera: ‘Als je ouder bent kun je makkelijker van de druk genieten. Je komt erachter dat het niet allemaal vanzelfsprekend is dat je erbij zit. Je kunt die zenuwen beter plaatsen dus je kunt meer genieten.’

Hebben jullie vaak getwijfeld of jullie het zouden halen?

Kellerman: ‘Nee, ik vond hockey gewoon heel leuk. Ik heb nooit echt getwijfeld aan mijn keuzes. Ik koos na SCHC voor Rotterdam. En na drie jaar Rotterdam voor Kampong. Toen werd ik voor het eerst geselecteerd. Het ging steeds beter, zowel bij de club als bij Oranje. Ja, het was een lange weg. Maar ik sta nog steeds achter elke stap die ik heb gemaakt. Het was het waard.’

Algera: ‘Bij mij begon het er al mee dat ik geen speelminuten meer maakte bij Rotterdam. Dus toen heb ik geen seconde over Oranje nagedacht. Echt totaal niet mee bezig. Toen stapte ik over naar HGC. Het spelletje vind ik ontzettend leuk en daar steek je tijd in. Pas een jaar geleden ben ik weer in beeld gekomen. Dat het er misschien wel in zit. Het was een lange weg, met wat zijstapjes. Maar ik was er niet constant mee bezig. Het voelt niet als een weg van twintig jaar, maar van anderhalf jaar.’

Tristan Algera sleept de strafcorner voor Nederland. Foto: Frank Uijlenbroek

Hoe is het om deze HWL te spelen? Zoveel toernooien hebben jullie nog niet gespeeld met Oranje?

Kellerman: ‘Heel leuk. Er is een goede sfeer in de groep. Dat begon al met de trainingsstage in Zuid-Afrika. Daarna kwamen er vier jongens uit de HIL (Hockey India League, red.) weer bij. Maar je merkt dat de sfeer hetzelfde bleef, alleen dat het niveau hoger werd. Vroeger moest je je bewijzen om erbij te horen, nu hoor je er al meteen bij. Het klopt wat Max al zei deze week. Het is weer even wennen met elkaar. Wat dat betreft waren Schotland en Pakistan goede partijen om erin te komen. Nu spelen we vijf wedstrijden in zeven dagen. Dat wordt fysiek en mentaal een test. Straks verliezen we van India. Of verliezen we een halve finale. Hoe gaan we daarmee om? Deze week wordt een cruciaal leerproces richting het EK. De sfeer is nu goed, maar hoe reageren we mocht het tegenzitten? Dit is een mooie test met een nieuwe groep.’

Algera: ‘Voor mij is het allemaal nieuw. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik niet zenuwachtig was voor de eerste wedstrijd. Maar dat was bij het eerste fluitsignaal gelukkig weg. Dit is een leuke groep gasten. Ik weet niet of dat altijd zo was. Mijn beeld van Oranje is in ieder geval hoe het nu is. Geen dubbele agenda’s. Zo zou het moeten zijn. Ik ben blij dat ik mee mag doen aan het toernooi. Dan kijken we daarna wel of het voldoende is geweest. Met de nationale jeugdteams ben ik vaker op toernooien geweest, dus dat had ik al meegemaakt. Nu moet je gewoon topfit zijn en knallen in de wedstrijden. Alles wat je daarnaast doet staat in het teken daarvan.’

 


Wat vind jij? Praat mee...