Thijs van Dam komt de komende maanden niet in actie voor Rotterdam en het Nederlands elftal. De aanvaller heeft een gescheurde pees in zijn lies opgelopen, die hem naar verwachting vier maanden aan de kant houdt. ‘Ik vreesde voor de Olympische Spelen.’
‘Ik ben niet zielig. Dat ik wil heel graag vooropstellen. Het is shit, balen en klote. Maar ook dit hoort bij topsport. Bijna niemand ontkomt eraan om een periode geblesseerd te raken. Dit keer ben ik de klos. Alleen wil ik niet gaan jammeren. Ik ben niet iemand die bij de pakken neerzit.’
Het is donderdagmiddag, vier dagen nadat hij al zo vroeg uitviel tegen HDM. Na een minuut of tien ging het toen mis bij de spits. Hij wilde gewoon een balletje pushen. Zoals hij al duizend keer heeft gedaan in zijn leven. En zoals hij dat waarschijnlijk nog duizend keer gaat doen. ‘Ik had nog nooit iets met een spier gehad. Kende de verhalen wel. Dat je het direct hoort als er iets mis is. Nou, dat was nu zo. Pats. Het was echt een knal in mijn lijf. Foute boel, ik wist het meteen.’
Die gedachte zorgt ervoor dat zijn hersens even overuren maken. ‘De Olympische Spelen. Als die maar niet in gevaar komen. Daar was ik het meest bang voor. Je denkt in scenario’s. Wat zou ik allemaal met Rotterdam moeten missen? We zijn zo lekker bezig met deze groep. Die wil ik niet in de steek laten. Dat ging allemaal door mijn hoofd.’
Taxi Sanders en de opluchting
Zijn vriendin – en international – Pien Sanders zat thuis naar de wedstrijd te kijken. ‘Zij schrok zich natuurlijk helemaal kapot. Is meteen naar de club gekomen om mij op te halen. Het moest de avond worden van Jeroen Hertzberger. Iedereen wist dat de kans heel groot was, dat hij zijn record zou pakken die dag. Ik wilde daar niet de stemming verpesten, dus ben ik naar huis gegaan. Op tv zag ik Hertz zijn tweede goal maken. Ik had een speech voorbereid, een lijstje met een shirt geregeld. Ik speel tien jaar met hem samen, heb ‘m heel hoog zitten. Dus ja. Ik voelde me wel slecht, thuis op de bank.’
Maandagavond kwam er een beetje opluchting. De eerste scans waren toen al achter de rug. De diagnose was gesteld. Een pees in de lies van Van Dam is van zijn bot afgescheurd. ’Dat klinkt natuurlijk niet lekker. Maar ik hoorde ook vrij snel dat de hersteltijd zo’n vier maanden zou zijn. De Spelen zijn haalbaar, zei de arts. Dat is mooi. De aankomende winter, daar kan wel een streep door. Ook dat wil je natuurlijk niet. Maar ja. Liever de winter dan de zomer…’
‘In de steek gelaten door mijn lichaam’
Hij mist dus de resterende vier wedstrijden met Rotterdam in de eerste seizoenshelft. Kan een streep zetten door de winterse Pro League-duels van Oranje in Argentinië en India. ‘Ik wil me er niet op vastpinnen, maar ik zet in op de start van de tweede seizoenshelft. Dat is begin maart. Vier maanden, dat moet precies kunnen. Al ga ik natuurlijk geen overbodige risico’s nemen. Ik wil alleen volledig en sterker terugkomen.’
Van Dam vertelt het allemaal rustig. Is in control. En vanzelfsprekend is er ook de smeulende pijn van de teleurstelling. ‘Voor de eerste keer heeft mijn lichaam mij op deze manier in de steek gelaten. Ik heb er de laatste jaren vaker uitgelegen. Door een heup-afwijking die al in mijn puberteit ontstond. Een handblessure die kwam doordat er een stick op kwam. Daar kon ik weinig aan doen. Nu voelt dat anders. Dit had ik misschien wel kunnen voorkomen. Blijkbaar kon mijn lijf niet aan, wat ik wilde. Topsport is balanceren op een dun lijntje. Tussen topfit en net over de grens. Nu zit ik even aan de verkeerde kant. Maar dat is niet zielig. Het hoort erbij, helaas.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.