Ze gingen zondag na de 2-0 nederlaag bij Amsterdam direct ‘en groupe’ naar de kleedkamer. Daar bleef de deur vrij lang gesloten. Want hoe moet het nou verder bij Rotterdam, dat is afgegleden naar de negende (!) plek in de Tulp Hoofdklasse Heren.
Als een van de eersten opende coach Albert Kees Manenschijn de deur naar de rest van de wereld. Maar wat was er nou precies besproken in de kleedkamer? ‘Dat gaat je in wezen niets aan’, antwoordde Manenschijn koeltjes in de catacomben van het clubhuis van Amsterdam op die vraag. ‘Ik geef geen details. Maar wat ik kan zeggen, is dat deze klap hard is. Als je naar de ranglijst kijkt, dan ziet het er verschrikkelijk uit. Dit is alles wat we niet willen. Dan zeg je na afloop niet: jongens, loop maar even langs een bekende en kijk maar hoe je de wedstrijd afsluit. Nee, we hebben samen verloren, dus sluiten we ‘m ook samen af.’
Volgens de coach zat zijn ploeg ‘verslagen en geslagen’ in de kleedkamer. Manenschijn windt er dan ook geen doekjes om. ‘We staan er verschrikkelijk voor. We hebben alleen van SCHC en Hurley gewonnen, de rest hebben we niet gepakt. Dat is dramatisch. Dit is een heel slechte start, we lopen nu direct een grote achterstand op.’
Poep in de broek
International Thijs van Dam was iets opener over het crisisberaad. ‘Het is niet zo dat we weg worden getikt, maar we trekken wel elke keer aan het kortste eind’, stelde de international. ‘Het is de laatste weken steeds net-niet. Dat heeft een reden, daar hebben we net met elkaar over gehad. Een antwoord hebben we nog niet. Zover zijn we niet gekomen. Maar het is duidelijk dat we iets structureel niet goed doen.’
Een zucht. ‘We hebben het elke week over spelen met lef en durf. Aanvallend hockeyen, schijt hebben. En toch zijn er elke week fases waarin we met poep in de broek op het veld staan. Niet de passes geven, die we moeten geven. Je kunt het elke keer zeggen en erop hameren… Maar als het week in, week uit niet gebeurt, is er iets waardoor dat niet lukt. Daar moeten we naar op zoek.’
‘We bijten niet door en lopen achter de feiten aan. Dat geeft alle reden om de koppen bij elkaar te steken’, onderstreept Manenschijn. De coach zag veel ploegen, die vorig seizoen lager eindigden dan Rotterdam, zich versterken. ‘Wij hebben ongeveer hetzelfde team gehouden. We wisten niet waar we ten opzichte van de rest zouden staan. In het begin heb je het nog over een moeilijk programma. Maar vandaag, tegen een gehavend Amsterdam, hadden we het moeten doen.’
Een wereld van verschil
De ploeg uit de hoofdstad miste Lachlan Sharp, Nicolas Poncelet en Luuk Dommershuijzen. Amsterdam werd na rust teruggedrongen, alleen slaagde Rotterdam er niet in om de gastheren echt pijn te doen. Manenschijn: ‘We hadden beet, maar haalden de trekker niet over. Dat werd duidelijk in het vierde kwart. Dan hebben we Amsterdam waar we willen, maar krijgen we ‘m er niet in. Corners mislukken en uit een van de weinige kansen maken zij vanaf de achterlijn de 2-0. Zo mag het niet gaan, als je bovenin wil eindigen.’
Een wereld van verschil dus met vorig seizoen. Toen haalde Rotterdam met zijn gevreesde en geprezen ‘volgashockey’ de play-offs. ‘Ik denk dat we te maken hebben met een onuitgesproken verwachtingspatroon, doordat we ‘het’ vorig seizoen hebben gehaald’, zegt Manenschijn. ‘Dat komt omdat we het goed deden, maar ook omdat andere ploegen er een beetje een zootje van hebben gemaakt.’
Van Dam: ‘Vorig seizoen was het nieuw wat we deden. Misschien was er een beetje onderschatting bij de andere teams. We verrasten onszelf ook. Het is niet gemakkelijk om dat ‘maar even’ te evenaren. Aan de andere kant: we moeten ook niet doen alsof we vorig jaar enorm gestunt hebben. We hebben drie internationals, vijf spelers van Jong Oranje en dan reken ik Pancho Menini en Jeroen Hertzberger nog niet eens mee. We moeten ons dus ook niet verschuilen.’
Nog nadenkend: ‘Het probleem zit in wat we doen in balbezit. De keuzes die we maken, uitstellen, het niet aannemen van ballen, verkeerde passes…goede ploegen straffen dat af.’
Toeval
‘We hoeven niet veel te veranderen’, denkt Manenschijn. ‘We moeten spelen, zoals we hebben afgesproken. Vandaag speelden we ook best wel goed. Alleen hebben we punten nodig.’
‘We weten hoe goed we kunnen zijn’, besluit Van Dam. ‘Vorig seizoen viel het vaak net wel goed. Maar dat net-niet of net-wel, dat is geen toeval. Ja, een keertje misschien. Maar niet als dat vier of vijf keer op rij gebeurt.’
1 Reactie
ruud-stork
2 Wedstrijden waar Rotterdam eigenlijk 6 punten had moeten pakken door mijn groen witte bril, KZ en gisteren A’dam. De goals vallen gewoon niet, de kansen zijn er echt wel. Als supporter heb ik het gevoel dat het team net een klein zetje nodig heeft om over de drempel heen te komen naar succes. Het gaat goed komen let maar op. 💚🤍