‘Ik denk dat Josine wat rustiger is in bepaalde situaties. Ik gooi er soms wat meer scheldwoorden uit op de keeperstraining’, lacht een oververhitte Anne Veenendaal (23) na het oefenduel woensdag tegen Duitsland (0-1) in Buenos Aires. Zij leek altijd hét keeperstalent van Nederland, maar moet Josine Koning nu naast of zelfs voor zich dulden in een strijd voor die ene plek op de Olympische Spelen van Tokio.
Een keeper is in de regel een eenzaam figuur binnen het team, de sluitpost die – oh cliché – altijd net wat gekker is dan de teamgenoten. Maar Veenendaal is in de snoeihete oven van Buenos Aires letterlijk en figuurlijk helemaal in haar eigen wereld. In een trainingspartij tegen Duitsland staat het kwik op 35 graden – gevoelstemperatuur 45 graden – en staat zij met haar rode keeperstrui, en de legguards aan in haar eentje in de rust na een kwart hockeyen. Het is een vreemd gezicht: het hele team sprint naar de kant na vijftien minuten hockeyen, bondscoach Alyson Annan pakt het tactiekbord erbij, legt driftig en precies uit wat de bedoeling is. Tekent rondjes, trekt lijntjes en veegt ze dan gedecideerd weer uit met de veger. Zo. Zijn er vragen? Nee, er zijn geen vragen.
Ondertussen staat Veenendaal in haar eentje met een handdoek en wat ijs in en haar eigen goal. Alleen, in eigen gedachten verzonken. Allemaal vanwege de hitte. ‘Als we in dit soort warmte spelen, hebben we afgesproken dat ik na een kwart niet op en neer ga rennen in mijn outfit. Dan is dat eigenlijk alleen maar zwaar voor me. Dan is de afspraak dat ik gewoon aan de gang kan met mijn ijskoffertje, dat achter de goal staat. Lekker koelen. Ik weet dan inderdaad niet wat er besproken is, maar ik vraag altijd of iemand kort en krachtig herhaalt wat er gezegd is in de rust.’
Argentinië is een ander kaliber tegenstander dan de Verenigde Staten
Het contrast woensdag tussen de hittegolf van Buenos Aires en de kou van Amerika had niet groter kunnen zijn. Zondag lijkt het mee te vallen voor de Pro League-ontmoeting met Las Leonas, dan zijn de voorspellingen eerder halverwege de twintig graden. Maar overdag valt er deze week in de hoofdstad van Argentinië buiten geen tango te dansen, zonder dat er liters vocht verloren wordt. Laat staan dat je net als de hockeyers en hockeysters van Oranje meer dan een uur intensief moet rennen.
Veenendaal: ‘Gisteren had ik twee ballen gestopt op de training. Toen kon je me al van het veld afdragen. Die warmte blijft gewoon in je keeperspak hangen. Dan heb ik ook nog eens een helm op waar de zon op schijnt. Dat broeit. Mijn hele lichaam was oververhit. Gelukkig was het vandaag al iets beter. Ik ben er blijkbaar al een beetje aan gewend. Maar het verschil blijft heftig. In Amerika was het vijf graden, hier vijfendertig.’
Vlak voor de tropische en wat matte oefenwedstrijd tegen Duitsland, werd door iedereen een koelvest aangetrokken. Het oefenduel eindigde in een 0-1 overwinning voor Duitsland. ‘Als je kijkt hoe we tegen Amerika hockeyen, en dat vergelijkt met nu: dan moeten we echt even uit een ander vaatje tappen. Argentinië is ook een stuk beter dan Amerika.’
Keuze voor Tokio wordt spannend
Veenendaal stond de hele oefenwedstrijd in de goal, inclusief de pauzes. Reservekeepster Alexandra Heerbaart keek toe. De keepster waar Veenendaal normaal mee afwisselt, Josine Koning, is voor deze reis naar Amerika en Argentinië, thuisgelaten. Veenendaal zegt het een prima verdeling te vinden. Koning Australië en Nieuw-Zeeland, Veenendaal de VS en Argentinië.
Lang was Anne Veenendaal hét keeperstalent van Nederland, toen ze als 17-jarige bij Amsterdam furore maakte. Voorbestemd om de legendarische Joyce Sombroek op te volgen. Maar toen stond daar opeens Josine Koning, die in de keepersrace langszij kwam en op het WK in Londen een kleine voorsprong nam, richting de Olympische Spelen van Tokio. Zij was het die zenuwslopende shoot-outs tegen Australië in de halve finale geweldig keepte. Omdat Veenendaal onder bondscoach Annan vaak de meeste minuten maakte en Koning onder Veenendaal nog nooit de onbetwiste nummer één is geweest, zal de concurrentiestrijd hevig worden. Naar Tokio zal in de regel één keepster in de selectie worden opgenomen en eentje als reserve meegaan.
‘Als persoon is Josine wat rustiger’
‘De verhoudingen zijn de afgelopen jaren wel veranderd tussen ons ja. We zijn steeds dichter naar elkaar toe gegroeid in niveau. Er is nu meer rivaliteit tussen ons, binnen het veld. Buiten het veld ken ik haar al twaalf jaar en kan ik het gewoon goed met haar vinden’, verklaart Veenendaal de concurrentiestrijd voor die ene plek op de Spelen. ‘Natuurlijk had ik liever de shoot-outs gekeept in Londen. Maar zij was op dat moment gewoon beter in de shoot-outs en heeft het ook gewoon goed gedaan. Maar dat wil niet zeggen dat ik het erbij laat. Het blijft een apart iets, die shoot-outs. Soms gaat het heel goed, soms minder en destijds ging het bij mij op de trainingen minder.’
Veenendaal vertelt dat ze er niet elk moment mee bezig is. Maar ze is wel duidelijk over haar doel. ‘Natuurlijk wil ik de eerste keepster worden in Tokio. Dat willen Jos en ik allebei. We werken er allebei hard voor. We zien het wel. Ik kan niet meer dan ik kan.’
Gevraagd om zichzelf met Koning te vergelijken, schiet de makkelijk pratende spring in het veld in een opvallend stilte. Ze kraakt haar hersenen en zegt dan: ‘Als persoon is Josine wat rustiger. Het is verder moeilijk uit te leggen, maar met Simon (Zijp, keeperstrainer, red.) trainen we veel op techniek. Dat is ook erg belangrijk. Maar ik denk dat ik beweeglijker ben dan Josine en wat meer buiten de lijntjes kleur met mijn techniek. Ik ga net als Joyce vaker in een soort uitschuifhouding, in een split. Dat is op papier niet de perfecte techniek, maar het is mijn eigen techniek.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.