Na een geslaagde voorbereiding op de competitiestart met vijf aansprekende zeges en één verrassend gelijkspel beginnen de dames van Den Bosch vandaag tegen Victoria aan hun jacht op de twintigste landstitel. De titelfavoriet kan daarbij voorlopig geen beroep doen op aanvoerder Marloes Keetels (27), die kampt met een hardnekkige achillespeesblessure.
Keetels was vorige maand tijdens de eerste twee oefenwedstrijden van Den Bosch tegen Pinoké (7-0) en Oranje-Rood (7-2) nog van de partij, maar moest de resterende vier duels in de voorbereiding laten schieten. De (gecontroleerde) warming-up deed ze telkens nog wel mee, maar een wedstrijd spelen zat er niet in voor de 148-voudig Oranje-international. Haar rechterachillespees is dusdanig overbelast dat ze niet pijnvrij kan hockeyen.
‘Het is frusterend om niet honderd procent fit te zijn’, zegt Keetels als we haar bellen. ‘Ik kan nog niet vrijuit sprinten en heb last van een nareactie in de pees. Tot mijn 25ste heb ik altijd alles kunnen spelen. Ik had wel eens een kleine blessure, maar dat was dan zo weer over. Nu word ik vanwege peesklachten al een tijdje heen en weer geslingerd tussen spelen, rust houden, je rentree maken en weer een terugval hebben. Dat maakt het mentaal pittig.’
Coronaperiode zorgt voor domper
De klachten van Keetels begonnen ruim een jaar geleden, na het gouden EK in Antwerpen. Na haar succesvolle operatie aan haar rechterenkel van medio 2018 kreeg ze eerst last van haar linkerachillespees. Een tijdje later ontstonden er klachten aan haar rechterpees. Keetels koos ervoor in de winterperiode enkele weken rust in te gelasten en miste daardoor onder meer vier van de vijf Pro League-wedstrijden met de Oranje Dames.
Die pauze leek te helpen. In maart van dit jaar, bij de hervatting van de Hoofdklasse Dames, voelde de middenvelder geen pijn meer en kon ze weer vrijuit trainen. Daarna zorgde corona en de daaropvolgende lockdown voor een nieuwe domper.
Aanvoerder Marloes Keetels in actie voor Den Bosch, een beeld dat we voorlopig moeten missen. Foto: Willem Vernes
‘De coronaperiode tussen maart en juli heeft mijn pees geen goed gedaan’, moet Keetels bekennen. ‘Van het rennen op een hockeyveld moet je je ineens gaan bewegen op gras en asfalt om fit te blijven. Die verschillende ondergronden hebben voor mijn pees slecht uitgepakt. Een peesblessure heeft sowieso een grilliger verloop van het herstel dan wanneer je bijvoorbeeld je vinger breekt. Dan weet je na de herstelperiode dat alles in orde is en kun je weer aan de slag.’
Ook de hervatting van de trainingen met de nationale ploeg in juli hadden hun weerslag op de achillespezen van Keetels. Links was inmiddels ok, maar rechts vormde nog een probleem. Daardoor moet ze nu accepteren dat er even geen plek voor haar is op het hockeyveld.
Keetels: ‘Ik las het bericht van Seve van Ass, die ook een terugslag heeft door peesklachten. Ik herkende me in zijn verhaal: je wil zó graag weer hockeyen. Als je een tijdje geblesseerd bent geweest, heb je het gevoel dat je achterloopt op de rest. Dan wil je er alles aan doen om zo snel mogelijk weer op het veld te staan, terwijl je ook weet dat je veel geduld moet hebben. Het is heel frustrerend wanneer je beseft dat je dan weer een stap terug moet doen.’
Pijnvrij hockeyen is het doel
Keetels brengt maandag opnieuw een bezoek aan de specialisten van het Maxima ziekenhuis in Veldhoven, die in januari van dit jaar een UTC scan van haar achillespees maakten. Die scan moet uitwijzen hoe het met haar pees is gesteld en of er wellicht extra problemen met de belastbaarheid zijn ontstaan. Keetels: ‘Ik baal dat ik de competitiestart moet missen, maar ik moet hier even doorheen. Het allerbelangrijkste voor mij is om pijnvrij te kunnen hockeyen. Pas wanneer ik voluit kan sprinten, draaien en keren kan ik mijn beste hockey laten zien.’
Marloes Keetels tijdens één van de training van de Oranje Dames in het Wagener Stadion, ruim drie maanden geleden. Foto: Willem Vernes
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.