1983: Nederland ‘met mazzel’ voor het eerst Europees kampioen

In de serie ‘Wagener Stadion Toen & Nu’ duiken we in de rijke historie van het Amsterdamse hockeystadion, dat momenteel wordt verbouwd in aanloop naar het EK in 2017. We zijn inmiddels beland in 1983: de Oranje Heren zijn 10 jaar geleden voor de állereerste keer wereldkampioen geworden, maar een Europees kampioenschap ontbreekt nog altijd. Na de nodige mazzel in de halve finale, werd uiteindelijk in de finale na strafballen afgerekend met de Sovjet-Unie.

Dat Oranje door wist te dringen tot de finale mag een klein wonder heten. In de halve finale was West-Duitsland namelijk sterker, maar miste het een strafbal (in de persoon van Michael Peter) en presteerden zowel Heiner Dopp als Peter Caninenberg het om namens de Duitsers voor open goal te missen. Daardoor eindigde de wedstrijd in een 1-1 gelijkspel. Destijds was het gebruikelijk om met 2 keer 15 minuten te verlengen, waarna er uiteindelijk een 4-1 overwinning voor Oranje in de boeken kwam.

Die verlenging was toe te schrijven aan Ties Kruize, die al vroeg in de wedstrijd de 1-1 binnen sloeg. Volgens de West-Duitsers buiten de cirkel, maar het doelpunt telde. ‘Ik  weet er echt helemaal niks meer van’, blikt Kruize terug op het hele EK. De vraag of de bal al dan niet binnen- of buiten de cirkel werd geslagen kan de oud-international dan ook niet beantwoorden. ‘Maar als zij een strafbal missen en dan ook nog 2 keer voor open doel niet weten te scoren verdien je het toch ook niet om in de finale te komen?’

Ties Kruize

Ties Kruize

Finale

De finale tegen De Sowjets zoals spelers van de toenmalige Sovjet-Unie destijds werden genoemd, was een veldslag. Niet zozeer vanwege het spel dat er werd gespeeld, maar meer doordat deze wedstrijd óók een verlenging nodig had. Weer 100 minuten voor Oranje. Uiteindelijk waren het strafballen die uitsluitsel moesten brengen. Nederland was met 8-6 te sterk en hengelde zo de eerste Europese titel binnen. Oranje hockeyploeg niet de beste, wel Europees kampioen. Titel ‘dankzij nodige mazzel’, kopte het Leidsch Dagblad op 29 augustus 1983.

‘Wat is mazzel?’, zegt Kruize. ‘Het missen of scoren van kansen hoort bij de sport. Als wij uiteindelijk vaker scoorden dan de Russen dan wonnen we toch terecht? Kijk maar naar de olympische finale van de dames dit jaar. Zij spelen een ijzersterke wedstrijd, maar verliezen op shoot-outs. Dan doet het andere team het toch iets beter. Je moet gewoon vaker scoren dan je tegenstander’, aldus Ties ‘Johan’ Kruize. Lachend: ‘Ja, Johan en ik waren het geloof ik wel vaak met elkaar eens. Maar zo simpel is het toch? Iedereen begint te lachen als je dat zegt, maar het is een waarheid als een koe.’

Pierre Hermans

Voor doelman Pierre Hermans waren de strafballen een ideale gelegenheid om zich te kronen tot doelman van het toernooi. Zelf omschrijft Hermans het in een interview met Omroep Brabant als een jongensdroom. Alle camera’s stonden op de goalie van Oranje gericht, die op zijn beurt hoopte er wat van te bakken. Dat lukte aardig, want 3 van de 7 strafballen waren een prooi voor Hermans. Zijn stick, handschoen en been waren 3 keer een sta-in-de-weg voor de Russische strafballennemers. Er moesten in totaal 7 strafballen door Rusland en 8 door Nederland worden genomen, omdat er niet zoals gewoonlijk tot 5, maar tot 10 werd gespeeld. Maar bij een 8-6 stand was Oranje niet meer in te halen, waardoor de laatste strafballen niet meer nodig waren.

Na een huldiging in het Wagener Stadion was het nog feest voor de mannen van Oranje, maar niet tot heel laat. De hockeyers moesten namelijk maandag gewoon weer naar hun werk of studie. Volgens Hermans konden hij en zijn ploeggenoten het tijdens het EK allemaal maar net zo plannen dat ze erbij konden zijn.

Pierre Hermans

Pierre Hermans

‘Het Wembley van de hockeywereld’

In de vorige serie over het Wagener Stadion (het WK van 1973) sprak toenmalig aanvoerder Nico Spits al over een droommoment. Voor hem was dat als ballenjongen aanwezig zijn bij de wedstrijd van Nederland tegen India in 1953. Voor Ties Kruize was dat in een vol stadion uit de spelerstunnel stappen.

‘Het Wagenerstadion zag ik altijd als het Wembley van de hockeywereld. Voor iedereen die successen heeft geboekt daar moet dat gevoel hetzelfde zijn. Generaties voor mij en na mij hebben er geweldige prestaties neergezet en die herinneringen blijven natuurlijk. Dat er een nieuw stadion voor in de plaats komt juich ik alleen maar toe. De herinneringen worden er niet minder om. Mensen die sentimenteel doen en de sloop een slecht plan vinden, staan over een jaar ook naar het nieuwe gebouw te kijken en zullen toegeven dat het een goede keuze van de bond is geweest om te moderniseren.’

Lees ook


Wat vind jij? Praat mee...