Stadion is ‘Home sweet home’ voor Marjolein Bolhuis-Eijsvogel
In de serie ‘Wagener Stadion Toen & Nu’ duiken we in de rijke historie van het Amsterdamse hockeystadion, dat momenteel wordt verbouwd in aanloop naar het EK in 2017. Marjolein Bolhuis-Eijsvogel speelde in de jaren ’80 bij Amsterdam in het Wagener en maakte er met de Oranje Dames ook de allereerste Dames Champions Trophy in de geschiedenis mee. Een terugblik.
Ze herinnert zich alle grote toernooien wel, stelt Bolhuis. ‘De EK’s, WK’s en Olympische Spelen. Maar ook de Champions Trophy. Met name omdat die Champions Trophy in 1987 de allereerste was voor de dames.’ De Oranje Dames kenden de Champions Trophy al van de heren, daar werd het toernooi al sinds 1978 voor georganiseerd. ‘En het was heel leuk dat het die eerste keer tegelijk was’, vindt Bolhuis. ‘Zo werd het damestoernooi meegetrokken in de sfeer die er al heerste bij het herentoernooi.’
Échte krachtmetingen
Het format van de Champions Trophy noemt Bolhuis ‘supermooi’. ‘Het zijn de zes beste landen die het tegen elkaar opnemen. Die wedstrijden zijn met recht allemaal krachtmetingen te noemen.’ Je zou kunnen zeggen dat het jammer is dat het toernooi nu, in 2018, eindigt. Maar Bolhuis bekijkt het anders. ‘Hockey evalueert en dat is goed. Er zijn andere initiatieven om internationale toernooien te spelen en dan is het belangrijk om te kijken wat past. Je kunt niet alsmaar méér toernooien spelen. Dat raken de teams overbelast en zet je teveel druk op de landelijke competities.’
‘Elke wedstrijd in het Wagener was bijzonder’
Maar toch. Die eerste Champions Trophy was speciaal, helemaal omdat hij in het Wagener werd gespeeld. ‘Voor mij was elke wedstrijd in het Wagener bijzonder. Ik speelde ook bij Amsterdam, woonde in Amsterdam. Voor mij was het ‘home sweet home’. Bijzonder is dat ik ook van veel buitenlandse spelers heb gehoord dat ze het mooi vinden om in het Wagener te spelen.’
Als meest speciale plek noemt Bolhuis het midden van het stadion, waar je als spelers het stadion binnenkomt en het veld betreedt. ‘Het vak aan je rechterkant, als je binnenkomt, daar zaten altijd alle bekenden. Die zag je ook als je binnenkwam. Links zaten dan de supporters van de andere club. In mijn tijd zaten de dug-outs nog voor de hoofdtribune. Dus je zat ook vóór je eigen publiek.’
Australië zit Oranje op de hielen
Dat publiek stroomde tijdens de Champions Trophy in 1987 in grote getale toe en kon op de laatste dag de spannendste wedstrijd van het toernooi zien. Oranje had het gehele toernooi al haar wedstrijden gewonnen en eindigde tegen Australië. ‘Dat was zeker de spannendste wedstrijd’, stelt Bolhuis. ‘Zij zaten ons continu op de hielen en probeerden al jaren onze hegemonie te doorbreken. Dat lukte ze overigens ook, op de Olympische Spelen na de Champions Trophy. Maar ik was blij dat wij in de Champions Trophy nog de genadeklap konden uitdelen.’ Er was toen nog geen finale in het toernooi, maar de organisatie plande het volgens Bolhuis wel zo dat de spannendste wedstrijd, de nummer 1 tegen de nummer 2, als laatste was. ‘Dat was Nederland – Australië en die wonnen we met 4-2.’
Tijdens de Champions Trophy speelde Bolhuis ook haar honderdste interland. ‘In die tijd speelde je veel minder interlands dan nu, dus degene die je speelde waren heel speciaal. Veel speelsters halen nu al redelijk snel de honderd, maar toen was dat helemaal niet gebruikelijk.’
Slagroomtaart de lucht in
Maar ook nu is het nog altijd een mooi aantal, weet Bolhuis. ‘Een bestempeling van wat je allemaal gedaan hebt. Ik vond het een speciaal moment en er werd ook wel even aandacht aan besteed. Ik kreeg een slagroomtaart en die is in de kleedkamer volgens mij nog de lucht in gegaan.’
Bolhuis werd uiteindelijk, samen met Lisanne Lejeune, topscorer bij de Nederlandse dames op hun eerste Champions Trophy. Ze scoorde vijf keer. ‘O ja?’, lacht ze. ‘Dat wist ik niet. Lisanne deed natuurlijk de strafcorner. Ik moest het van de velddoelpunten hebben.’ Specifieke doelpunten die ze zelf maakte op de Champions Trophy kan ze zich dan ook niet voor de geest halen. Maar winnen in het Wagener, dat zeker wel.
Marjolein Bolhuis-Eijsvogel (L) en Sophie von Weiler (R)
Winnen in het Wagener
‘Ja, dat was áltijd super. Het WK staat me in die zin nog het meeste bij. Het WK in 2014 in eigen land was top, maar in 1986 in het Wagener was het ook ge-wel-dig. Al moet je dat in zijn tijd zien natuurlijk. In een overladen Wagener wereldkampioen worden, dat is onbeschrijfelijk.’ Het winnen van de Champions Trophy was ook speciaal, maar toch anders, stelt ze. ‘Het WK en de Olympische Spelen zijn de belangrijkste toernooien: daarmee ga je echt de boeken in. De Champions Trophy is een prachtig toernooi, maar wel meer een krachtmeting dan een écht titeltoernooi.’
‘En er zit een soort bizarre wet op dat je hem nooit moet winnen in aanloop naar een groot toernooi. Dat hadden wij toen die eerste keer al: we wonnen de Champions Trophy en haalden vervolgens zilver op de Olympische Spelen daarna. Voor Beijing won Nederland niet, maar ze werden bij de Spelen in Beijing wel eerste. De laatste keer won Argentinië de Champions Trophy en die hebben het natuurlijk ook niet goed gedaan op de Spelen in Rio.’
‘Slopen deed even pijn aan mijn hart’
Hoewel Bolhuis mooie herinneringen heeft aan die eerste Champions Trophy, is het niet zo dat ze een band hield met dat specifieke toernooi. Die band is er in ieder geval wel met het Wagener. ‘Ik vond het Wagener de mooiste plek om te hockeyen. Het is een knus stadion met een lange historie. Natuurlijk is het nodig dat het gerenoveerd wordt, maar toen ik in een filmpje zag dat het werd gesloopt: dat deed wel even pijn aan mijn hart. Er was eerst sprake van dat het stadion op een andere plek zou komen, maar ik ben blij dat dat in ieder geval niet is gebeurd. Het hoort op deze plek, daar ligt ook de hockeygeschiedenis.’
Ondanks de pijn in haar hart is Bolhuis vooral trots en kijkt ze graag vooruit. ‘Vanuit het bestuur van de KNHB (Bolhuis was tot voor kort bestuurslid Tophockey Dames, red.) kon ik de ontwikkelingen goed volgen, maar inmiddels ben ik daar uit.’ Lachend: ‘Dus nu lees ik het ook gewoon op hockey.nl.’ Waar Bolhuis nu al stiekem naar uitkijkt is om niet vanuit haar bestuurdersrol, maar nu eens gewoon als toeschouwer, naar het EK te gaan kijken. ‘Daar ga ik, zittend op een prachtige nieuwe tribune, enorm van genieten.’
Meer in deze serie
- De hockeyende Wageners in het Wagener
- WK 1986: HGC-spits Lisanne Lejeune spil in Oranje-verdediging
- 1983: Nederland ‘met mazzel’ voor het eerst Europees kampioen
- 1973: Oranje voor het eerst wereldkampioen in bomvol Wagener
- Oefeninterlands in 1960
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.