Ravioli eten met Tiddi: ‘Bizar dat we standaard geen krachttraining doen bij Kampong’
In de serie ‘Aan tafel met’ zoekt hockey.nl de buitenlandse hockeyers in Nederland op, voor een uitgebreid interview en eten uit het land van afkomst. In deze tweede aflevering de Italiaanse recordinternational Chiara Tiddi (31), de speelster van Kampong, die geen blad voor de mond neemt.
Ze twijfelt over de smaak van de ravioli, in het toch niet als matig aangeschreven Italiaanse restaurant San Siro in het hart van Utrecht, onder de rook van het stadhuis. De tophockeyster vindt het niet vies, maar ze kijkt er niet zo blij bij als je zou verwachten. Ze kijkt lang naar het bordje ravioli en zegt dan: ‘Ze zijn goed, maar…er was een smaakje dat ik niet helemaal kon plaatsen.’ Daarna volgt er een kwartier lang een gesprek over eten, dat alle clichés bevestigt.
Nee, Chiara Tiddi snapt niets van de boterhammen met kaas die Nederlanders als lunch gebruiken en die ze ook op Kampong moet verstouwen, tussen de dubbeltrainingen door. De aardappelpuree met een donkere saus, waarvan ze nooit begrijpt wat het nou precies is en waarom het bestaat. In Italië hebben gerechten, behalve in het koudere noorden van het Mediterraanse land, volgens Tiddi sowieso weinig sauzen. De Italiaanse tophockeyster haat overigens de Nederlandse gehaktbal en snapt niet dat ze zo ongelofelijk groot zijn. ‘Unbelievable’, zegt ze in San Siro, waarna ze een ode van vijf minuten brengt aan de kleine Italiaanse gehaktballetjes.
Elke dag belt ze met haar moeder. ‘We zijn echt close’
Eigenlijk eet ze nooit in Italiaanse restaurants, want zo goed als ze het zelf maakt, wordt het toch niet. Alleen voor restaurant Spaghetteria in Utrecht, waar ze weleens met teamgenoten komt, maakt ze weleens een uitzondering. Maar Tiddi komt uit een familie als uit een Italiaanse film, met een moeder die al het eten elke dag zelf maakte. Niets werd kant en klaar gekocht. Tiddi volgt dat voorbeeld en kookt alles zelf. De tophockeyster is dol op vis, maar een echt goede viswinkel voor verse vis heeft ze nog niet gevonden, in de buurt van haar huis bij het Wilhelminapark. Tijd om elke zaterdag naar de markt te gaan, heeft ze ook niet. Maar vers en zelfgemaakt blijft het geïmporteerde credo in huize Tiddens.
De Italiaanse belt elke dag meerdere keren met haar familie, voornamelijk met haar moeder. Waar ze over praten? Tiddi kan het zelf niet eens uitleggen. ‘Alles. Echt alles. En dat urenlang. Als ik niet zou werken zou ik de hele dag met haar praten. Wij zijn echt close. We hebben altijd iets om over te praten.’
Het is een understatement om te zeggen dat de beste hockeyster van Italië niet echt vernederlandst is na twee seizoenen bij Kampong. Het tegenovergestelde is waar, ook al heeft ze nu een Nederlandse vriend, wat het toekomstperspectief enigszins verandert. Het zou een dilemma kunnen zijn, in de toekomst. ‘Ik zou hier nooooooit kunnen wonen. Ik snap de prioriteiten van de Nederlander niet’, zegt ze, terwijl ze theatraal haar handen boven haar hoofd brengt.
‘Het is hier allemaal te netjes. Wat is te netjes? Alles. Ten eerste is het hier veel te koud. Dus werkt iedereen tot zes uur en is de dag daarna afgelopen. Ik ben mijn hele leven al gewend dat ik na een school- of werkdag nog een hele dag voor me heb. Vroeger betekende dat eindeloos buiten spelen. Later na werken alleen maar met vrienden buiten zijn. Dat is niet in Nederland. Hier stopt het leven vaak om zes uur ’s avonds. Het sociale leven is ook beperkt, vanuit Italiaanse ogen. Mensen spreken af met vrienden, maar altijd met dezelfde mensen. En ze doen ook altijd hetzelfde met elkaar. Vergeleken met hoe ik woonde in Spanje en Italië deden wij elke dag wat anders. Hier doet iedereen elke dag hetzelfde, in ieder geval in Utrecht.’
Ze gebruikt haar handen nog maar een keer om haar woorden te onderstrepen: ‘Saaaaiiiiii!’ Maar ook saaiheid kent voordelen. ‘Ik heb geen hekel aan Nederland hoor. In Nederland is alles supergoed georganiseerd. Gestructureerd. Iedereen gedraagt zich voorbeeldig. Als je het chaotische Rome gewend bent, kun je dat soms echt waarderen.’
En de Nederlandse hockeywereld? ‘Het is een droom voor mij om hier te kunnen spelen, in deze competitie, de allerbeste en leukste competitie van de wereld. Zoveel sterker dan alle andere competities. Elke zondag is de wedstrijd weer een groot gevecht. Wat dat betreft ben ik heel blij om hier te zijn. Maar het Nederlandse hockey is een gesloten wereldje. A closed world. Waar iedereen doet alsof alles altijd perfect gaat.’
Meer dan 200 interlands speelde Chiara Tiddi voor Italië
Sommige gepeperde uitspraken moeten misschien met een korreltje zout worden genomen, maar dit is het Italiaanse temperament dat omniverenging Kampong twee jaar geleden binnen hengelde, op zoek naar ervaring.
Tiddi begon met hockeyen op haar zevende, in Noord-Rome, dichtbij het Stadio Olimpico, de thuisbasis van voetbalclubs Lazio Roma en AS Roma. Tiddi is net als haar vader hartstochtelijk fan van Lazio Roma en volgt vanuit Utrecht alles van de Romeinse voetbalclub. Hockey sul prato is in Italië een kleine sport. Elke keer als ze een Italiaan vertelt dat ze hockeyt, vragen mensen aan haar of ze ook een paard heeft, want bij hockey denken de Italianen volgens Tiddi allereerst aan de sport polo. Ze trainde als 16-jarige al regelmatig mee met het Italiaanse nationale team, en maakte haar officiële debuut in 2006 bij de World Cup Qualifiers in Rome.
Nog voor haar twintigste werd ze gevraagd om voor Real Sociedad in San Sebastian te komen hockeyen. Het werden de mooiste jaren uit haar leven. Stralend vertelt ze over San Sebastian als haar tweede thuis, naast thuisbasis Rome. Het waren vormende jaren in het Spaanse hockeyteam, waar ze landskampioen werd en een heerlijk leven had als professioneel hockeyster. Acht jaar speelde ze daar, waarna ze op zoek ging naar een andere uitdaging. Dat werd België, waar ze bij Dragons speelde in Brasschaat. Daar was niet veel te doen voor haar, maar ze deed het ook omdat het geld daar goed was, vertelt ze openhartig.
Tiddi speelde meer dan tweehonderd interlands voor Italië en is sinds 2011 aanvoerder. Ze volgt altijd haar dromen, vertelt ze en haalt als voorbeeld ook haar maatschappelijke carrière aan. Tiddi studeerde eerst economie, daarna bedrijfskunde met een specialisering productmanagement. Aangekomen in Nederland solliciteerde ze bij het hoofdkantoor van de Rabobank, als productmanager. Ze werd aangenomen en heeft nu een goed leven in Utrecht voor zichzelf gecreëerd. Naast het hockeyen bij Kampong, werkt ze zo’n 26 uur per week voor de Rabobank in Utrecht.
Vanaf de eerste dag dat de Italiaanse in Utrecht arriveerde, zette ze de toon, merkte international Malou Pheninckx. ‘Het is een pittige dame. Ze kan goed alleen zijn en regelt veel zelf. Zowel in het veld als buiten het veld laat ze van zich horen. Ze is niet bang om zich uit te spreken. Ze heeft altijd haar woordje klaar. Ze is altijd heel duidelijk. Dan zegt ze tegen me, tijdens de wedstrijd: Malou, ik kan je nu niet aanspelen, je moet wel aanspeelbaar zijn.’
In haar eerste seizoen kreeg Tiddi al snel een kuitblessure in een vriendschappelijke wedstrijd met Kampong, net na het WK in Londen. Twee maanden was ze in de weer met de medische staf van de Utrechtse club, maar ze was ontevreden over de behandeling. Vandaar dat ze toenmalig coach Freixa voorstelde om de revalidatie in Rome af te maken, iets dat ze ook deed. Het lijkt een typische actie van de Italiaanse, die haar waterval aan woorden door actie laat volgen.
Een van de leiders van een jong Kampong
Tiddi vertelt dat al haar coaches in Utrecht, Santi Freixa, Michiel van der Struijk en nu Pieter Bos haar altijd hebben aangespoord om leiding te geven aan de Utrechtse middenmotor. ‘We hebben ook zo’n jong team. Zó jong. Niet normaal. Wat mij betreft had Michiel ook niet weggehoeven, maar Kampong besloot anders. Gelukkig kennen we Pieter als assistent ook goed’, proclameert de Italiaanse, die zich opvallend genoeg, net als de Argentijn Agustin Mazzilli bij Pinoké, verbaast over de inspanningen van haar teamgenoten.
‘Ik ben zelf gewend om mijn halve leven al minimaal twee keer per week fysiek te trainen. Maar hier gebeurt het gewoon niet. Het is in ons team niet normaal om te doen, naast het hockey. Dan zeggen ze dat alleen hockeyen ook goed is. Daar snap ik weinig van. Het is net alsof fysiek hier niet belangrijk is in Nederland. Als we met Kampong het gat willen dichten naar de topclubs, zullen we dat meer moeten doen.’
Italiaanse vrouwen haalden een prima negende plek bij het WK in Londen
Met het Italiaanse nationale team wist aanvoerster Tiddi zich bijna te kwalificeren voor de Olympische Spelen van Rio, maar werd het team uitgeschakeld door India, via shoot-outs, terwijl ze een jaar met elkaar getraind hadden in Rome. Op het WK in 2018 wisten de Italiaanse hockeysters knap tweede te worden in de poule met Nederland, maar zagen ze hun ambities stranden in de tussenronde voor de kwartfinale. Wel eindigde het land – nu 17e op de wereldranglijst – als negende in Londen, wat voor het kleine en niet goed georganiseerde hockeyland een goede prestatie was.
‘Er zijn altijd zoveel politieke issues in het Italiaanse hockey, met verschillende belangen. Sommige mensen zijn ook gewoon echt niet geïnteresseerd om het hockey echt te laten groeien. Vaak hoor ik excuses: het is allemaal niet mogelijk wat jullie willen. Nationale teams kunnen niet makkelijk werken’, concludeert Tiddi, die nog wel toekomst ziet in het Italiaanse hockey, ondanks dat hockeyen in Italië duur is, vanwege alle reizen die kriskras door het land moeten worden gemaakt.
‘Wij hebben in Italië geen goede structuur, maar met de vrouwen hadden we wel echt een goed team. Ierland (finalist WK 2018, red.) maakte ongeveer dezelfde progressie, maar was in de mogelijkheid om vaker met elkaar te trainen. Er ging meer geld naartoe. Als wij speelsters in de twintig terug kunnen halen naar Italië, is er veel mogelijk. Alleen ben ik daar zelf straks niet bij, ik word later dit jaar ook alweer 32.’
Wat de toekomst brengt voor Tiddi is onduidelijk. Ze heeft een Nederlandse vriend, dus het zou kunnen dat ze nog een tijd in ons kikkerlandje blijft. Komend seizoen zou zomaar het laatste hockeyseizoen van de serieuze centrale verdedigster van Kampong kunnen zijn. Als ze Nederland verlaat, is de kans groot dat ze niet terugkeert naar Italië.
Want hoe lekker het eten en weer ook is in Italië, het is soms een lastig land om te wonen, weet de Romeinse Tiddi als geen ander. ‘Mijn neef werkt nu ook in Utrecht. Puur toeval. Maar je ziet dat ambitieuze Italianen altijd naar het buitenland gaan. Mijn neef moest in Rome ongelofelijk veel uren maken op een dag en verdiende nog slecht. Wat dat betreft is alles in Nederland zoveel beter.’
Lees ook
7 Reacties
RobV
Interessante feedback van haar. Ze neemt in ieder geval geen blad voor de mond en wat dat betreft past ze prima in Nederland. En culinair is NL natuurlijk niet het meest verfijnde land, dat moge duidelijk zijn. Al met al een goede spiegel om onszelf eens voor te houden. Maar het is hier wel goed geregeld, dat dan weer wel. Knap dat ze (in het buitenland) die studies wist te doen en fijn dat ze hier nu werk heeft gevonden. Ik ben benieuwd waar ze dan uiteindelijk gaan wonen. Nederland gaat het waarschijnlijk niet worden. Opvallend dat ze bij Kampong niet aan fysieke training doen. Bij meerdere sporten in NL is dat overigens vaak een onderbelicht thema.
harrybor
Ik vond het opvallend dat ze allebei in de pers kwijt willen dat hun teamgenoten te weinig fysieke training doen, ipv het intern houden en je team gedrag veranderen. Dan wordt je team sterker ipv alleen maar kritiek uiten.
ruurdjanrauwerda
Mazzili en Chiara hebben dit zo vaak met hun coach en teamgenoten besproken dat ze nu de volgende communicatiestap zetten. De waarheid tav hun teamgenoten zit ergens tussen geen full time prof zijn, beschikbare tijd wegens werk/studie/beide, maar ook mentaliteit/prioriteit. Chiara en Mazxiki hebben een iets ander contract in vergelijking met relarief veel van hun medespelers.
RobV
@harrybor Tiddi lijkt het wel te hebben aangekaart, tenminste ze geeft wel aan hoe haar teamgenoten erover dachten. Maar het frustreert haar kennelijk en ik snap dat ook wel. Het is dat stukje topsportmentaliteit dat zo nu en dan ontbreekt in Nederland. Buitenlanders begrijpen dat niet, die willen het onderste uit de kan halen.
popov0702
Nederland haalt meer Olympische medailles dan Italië en Argentinie. Het kan dus blijkbaar ook anders
RobV
@popov0702 Ze heeft het over Kampong en dat ze er meer aan moeten doen om aansluiting te vinden bij de top van Nederland. De suggestie is dus dat de top van NL er wel aandacht aan besteed. Dat is ook wel zo, zeker de nationale teams.
rancoburgzorg
Als je dit alleen binnenskamers zou houden wordt je alleen uitgelachen door je teamgenoten. Kampong Dames bestaat dan ook voor het grootste deel uit feestende en giebelende studentes die daarnaast ook nog eens aardig een balletje kunnen flatsen. Ze hebben wel iets beters te doen dan keihard aan hun fysiek werken.