KNHB wil voor clubs in Zuid alternatieve zaalcompetitie opzetten

Er gloort toch hoop voor zaalhockeyliefhebbers in het district Zuid-Nederland. De KNHB heeft aangeboden een alternatief competitieprogramma op te zetten voor de clubs die wél willen zaalhockeyen. Bij voldoende animo komt er een programma met drie speelronden in februari.

Terwijl dinsdagavond door de coronaversoepelingen van het kabinet de zaalcompetitie voor Nederland van het slot ging, zette de hockeybond een streep door de hervatting in district Zuid-Nederland. Meer dan dertig verenigingen hadden zich namelijk de dagen ervoor teruggetrokken uit de lopende zaalcompetities, waardoor er zoveel gaten in het bestaande wedstrijdprogramma ontstonden dat er volgens de KNHB geen fatsoenlijk speelschema over bleef.

‘In bijna elke poule waren meerdere teams weggevallen’, verduidelijkt Leon Rutten, manager Competitiezaken en Arbitrage van de KNHB.

Deadline

Er stonden in Zuid Nederland nog 4500 duels gepland. Voor de clubs die de zaalhockeycompetitie wel wilden hervatten, betekende dit bondsbesluit een afgelasting van al hun duels. De KNHB wil die clubs graag tegemoetkomen met een alternatief programma. De verenigingen zijn daarover woensdag ingelicht. Zij hebben tot vrijdag 12.00 uur de tijd om te reageren. Op basis van het aantal aanmeldingen bepaalt de KNHB of er een competitieprogramma in elkaar kan worden gezet.
‘Het is teleurstellend dat zoveel verenigingen zich hebben teruggetrokken en dat daardoor de competitie voor iedereen moet worden beëindigd. We gaan ons toch maximaal inzetten om de andere clubs te faciliteren’, zegt Rutten.

De mannen van Tilburg, uitkomend in de Hoofdklasse, kwamen dit seizoen wel in actie. De ploeg degradeerde zondag door een nederlaag tegen Bloemendaal. Foto: Willem Vernes

De bond wil de zaalteams indelen in een poule van vier. De eerste drie weekenden van februari spelen ze dan een wedstrijd van 2 x 25 minuten. Volgens hem is de tijd te kort om komend weekend al competitiewedstrijden te spelen. ‘We horen van diverse clubs dat er al afspraken zijn gemaakt om onderling wedstrijden af te stemmen, waardoor de spelers toch al in actie kunnen komen.’

Tilburg

Rob Kluyt, voorzitter van Tilburg, is blij met de stap van de KNHB en zijn club heeft zich onmiddellijk aangemeld. De teleurstelling over het niet hervatten van de competitie in het district Zuid-Nederland was namelijk groot. Kluyt: ‘We hebben een paar jaar gelden, op basis van een bepaalde business case, een nieuwe blaashal neergezet. Al twee jaar lang hebben we daar niet of nauwelijks in kunnen spelen. Dan klopt onze business case niet meer en hebben we – in toch al een moeilijke periode voor de vereniging – een uitdaging.’

Tilburg-voorzitter Rob Kluyt. Foto: Willem Vernes

Kluyt heeft best begrip voor verengingen die niet meer willen meedoen aan de zaalcompetitie. ‘Iedere club moet hierin zijn eigen afweging maken, maar voor ons is het noodzaak dat we de boel overeind houden. We hebben er vorig seizoen voor gekozen om bij de leden geen zaalcontributie te innen. Dat hebben we dit jaar wel gedaan. Dat gaat om 1000 zaalhockeyliefhebbers die 100 euro per persoon betalen, kortom 100.000 euro. Voor ons als club een enorm bedrag, dat we ook nodig hebben om aan onze betalingsverplichtingen voor de blaashal te kunnen voldoen. Als we niet spelen, staan wij als bestuur voor een lastige keuze. Een deel van de leden heeft voor de lockdown al wel wat gespeeld en getraind, maar dat geldt niet voor iedereen.’

We hebben een groep hockeyers met een groot zaalhockeyhart die niet kan wachten om in de zaal te spelen. Rob Kluyt

De voorzitter merkt binnen zijn vereniging ook een tweedeling. ‘We hebben een groep hockeyers met een groot zaalhockeyhart die niet kan wachten om in de zaal te spelen. Een ander deel zegt: laten we ons richten op het veld, we waren nu toch al buiten aan het trainen. Met dit zachte weer begrijp ik dat, maar wat als het straks in februari gaat vriezen? Dan staan we ook raar te kijken.’