Koen Bijen eert zijn broer en Suarez bij zijn eerste olympische goal

Hij kreeg zondagavond tegen Frankrijk (4-0) binnen een kwart twee identieke kansen op zijn eerste olympische treffer. De eerste tikte Koen Bijen – natuurlijk tot zijn eigen ongenoegen – naast. Nummer twee rolde er gelukkig wel in, waardoor de spits zichzelf een verlaat verjaardagcadeautje gaf.

Na de wedstrijd kan Bijen er wel om lachen. Twee keer viel een rebound van een sleep van Jip Janssen via de Franse keeper precies voor zijn stick. Alsof hij de bal er met een magneet naartoe trok. ‘Bij die bal was ik een beetje te gehaast. Ik schrok van die kans en moest voor mijn gevoel snel handelen. Ik had achteraf gezien veel meer tijd dan ik dacht.’

Dat gebeurde aan het begin van het tweede kwart. Gelukkig voor Oranje en Bijen bleef het de hele wedstrijd corners regenen in het zonnige Parijs. Liefst vijftien keer mocht Janssen – en een enkele keer Seve van Ass – aanleggen. Zo ook aan het eind van datzelfde kwart. Weer diezelfde situatie. Lage sleep Janssen. Redding met de voeten van de Franse goalie. Bal voor de stick van Bijen. ‘Hij stuiterde iets meer. Ik pakte de bal hoog op mijn stick. Daardoor sloeg ik uit de lucht. Vind ik makkelijker, omdat je dan minder laag hoeft te zitten.’

Koen Bijen bij de opkomst vlak voor de volksliederen. Foto: Willem Vernes

De voetballer wiens hockeydroom uitkwam

Een seconde later stuiterde Bijen van blijdschap over het veld. De 2-0 van Oranje was zijn eerste olympische goal. En daar genoot de spits met volle teugen van. ‘Ik kan geen mooiere plek verzinnen om ‘m te maken. Het was hier geweldig. Een vol stadion, met vrienden en familie op de tribune. Constant hoor je het publiek. Een sfeer die normaal alleen in een voetbalstadion hangt. Fluiten. Zingen. Man, hier leef ik voor.’

Langzaam beseft hij dat hij een herinnering voor het leven heeft gemaakt. ‘Tijdens de volksliederen had ik constant kippenvel. Ook tijdens dat van Frankrijk. Als iedereen dat hier meezingt. Zo mooi. Op die momenten flitst mijn carrière aan mij voorbij. Bedenk je wat je allemaal hebt gedaan om hier te staan. Ongelooflijk, ik ben hier gewoon. Dat raakt me. Ook als ik er nu over vertel. Hier droomde ik van.’

Nog even terug naar het voetbal. Want als er iemand van de Oranje-internationals die vergelijking met voetbal mag maken, is het Bijen wel. De Hagenees speelde in de jeugd van profvoetbalclub Excelsior. Mocht proeftrainingen doen bij Ajax en Feyenoord en gold dus als een serieus talent. Speelde onder meer samen met voetbalinternational Noa Lang. Nu kon hij – ondanks zijn overstap naar het hockey – toch nog zo’n machtige stadionambiance meepikken. En precies passend in dat plaatje vierde hij zijn goal. Inderdaad, als een bekende voetballer.

Bijen met Pirmin Blaak na de wedstrijd. Foto: Willem Vernes

Gebaartjes van Suarez en olympische golfballetjes

‘Ik juichte zoals Luis Suarez dat altijd doet. Met zijn handgebaartjes. Dat was niet voor Suarez, maar voor mijn tweelingbroer Tom’, vertelt Bijen vol vuur. ‘Tom gaf tijdens deze wedstrijd commentaar op Eurosport. Hij voetbalt en als-ie scoort, doet hij Suarez na. Dus wilde ik voor hem doen.’

Een dag eerder was het ook al zo’n speciale dag voor Bijen. Toen werd hij 26 jaar, op de dag van zijn olympisch debuut. ‘Daar was ik veel meer mee bezig. Die verjaardag was bijzaak, al is het wel de meest onvergetelijke die ik ooit heb gehad. Er is voor mij gezongen. Het cadeautje was de overwinning tegen Zuid-Afrika. Ik heb iedereen een gouden golfbal gegeven met de olympische ringen erop. Had ik samen met mijn zus Femke bedacht, omdat bijna iedereen golft in het team. Ik kon tijdens de Spelen natuurlijk niet voor de wedstrijd met een taart aan komen zetten.’

Foto: Willem Vernes

Boerenbridgen met de tennissers op de rustdag

Na de stabiele wedstrijd tegen Frankrijk, waarin Oranje veel minder wisselvallig was dan tegen Zuid-Afrika, is het even tijd voor een pauze. Na die twee slopende duels waarin het tempo soms moordend hoog lag, hebben de Oranjemannen maandag een rustdag. ‘Dat is eigenlijk wel heel lekker. Ik denk dat iedereen wel spierpijn heeft. Maar we zijn zo fit dat we ook snel kunnen herstellen.’

‘Ik denk dat ik wat andere sporters ga opzoeken. Ik ken tennisser Wesley Koolhof goed. Zijn moeder heeft met de mijne bij Were Di gespeeld. Met hem en Tallon Griekspoor – ook een tennisser en een mooie vent – spelen we in het dorp boerenbridge. En ik ga misschien nog even langs bij beachvolleyballer Stefan Boermans, die is weleens komen kijken op Den Bosch. Ik geniet van het contact met de andere atleten, die hier ook allemaal op de allerhoogste niveaus presteren. Ik vind het prachtig hier, in Parijs.’ 


Wat vind jij? Praat mee...