Oranje Dames genieten, maar ‘voelen de verantwoordelijkheid’

‘Wie heeft er spierpijn van de vorige keer?’ Terwijl bondscoach Alyson Annan de vraag stelt, verschijnt er al een veelzeggende glimlach op haar gezicht. Die wordt nog groter als alle elf speelsters van groep 2 van de Oranje Dames – keurig in een ruime kring – hun vinger opsteken op deze zondagmorgen.

Zelfs bij de beste hockeysters ter wereld blijft zes weken zonder bal en stick niet zonder fysieke gevolgen, zo blijkt als we de bondscoach spreken in het zonovergoten Wagener Stadion.

‘De dames hebben de afgelopen weken een flinke achterstand opgelopen’, vertelt Annan tussen de training van groep 1 en groep 2 door op de tweede trainingsdag van de Oranje Dames. ‘Alle meiden hebben thuis de schema’s gevolgd. Maar in een bos van a naar b lopen, is heel anders dan trainen op het veld waar de bal onverwachte bewegingen maakt. Ik zag als coach bij de eerste training meteen dat de speelsters een tijd niet hebben gespeeld. Daar moet ik bij de opbouw en de oefeningen op de training rekening mee houden. We moeten in deze fase oppassen dat we geen blessures oplopen. Dat is puzzelen. Je belast de spelers snel te zwaar. Je ziet zelfs deze topsporters na zo’n lange periode niet hockeyen spierpijn krijgen.’

Bondscoach Alyson Annan instrueert keeper Josine Koning op afstand. Foto: Willem Vernes

Pien Sanders, verdediger van Den Bosch en deze zondag ingedeeld in groep 1, onderschrijft de woorden van haar coach. ‘Ik heb met name spierpijn in mijn handen en mijn rug. Op het veld ging het qua basis en passen nog wel, maar het afwerken op doel had je vrijdag niet moeten filmen. We hadden geen keepers bij onze training, maar dat was ook niet nodig. Ik sloeg geen bal op doel’, lacht Sanders.

Eerst handen wassen en temperaturen dan pas trainen

De Brabantse mocht, net als haar ploeggenoten, vrijdag voor het eerst weer het veld op. De Nederlandse hockeyteams hebben daarvoor toestemming gekregen van de overheden en sportkoepel NOC*NSF. De voorwaarden zijn strikt. Zo is het Wagener Stadion in het Amsterdamse Bos de enige plek die op de whitelist staat. Als de speelsters en staf binnen zijn, gaat de poort op slot. Trainen doet Annan in kleine groepen, met maximaal zes spelers en een trainer per helft. Deze zondag traint Annan aan de ene kant en assistent Albert Kees Maneschijn doceert aan de andere.

De eerste speelsters verschijnen zondagmorgen in hun hockeytenue bij het Wagener Stadion. Vanuit de kofferbak worden hier en daar de gewone sportschoenen nog ingewisseld voor hockeyschoenen. Binnen in het Wagener is een vaste route uitgezet. Die start met het wassen en desinfecteren van de handen. Via een kant moeten de speelsters de trap op waar op het terras de stoelen voor de kleding keurig 1,5 meter uit elkaar staan. De speelsters moeten zich voor elke training temperaturen. Voor wie dat niet thuis kan doen (Annan: ‘Er is in Nederland bijna geen thermometer meer te krijgen.’), zijn oor-thermometers beschikbaar. De bijbehorende instructie: schoonmaken met keukenrol en natuurlijk voor elk gebruik een schoon hoedje.

Ireen van den Assem meet haar temperatuur. Foto: Willem Vernes

Annan: ‘Als speelsters verhoging hebben, mogen ze niet meetrainen.’ Koorts kan duiden op de aanwezigheid van het coronavirus. Alle speelsters zijn gezond. Dat was afgelopen weken niet het geval, bevestigt Annan desgevraagd. ‘Een paar speelsters hebben corona-symptomen gehad. Een korte periode en zonder blijvende gevolgen’, heeft de bondscoach van de medische staf te horen gekregen. Namen geeft Annan niet.

Alleen de ballen douchen

Ook op het veld gelden duidelijke regels bij de trainingen van Oranje. Waarvan afstand houden natuurlijk de belangrijkste is. Bij Oranje luidt het protocol: 1,5 meter buiten het veld en 3 meter binnen de lijnen.

Net als bij de jeugd geldt ook bij Oranje de materiaalregel. ‘Ballen ophalen, maar alleen met de stick en niet met de handen’, roept Maneschijn halverwege de training van groep 1 ter herinnering. Immers, alleen de begeleiding mag de pionnen en de ballen met de handen aanraken, zo schrijft het hockeyprotocol voor. Als na de keepsterstraining Josine Koning en Anne Veenendaal langs de kant wat drinken (beiden uit hun persoonlijke bidon), is keeperstrainer Simon Zijp daarom nog drukdoende met verzamelen van de ballen in de kratten. ‘Daar kan ik wel aan wennen’, zegt Koning lachend.

Alleen de ballen mogen in deze coronatijd douchen.

De ballen zijn overigens deze zondag de enige die onder de douche staan. Voor de rest geldt: thuis douchen. Koning neemt al die extra voorzorgsmaatregelen voor lief: ‘Ik ben allang blij dat we weer kunnen trainen. Daar heb ik echt naar uit gekeken. Vooral vrijdag waren we net een stel jonge puppy’s. Zo blij. Het keepen ben ik in de afgelopen weken niet verleerd natuurlijk, maar ik moest de eerste training wel weer even wennen aan de snelheid waarmee die meiden op doel slaan.’

Dat de Oranje-teams – de mannen starten komende week – wél mogen trainen, zal door de rest van de hockeywereld met jaloerse blikken worden bekeken. Behalve de jeugd mag verder niemand van boven de achttien jaar met bal en stick een hockeyveld betreden. Annan realiseert zich, zo benadrukt ze, dat Oranje zich in een bevoorrechte positie bevindt. ‘Wij houden ons daarom strikt aan alle protocollen. Wij weten dondersgoed dat als wij dat niet doen, het ook voor ons zo weer afgelopen kan zijn.’

Keepster Josine Koning met Sanne Koolen achter de gesloten deuren van het Wagener Stadion. Foto: Willem Vernes

Annan voelt tevens dat de Nederlandse teams een verantwoordelijkheid dragen ten opzichte van de rest van hockeyend Nederland. ‘Als wij bewijzen dat trainen binnen de protocollen kan, biedt dat hopelijk straks voor de rest ook mogelijkheden. Vanzelfsprekend moet het veilig zijn en moeten de overheidsinstanties daar toestemming voor geven. Maar hoe mooi zou het zijn als na de jeugd straks meer verenigingen het veld op kunnen.’

Als wij bewijzen dat het trainen binnen de protocollen kan, biedt dat hopelijk straks voor de rest ook mogelijkheden.' Bondscoach Alyson Annan

Zo ver is het nog niet. En ook al kunnen de Oranje-teams weer trainen, voor hen is het nog lang niet business as usual. De oefeningen van Annan beperken zich op zondag vooral tot techniektraining en veel afronden op doel. Het plezier spat er bij de dames af, zeker als er wordt gescoord. Maar de internationals hunkeren natuurlijk naar meer. ‘Vanaf het moment dat we weer mogen, vraag ik me toch vooral af wanneer we weer een partijtje kunnen doen en wedstrijden kunnen spelen. Dat is toch het leukste van hockey’, zegt Sanders met een stralend gezicht. ‘Maar goed, zover is het nog niet. Ik heb de afgelopen tijd wel geleerd dat je van dag tot dag moet kijken. Dat doe ik nu dus ook. Ik geniet hiervan. We zien wel wanneer we meer mogen.’