Loïc van Doren over de trip van Gran Canaria naar Den Bosch

Zaterdag was Loïc van Doren – de Belgische keeper van Den Bosch – nog met de Red Lions op Gran Canaria, waar het zo’n twintig graden is. Zondag stond hij aan de Oosterplas onder de lat van veld drie tijdens de verloren competitiewedstrijd tegen Rotterdam (1-2), omdat het hoofdveld vanwege de vrieskou was afgekeurd.

Het moet je zelfvertrouwen vast een boost geven, als je vanaf het trainingskamp van de Belgische nationale ploeg – op ruim 3.500 kilometer afstand – terug naar Nederland wordt gevlogen omdat je clubteam je ook nodig heeft om een paar ballen tegen te houden.

‘Het is best speciaal. Het ene moment was ik nog bij de nationale ploeg, het andere moment sta ik te keepen bij mijn club. Dat was even schakelen, maar dat heb ik wel vaker gedaan. In het verleden bijvoorbeeld is het meerdere keren voorgekomen dat ik de hele week intensief aan het trainen was met België en pas in het weekend naar Den Bosch kon komen’, vertelde de meermaals geteste Van Doren zondagmiddag na de wedstrijd tegen Rotterdam. Kort daarop stapte hij in de auto en reed hij naar een hotel in Amsterdam om daar in quarantaine te gaan en te overnachten. Maandag vloog hij terug naar Gran Canaria. Op vrijdag en zaterdag treedt wereldkampioen België in Valencia in de Pro League aan tegen Spanje.

Loïc van Doren in het doel van Den Bosch in de wedstrijd tegen Rotterdam. Foto: Willem Vernes

 

Ik ben blij dat zowel de Belgische als de Nederlandse hockeybond ons de kans heeft gegeven om te schakelen van een internationale stage naar een hoofdklassewedstrijd.

 

Behalve hij waren vanuit Gran Canaria óók naar Nederland gekomen: zijn broer Arthur van Doren (Bloemendaal), Tanguy Cosyns (Amsterdam), Alexander Hendrickx, Sebastien Dockier (beiden Pinoké), Thomas Briels en Thibeau Stockbroekx (beiden Oranje-Rood). Voor Hendrickx en Dockier waren de druiven zuur. Hun wedstrijd met Pinoké zondagmiddag tegen Klein Zwitserland werd afgelast.

Van Doren: ‘Het is in deze tijd niet vanzelfsprekend dat je met elkaar op het veld mag staan. Ik ben blij dat zowel de Belgische als de Nederlandse hockeybond ons de kans heeft gegeven om te schakelen van een internationale stage naar een hoofdklassewedstrijd. We hebben ons netjes aan alle regels gehouden die ons opgelegd zijn. Alle testen waren negatief. Omdat achter de schermen alles goed voor me geregeld was, heb ik me prima kunnen focussen op de wedstrijd. Al was mijn voorbereiding natuurlijk wel complexer dan normaal.’

Rotterdam juicht nadat Jeroen Hertzberger de 1-2 heeft gemaakt. Foto: Willem Vernes

 

Het moet beter bij Den Bosch, vindt Van Doren

Ook met de tweede keeper van de Belgische nationale ploeg onder de lat kon Den Bosch niet voorkomen dat Rotterdam twee keer scoorde. Door goals van Thijs van Dam en Jeroen Hertzberger gaf de thuisploeg een 1-0 voorsprong weg. ‘Het verschil zat ‘m vooral in de afronding. Van de paar kansen die wij hebben gehad, hebben we er één gemaakt. Achterin timmerden we het redelijk dicht, hoewel we wel drie, vier kansen weggaven. Daarvan maakten zij er twee, waarmee zij de wedstrijd in hun voordeel beslisten’, concludeerde Van Doren.

Door het slechte resultaat staat Den Bosch nu op de negende plaats in de Tulp Hoofdklasse Heren. Teleurstellend, vindt ook de 24-jarige keeper. ‘Het moet beter. Het is ook niet erg om te zeggen dat we hockeyend beter willen worden. Waar ik me aan vast houd, is dat we het deze wedstrijd één van de betere teams van de competitie lastig hebben gemaakt. Als je zag hoe blij Rotterdam na het eindsignaal was. Dat zegt een hoop. We zitten er niet ver vanaf. We hoeven nog maar een klein stapje te zetten. Als we dat doen, kunnen we het elk playoff-team lastig maken.’


Wat vind jij? Praat mee...