Zijn ogen stonden fris en de lach was breed. Aanvaller Terrance Pieters genoot zondagmiddag net als zijn Oranje-teamgenoten zichtbaar van het winnen van de derde editie van de FIH Pro League. Aan niets kon je zien dat de spits van Kampong met Oranje net twee loodzware wedstrijden tegen India had gespeeld in een toch al superintensieve hockeyzomer.
Wie de mannen van bondscoach Jeroen Delmée zaterdag en zondag in Rotterdam van dichtbij aan het werk zag tegen India, moet soms met open mond hebben gekeken naar de intensiteit waarmee dat gebeurde. Het was een soort centrifugehockey, waarbij de spelers als kleine wervelwindjes over het veld raasden. Sporten in de overdrive.
‘De energie die we leveren op trainingen en in wedstrijden is torenhoog’, beaamt Pieters, die inmiddels 31 interlands achter zijn naam heeft staan. ‘Jeroen [Delmée] noemt het interlandhockey een sprinting game. Iedereen van ons die aan een wedstrijd begint, is na de eerste zes minuten helemaal kapot. Die energie betaalt zich uit. We pakken veel ballen af, zijn gevaarlijk in de counters en creëren veel kansen. We houden ons geen moment in. Doen alles maximaal. Ik denk dat we door dat energieniveau in veel Pro League-wedstrijden het verschil hebben kunnen maken.’
Belasting managen
‘Matty doet fantastisch werk’, vervolgt Pieters. Matty is Matthew Eyles, de conditietrainer van het Nederlands elftal. ‘De krachttraining, zijn loopprogramma’s en de trainingsintensiteit, da’s heerlijk. In de trainingen gaan we helemaal tot het gaatje, maar in de wedstrijden zijn we wel fris. Dat je die balans in belasting kunt managen, dat vind ik heel knap.’
Pieters kijkt eens naar zijn teamgenoten, die even verderop als ware kampioenen handtekeningen staan uit te delen aan honderden jonge supporters. Hij bekent eerlijk dat hij niet had verwacht dat Oranje op deze zondag in juni met de gouden beker van de FIH Pro League in handen zou staan.
‘We hebben acht maanden geleden een nieuwe start gemaakt met Oranje. De focus lag op beter willen worden met elkaar, energie erin gooien, goed gedrag vertonen naar elkaar. De onderlinge vibe was al snel goed. We moedigen elkaar aan. Als iemand een bal verovert, hoor je de hele bank juichen. We helpen elkaar, we blijven in verbinding door elkaar te coachen. En niemand hoeft de ster te zijn.’
Lang niet meer gescoord
Een ster, of in elk geval een zeer opvallende speler, was Pieters dit seizoen in individueel opzicht bij zijn club Kampong. Met dertien competitiegoals voor de Utrechters vestigde hij een nieuw persoonlijk record. Bij Oranje staat hij daarentegen al een tijdje droog. Na zijn openingstreffer tegen België op 26 november 2021 – het eerste doelpunt van het Oranje onder Delmée – volgden twaalf interlands zónder goal. Hoe je het ook went of keer, da’s toch altijd een nare constatering voor een aanvaller.
‘Het gaat niet alléén om doelpunten’ reageert Pieters relaxed. ‘Ik probeer mijn verdedigende taak goed uit te voeren en wil daarnaast mijn bijdrage leveren in balbezit en gevaar stichten voorin. Dat ik niet altijd het eindstation kan zijn, doet me niks als we zo’n wedstrijd spelen als vandaag en een prijs winnen. Maar begrijp me niet verkeerd: ik ben aanvaller en ik hou van scoren.’
Zondag tegen India was Pieters halverwege het derde kwart dicht bij zijn zesde interlanddoelpunt. Op een vlakke, harde pass vanaf de middellijn van Teun Beins plaatste de aanvaller na een knappe loopactie door de cirkel een intelligente tip-in. De bal zoefde rakelings langs de verkeerde kant van de paal. Een doelpoging die een beter lot had verdiend.
Pieters: ‘Soms werk je kei- en keihard en wil die goal maar niet vallen, soms sta je net op de goede plek en hoef je die bal alleen maar binnen te tikken. Gelukkig vind ik niet dat ik slecht heb gespeeld als ik niet scoor. Maar een doelpunt voelt altijd lekker, net als een assist of een key pass. Als dat gevoel er een tijdje niet is, dan denk je: nou, het mag wel weer een keer. Ik heb vertrouwen dat die doelpunten komen.’
Vertrouwen in de aanpak
Dat Oranje amper een half jaar na de komst van Delmée als bondscoach nu al heeft kunnen oogsten voelt lekker, maar zegt Pieters nog niet zoveel. Het is voor de spits van Kampong slechts een bevestiging dat dit Oranje op de goede weg is.
Pieters: ‘We zijn er nog lang niet. We zijn begonnen tegen de Belgen die niet op hun sterkst waren, we hebben zware wedstrijden gehad tegen Duitsland… Het belangrijkste is dat de ploeg vertrouwen heeft in de aanpak en de manier waarop we willen spelen. Dat blijft de basis.’
Nu de Pro League nog slechts twee wedstrijden telt voor Oranje – komende zaterdag en zondag in Den Bosch tegen Spanje – komt langzaam maar zeker het WK steeds meer in zicht. Dat staat in januari 2023 op de kalender en wordt in India gehouden. Het zou voor Pieters zijn eerste toernooideelname als international kunnen worden.
‘Ik wil graag op dat WK staan’, zegt de aanvaller. ‘In het begin speelde ik zo’n vier interlands per jaar. Nu ben ik al een stuk verder. Ik zou het mooi vinden om volgend jaar mijn eerste toernooi te spelen. Het wordt de kunst voor ons om de sfeer goed te houden met elkaar. Er zijn nu nog geen zware selectiemomenten geweest. Toewerken naar een toernooi is toch anders dan een drukke hockeyzomer waarin je iedereen keihard nodig hebt. De kunst is om de vibe goed te houden.’
1 Reactie
robvisser
Terrance Pieters zelf doet wel nuttige dingen op het veld en hij stelt zich bescheiden op, in dienst van het team(belang), maar ik denk dat er bij hem nog wel een schepje bovenop moet en scoren hoort daar ook wel bij. Niemand kan (nog) zeker zijn van z'n plaats in dit team. Wat dat betreft is zijn situatie toch wel anders dan die van vriendin Xan de Waard.