‘Voor mij is het coronavirus toch een beetje een gelukje geweest.’ Floris Wortelboer zegt het tijdens het interview met de nodige voorzichtigheid. Ook hij weet dat het virus voor veel ellende zorgt. Maar de international van Oranje en Bloemendaal heeft deze hockeyloze periode wel mooi kunnen gebruiken om zijn gekwelde schouder te laten opereren. ‘Hiermee moet het nu klaar zijn.’
Als we de sympathieke Brabander op deze dinsdagmiddag aan de lijn krijgen, is hij net terug in zijn ouderlijk huis na een wandeling naar de supermarkt in Breda. ‘Ik wandel deze dagen veel. Het is de enige beweging die ik op dit moment mag maken’, vertelt Wortelboer. Op de kop af twee weken geleden is hij, nadat zijn arm binnen anderhalf jaar drie keer uit de kom was geschoten, geopereerd aan zijn linkerschouder en zit zijn arm in een mitella. ‘Ik heb inmiddels al zo vaak een mitella om gedaan, dat ik er geen hulp meer bij nodig heb’, zegt hij lachend.
Lachen doet Wortelboer graag. Binnen Bloemendaal en Oranje behoort hij tot de gangmakers. Maar de lol is de verdediger annex middenvelder de afgelopen jaren veelvuldig vergaan. Nooit was hij geblesseerd. Tot hij in de competitiewedstrijd met zijn club Bloemendaal tegen Tilburg in september 2018 verkeerd viel en zijn schouder uit de kom schoot. Wortelboer ging meteen revalideren en maakte drie weken later alweer zijn rentree. Het WK in India stond voor de deur. Hij wilde zijn plek veiligstellen.
Dat lukte, maar in de aanloop naar het WK tijdens een oefentoernooi in Valencia sloeg het noodlot toe: opnieuw schoot zijn linkerarm uit de kom. Dit keer zo erg dat het anderhalf uur duurde voordat zijn schouder terug in de kom was gezet. Uit een MRI-scan werd tevens duidelijk dat een stuk van het labrum (kraakbeen) was gescheurd door de klap.
Discussie met staf Oranje
Terwijl de Oranje-spelers van Oranje in Bhubaneswar de zilveren WK-medaille veroverden, revalideerde Wortelboer in Nederland. Achter de schermen ontstonden destijds de eerste discussies over het te volgen traject. Vanuit het Nederlandse kamp kreeg Wortelboer het advies zich in de winterstop te laten opereren. De speler raadpleegde zelf ook andere specialisten en lotgenoten. Hij besloot uiteindelijk niet onder het mes te gaan, maar door middel van extra training de spieren rondom het geteisterde gewricht te versterken.
Ik wilde niet eigenwijs zijn. Maar het voelde voor mij toen beter om me niet te laten opereren. Het is mijn lichaam. Daar ben ik de baas over.' Floris Wortelboer
Wortelboer maakte die keuze, zo blijkt uit zijn relaas, na lang wikken en wegen. ‘Het was lastig. Maar ik raakte er niet van overtuigd dat een operatie dé oplossing was. Ook na een operatie kon de arm uit de kom gaan, kreeg ik te horen. Daarnaast: bij een operatie snijden ze toch in je lichaam, waardoor de kans op complicaties bestaat. Kijk, als het de enige optie was, had ik toen al een operatie ondergaan. Maar ik dacht: als het volgens specialisten ook zonder operatie kan, ga ik daarvoor. Uiteindelijk is het ook lang goed gegaan. Ik heb daardoor met Bloemendaal wel landskampioen kunnen meemaken.’
Wortelboer keerde in de zomer van 2019 ook terug in Oranje. Hij speelde in de FIH Pro League, maar miste het EK in België. Niet door een blessure, maar omdat Caldas ontevreden was over zijn arbeidsethos. In oktober stond hij er echter weer tijdens de gewonnen olympische kwalificatiewedstrijden tegen Pakistan.
Worstelboer excelleerde vervolgens bij Bloemendaal, ging in januari met Oranje op trainingskamp naar Maleisië en was aan de vooravond van de Pro League-wedstrijden tegen India klaar voor de weg die naar de Olympische Spelen van Tokio moest leiden. In een openhartig interview met hockey.nl stelde Wortelboer zich kwetsbaar op. Hij erkende dat de wake up call van Caldas terecht was. Dat zou hem niet meer gebeuren. De op dat moment 51-voudig international nam zich voor geen toernooi meer te missen.
‘In de kleedkamer zat ik echt even stuk’
Maar in zijn 52ste interland ging het al in het eerste kwart in de eerste wedstrijd tegen India mis voor Wortelboer. Bij een vrij onschuldige slag langs de lijn van een Indiër strekte Wortelboer zijn linkerarm. Hij onderschepte de bal, maar voelde meteen dat het mis was: weer was zijn schouder uit de kom. ‘Onmiddellijk schoot er van alles door mijn hoofd’, vertelt Wortelboer. ‘De schouder ging er dit keer gelukkig gemakkelijk in, maar ik zat in de kleedkamer echt even stuk. De jongens kwamen in de rust naar mij toe en waren heel begaan. Maar zij gingen daarna weer het veld op. Ik zat daar met mijn arm in een mitella op de tribune. Daar had ik het wel moeilijk mee.’
‘De volgende dag, tijdens de tweede wedstrijd tegen India, zat ik daar weer. Ik kreeg vanuit Nederland tal van berichten. Heel lief bedoeld, maar ik heb mijn telefoon op een gegeven moment weggelegd en de appjes niet meer gelezen. Ik zat er niet op te wachten.’
Optrainen of opereren?
Terug in Nederland, met nog iets meer dan een half jaar voor de start van de Olympische Spelen, was Wortelboer terug bij af en stond hij opnieuw voor de keuze: optrainen of opereren? Hij koos weer voor optrainen. ‘Als ik me toen had laten opereren, was ik zeker niet op tijd fit voor de Spelen. Natuurlijk snapte ik ook dat mijn kansen op Tokio een stuk waren verkleind. Je mag op de Spelen maar zestien spelers meenemen. Dan zit je als coach niet te wachten op een speler die in de eerste wedstrijd geblesseerd kan raken. Maar hoe klein de kans misschien ook: ik wilde ervoor gaan. Daarnaast stonden we met Bloemendaal bovenaan en speelden we nog de EHL. Dat wilde ik ook niet missen.’
De komst van het coronavirus veranderde alles. De Olympische Spelen werden een jaar verschoven, de EHL werd uitgesteld en de competitie is voortijdig beëindigd. ‘Dat zette mij aan het denken. Ik heb daarop een call georganiseerd met daarin diverse specialisten en Conny (van Bentum, dokter van Oranje. red). We hebben een goed gesprek gehad en zij adviseerden om dit moment aan te grijpen om me toch te laten opereren.’
Wortelboer nam nog een paar dagen bedenktijd en hakte toen de knoop door: hij liet zich opereren. Twee weken geleden was het zover en ging hij onder het mes in de Bergman Clinics. Orthopeed Van der Hoeven voerde daar de zogenoemde Latarjetoperatie uit. Bij deze operatie wordt door middel van een stuk bot van de voorkant van het schouderblad de kom gereconstrueerd. Eenzelfde operatie onderging ook oud-international Kelly Jonker met wie Wortelboer contact zocht voor advies.
Veertien dagen na de operatie stelt Wortelboer dat hij blij is met zijn keuze om zich nu als nog te laten opereren. ‘Het is een vervelende tijd voor iedereen. Maar ik heb deze tijd nu toch goed kunnen gebruiken om me te laten opereren. Zo is dat coronavirus voor mij toch een beetje een gelukje.’
Hij keek tegen de operatie op, maar die viel in de praktijk mee. ‘Toen ik wakker werd, zei ik: oh, is het al klaar? Ik heb ook daarna amper pijn gehad.’
Spijt?
Heeft hij nu geen spijt dat hij zich niet eerder heeft laten opereren? Wortelboer: ‘Met de kennis van nu, had ik misschien een andere keuze gemaakt. Maar ik sta er nog steeds achter dat ik destijds zo heb besloten. Ik heb ook tegen de staf van het Nederlands team gezegd dat ik echt niet eigenwijs wilde zijn, maar dat het voor mij beter voelde om me niet te laten opereren. Het is mijn lichaam. Daar ben ik de baas over. Binnen de staf is daar ook begrip voor.’
Wortelboer richt nu het vizier naar voren. Hem wacht een revalidatie van vier maanden. Terwijl de spelers van Oranje deze week de training – onder het strenge coronaprotocol – hervatten, moet Wortelboer het doen met de wandelingen door het Brabantse land. ‘Daar geniet ik nu van. Ik ben opgelucht, ga ervan uit dat het nu klaar is met de schouder en ik me helemaal op het hockey kan focussen. Iedereen mist het hockey, maar ik verheug me erop dat ik over een paar maanden weer met bal en stick het veld op mag. Als er dan door corona nog steeds geen lichamelijk contact mag zijn, kan ik misschien zelfs al wat eerder met de groep meetrainen.’
2 Reacties
Charly Staal
Sterkte Floris 💪🏻
GabyvanHout
Fijn om je straks weer op het veld te zien.