1973: Oranje voor het eerst wereldkampioen in bomvol Wagener

In de serie ‘Wagener Stadion Toen & Nu’ duiken we in de rijke historie van het Amsterdamse hockeystadion, dat momenteel wordt verbouwd in aanloop naar het EK in 2017. We zijn inmiddels beland in 1973: de Oranje Heren zijn voor de állereerste keer wereldkampioen. Goud, toen in de finale India, hét hockeyland in die tijd, na strafballen werd verslagen. Het wereldkampioenschap van 1973 vormt 1 van de hoogtepunten uit de geschiedenis van het Wagener. 

Koning Willem-Alexander heeft zijn voorliefde voor sport niet van een vreemde, blijkt. Prinses Beatrix kwam in 1973 het toernooi openen, en moedigde Oranje fanatiek aan. Aanvoerder Nico Spits (nu 72 jaar) mocht haar een stick overhandigen. ‘Dat was wel een speciaal moment. Het was heel ontspannen. Ik kende haar natuurlijk niet, maar we hadden gewoon een kletspraatje. Toen ik die stick overhandigde stonden er voor mijn gevoel wel 60 fotografen omheen. Apart om mee te maken.’

wagener beatrix

wagener beatrix nico spits

Aanvankelijk zou in 1940, net na de oprichting van het stadion, het 1e wereldkampioenschap hockey in het Wagener gespeeld worden. Het liep anders: de Duitsers vielen Nederland binnen: het WK werd niet gespeeld. Het zou tot 1973 duren voor het Wagener voor de 1e keer het decor was voor een wereldkampioenschap. 33 jaar later dus, en het laatste WK op gras. India en Pakistan waren de toplanden van dat moment, Oranje trof India in de finale.

‘Droommoment’

Voor aanvoerder Nico Spits de ideale tegenstander in zijn allerlaatste interland voor Oranje. ‘Vele sporters hebben als kind een soort droommoment. Het moment dat je denkt: ‘dat wil ik ook’. Voor mij was dat in 1953. Het was voor het eerst dat het Indiase team in Nederland speelde. Een testserie, met 1 wedstrijd in het Wagener Stadion. Ik was ballenjongen en vond het geweldig om die wedstrijd te zien.’ 6 jaar later was het zover: Nico Spits debuteerde op zijn 15e in het 1e van Amsterdam, in het Wagener. ‘Mijn hele actieve carrière heb ik in het Wagener gespeeld.’ Spits haalde niet alleen het 1e van Amsterdam, maar speelde ook voor Oranje, waar hij aanvoerder werd. De WK-finale in 1973 was zijn laatste interland: tegen India. Het cirkeltje rond.

Het staat in zijn geheugen gegrift, die WK-finale. ‘Het Wagener zat bomvol. Het was al helemaal uitverkocht, maar er was ook nog 50 tot 60 man Indiaas publiek ingevlogen, die nog geen kaartje hadden. Die hebben ze toen ook nog binnengelaten.’ En de wedstrijd werd niet alleen door het publiek in het Wagener bekeken. ‘Het was voor het eerst dat het ook op tv kwam, dat was heel uniek.’ Lachend: ‘Later hoorde ik dat mensen het eten hadden laten aanbranden omdat de wedstrijd zó spannend was.’

‘Het moet nú gebeuren’

India had Pakistan uitgeschakeld in de halve finale, Nederland had nipt gewonnen van Duitsland. ‘India en Pakistan waren toen dé hockeylanden’, stelt Spits. ‘Wij hadden een jaar daarvoor op de Olympische Spelen ook tegen India gespeeld. Toen verloren we, en werden we daardoor 4e. Voor de WK-finale hadden we zoiets van: nú moet het gebeuren. In eigen huis.’

Maar: de start was niet goed. ‘We stonden na 10 minuten al met 0-2 achter. Maar we kwamen terug. Ties (Kruize, red.) scoorde de 1-2, en daarna ook de gelijkmaker, waardoor we gingen verlengen.’ Wat achteraf gezien hét moment was in de wedstrijd, vindt Spits moeilijk te zeggen. ‘Dat we terug in de wedstrijd kwamen door die goals van Ties, maar ook toen André Bolhuis in de verlenging nog een bal van de lijn haalde. Alles bouwde op tot een climax.’

wagener juichen 1973

Vertrouwen in strafballen

Die climax vormde de strafballenserie die na de verlenging werd gespeeld. ‘Wij hadden veel op strafballen getraind, en we hadden er de halve finale tegen Duitsland ook op gewonnen’, vertelt Spits. ‘We hadden er vertrouwen in dat we het konden, terwijl je zag dat de Indiërs er zenuwachtig van werden.’

Voor de beslissende strafbal werd verdediger Bart Taminiau naar de stip gestuurd. ‘Jij bent ‘koel’, jij doet dat wel’, had coach Ab van Grimbergen tegen Taminiau gezegd. En hij deed het. Taminiau vertelt over dat moment in de radiouitzending van Omroep Brabant in 2013, die hier te beluisteren is.

Mooiste moment in hockeycarrière

Het feest barstte los na die winnende push van Taminiau. ‘Die finale was het mooiste moment in mijn sportcarrière’, stelt Spits. ‘Qua prestatie dan in ieder geval. Op de Olympische Spelen in ’72 was ik vlaggendrager: dat was ook erg speciaal. Maar deze prestatie was uniek. Het was de eerste keer dat Nederland een titeltoernooi won.’

wagener bart taminiau

Het succes straalde af op de gehele hockeysport. ‘In een jaar tijd kwamen er in Nederland 20.000 hockeyers bij. Een enorme sprong in het aantal leden dus.’ En ook voor de kersverse wereldkampioenen was aandacht te over. ‘We werden sportploeg van het jaar. En ik kreeg, ook omdat ik mijn interlandcarrière beëindigde, een lintje.’

wagener woorden tekort

Terug naar het Wagener

De 72-jarige Spits woont inmiddels in Den Bosch, maar is soms nog wel in het Wagener Stadion te vinden. ‘Ik kom er nog wel eens ja. Als Amsterdam een belangrijke wedstrijd heeft, kom ik kijken.’ En heeft hij nog steeds een speciaal gevoel bij het stadion? ‘Ja, dat blijft wel. Als ik er ben denk ik nog steeds: ‘Dit is mijn veld’.’

Al is het stadion wel enorm veranderd natuurlijk. ‘Toen ik begon met hockeyen, in 1953 waren het houten tribunes en stonden er geen hekken om het veld. De bal vloog zo het publiek in. Er is veel veranderd sinds die tijd, maar dat is logisch.’

‘Met de stap naar kunstgras zeiden ook veel mensen: ‘Dat kan niet, dit is de mooiste grasmat van Nederland’. Maar je moet je wel ontwikkelen. Toen ik er laatst was zag ik dat de tribune al was afgebroken. Ik ben heel benieuwd hoe het nieuwe stadion eruit komt te zien.’

Gouden WK-team ziet elkaar nog steeds

Het gouden WK-team van 1973 ziet elkaar ook nu nog regelmatig, vertelt Spits. ‘Na het WK zijn we steeds 1 keer in de 5 jaar bij elkaar gekomen. 2 jaar terug hebben we besloten dat jaarlijks te doen. We worden tenslotte ook een dagje ouder. Dus nu gaan we elk jaar een dag met elkaar golfen, eten en kletsen. De keeper, Maarten Sikking, is inmiddels overleden, en ook de manager is er niet meer. Maar de rest komt allemaal, zelfs onze coach van toen, Ab van Grimbergen. Hij is dik in de 80, maar hij is er altijd bij.’

Elk jaar worden de verhalen van toen dus weer opgehaald? ‘Zeker’, lacht Spits. ‘En die verhalen worden elk jaar mooier, dat snap je.’


3 Reacties

  1. KareldeBeer

    Top, maar mis ik hier niet het filmpje? Kan ik dat ergens naartoe sturen?

    1. Jolien Scholte

      Hoi Karel, als je het hebt graag! Naar redactie@hockey.nl

  2. KareldeBeer

    Komt eraan Jolien


Wat vind jij? Praat mee...