Vorig jaar was er de dolle vreugde na de promotie naar de Hoofdklasse, en zaterdag konden de mannen van Bloemendaal opnieuw hun geluk niet op. Na een ware thriller tegen Gooische (5-4 zege) verzekerden de Mussen zich van deelname aan de play-offs om de landstitel. In Sportcampus Zuiderpark in Den Haag speelde Wiegert Schut daarbij de hoofdrol met vier goals. ‘Ik wist dat deze ploeg heel wat in zijn mars had.’
Zijn wangen zijn nog rood van de inspanning als we Wiegert Schut een kwartier na afloop van de winst op Gooische spreken. Hij ploft neer op een houten bankje en laat een zucht ontsnappen aan zijn lippen. ‘Wat een heerlijke stunt was dit. We moesten vandaag onze beide wedstrijden winnen, ervan uitgaande dat onze concurrent Pinoké ook twee keer zou winnen. De zege op Gooische had iets minder krap mogen zijn dan hij was, haha. Maar we hebben het geflikt.’
Het duel tussen Gooische en Bloemendaal vormde een verrukkelijk toetje op de laatste dag in de reguliere competitie bij de mannen, een spektakelstuk dat de hartslag van de honderden toeschouwers flink opvoerde. En dat het beste in zaalliefhebber Wiegert Schut naar boven haalde.
Pinoké virtueel tweede
Daarover zometeen meer. Eerst maar even de uitgangssituatie schetsen: aan het begin van de dag maakten drie ploegen in poule A nog kans om in het spoor van koploper HDM naar de play-offs te gaan: Bloemendaal stond op poleposition (veertien punten), op korte afstand gevolgd door Pinoké en Gooische (beide dertien punten). Bloemendaal startte met een 5-2 zege op HDM, terwijl Pinoké eerst HGC opzij zette (8-2) en daarna ook Gooische (7-3) de baas was.
Op het moment dat Bloemendaal om 15.50 uur begon aan de warming-up van het duel met het inmiddels kansloze Gooische, had Pinoké virtueel de tweede plek in handen. Dat maakte de opdracht voor de Mussen glashelder: winnen om de halve finales te bereiken. Bij elk ander resultaat zou Pinoké zich bij de laatste vier voegen.
Slappe eerste helft
De toeschouwers in de goed gevulde sporthal B van de Sportcampus, onder wie de complete selectie en staf van Pinoké, zagen aanvankelijk een wat mat schaakspel tussen de balken, waarin de kansen voor Gooische en Bloemendaal op één hand waren te tellen. Schut had de score geopend met een bekeken wippertje, waarna Coen Merkx de schade uit een strafcorner had gerepareerd voor Gooische.
‘Ik vond ons in de eerste helft heel slap’, bekent Schut, die sinds anderhalf jaar bij Bloemendaal onder contract staat maar pas zijn eerste zaalseizoen met de Mussen meemaakt. ‘Het was veel te afwachtend, terwijl we voor de winst moesten spelen. In de rust hebben we gezegd dat er een tandje bij moest. Daarna werd het zo’n typische chaoswedstrijd waarin we bijna om en om scoorden. Dan denk je niet meer na maar gá je er vol voor.’
De tweede helft van de kraker kende een heerlijk scoreverloop, waarin Bloemendaal twee keer een achterstand goedmaakte via Jasper Brinkman (2-2) en Schut (3-3), op voorsprong kwam (3-4, wéér Schut) en opnieuw een gelijkmaker moest incasseren (4-4). Bij elke goal van Gooische werd het gejuich vanaf de tribune hartstochtelijker, en dat aanzwellende geluid kwam vooral van het groepje Pinoké-spelers dat hoog op de tribune steeds meer geloof kreeg in een voor hen gunstige uitslag. Eerst zaten ze er nog ontspannen en onderuitgezakt bij, maar naarmate de wedstrijd vorderde, dreven spanning en hoop ze naar het puntje van hun stoel.
Zes tegen vijf
Uiteindelijk was het Schut die de gelegenheidsfans van Gooische het zwijgen oplegde met zijn vierde treffer van de middag. In een overvolle cirkel rondde hij een secondenlange omsingeling van de Gooische cirkel doeltreffend af, door de bal in een woud van spelers met uiterste precisie langs keeper Jeroen Kerkmeer te pushen. De voormalige Oranje-zaalinternational werd daarmee de man van de wedstrijd: de 4-5 kwam in de laatste twee minuten niet meer in gevaar.
‘Toen we na rust via een strafbal de 3-2 tegenkregen, hebben we onze keeper er af gehaald. Ook al waren er nog zes minuten te spelen. Dat móest gewoon. Gooische stond heel compact te hockeyen en met vijf veldspelers bleek het voor ons te lastig daar doorheen te komen. Het leek heel erg op de eerdere wedstrijd in de poule die we tegen ze speelden, en die we met 2-1 verloren. Met zes tegen vijf ging het beter. We hebben er veel trainingsuren aan besteed en dat betaalde zich uit. We speelden onophoudelijk van voorhand naar voorhand, van links naar rechts, hoek in, hoek uit en weer verleggen. Dat meeschuiven wordt op een gegeven moment zo zwaar voor een tegenstander, dat er automatisch gaatjes ontstaan bij het laagzitten. Het is centimeterwerk, maar dan kun je wel tot scoren komen. Dat hebben we geweldig gedaan.’
Schut houdt even stil. De zaalliefhebber in hem geniet van dit soort doldwaze wedstrijden. Een regen aan goals, een krankzinnig scoreverloop, de alles-of-niets-factor. ‘Dat is het leuke aan dit spelletje. Je kunt vlak voor tijd twee of drie goals achterstaan en alsnog winnen, zónder keeper.’ En dan zorgde de aanwezigheid van de Pinoké-spelers ook nog voor een extra pittig ingrediënt. ‘Ja, ze maakten flink wat kabaal, maar we hebben daar eigenlijk geen last van gehad. Er was gelukkig geen gejoel als wij aan de bal waren. Ze juichten alleen bij de goals van Gooische. Dat zouden wij omgekeerd ook gedaan hebben.’
Lach op het gezicht
Terugkijkend op de tien wedstrijden van de reguliere competitie kan Schut niet anders dan dik tevreden zijn over de verrichtingen van Bloemendaal. Hij is stiekem verbaasd dat het team, met jonge krachten als Gijs ter Braak, Tobias Bovelander, Jan van ’t Land, Lars Leistra en keeper Allard André de la Porte, al zo goed voor de dag kwam, zeker als promovendus uit de Topklasse. Bloemendaal won zes van de tien duels en leed maar twee nederlagen. Na poulewinnaars HDM en Den Bosch maakten ze de meeste goals van alle teams (48).
‘We hebben het zaalhockey heel serieus aangepakt’, zegt Schut. ‘Het enthousiasme spatte er meteen vanaf bij iedereen. Als je ergens plezier in hebt en je stopt er veel tijd in, dan kun je grote stappen maken. We wisten dat het een hels karwei zou worden ons als gepromoveerde ploeg überhaupt te handhaven in deze zware poule. Maar ik wist ook dat deze ploeg heel wat in zijn mars had als we er het echte zaalhockey in konden krijgen, zoals ik in mijn eerdere seizoenen bij HDM gewend was. Samen met een paar anderen heb ik geprobeerd zoveel mogelijk patronen in de ploeg te slijpen. Het is leuk om te zien dat iedereen dat zo goed heeft opgepakt.’
‘Nu mogen nog een weekje doorbouwen met elkaar’, vervolgt Schut. ‘Ik weet nu niet eens tegen wie we komend weekend spelen, maar dat maakt ook niets uit. We zullen er alles aan doen om die halve finale te winnen. Maar vooral met een lach op ons gezicht.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.